142
kleurenverschil, de isobarenkaarten van blad 5 door een overdaad aan pijlen. In plaats
van de weinig geslaagde en overbodige geologische wereldkaart zagen we liever een
kaartje van vulkanisme en aardbevingen. De kaart van blad 9 (Bodemgroepen) lijkt
ons overbodig. Te meer daar een aantal groepen niet door de bodemgesteldheid, maar
door de plantengroei is bepaald (prairiegronden, steppengronden, woestijngronden).
Wat bedoelt men met de ene kleur voor: rode en gele, tropische en subtropische gron-
den? Zijn de termen tropen en Subtropen ook aanduidingen voor een bepaalde grond-
structuur? Bij blad 11 kan het opschrift 'Landbouwgebieden' beter door 'Agrarische
gebieden' vervangen worden. Dit is voor de leerlingen duidelijker. De Verkeerskaart
(blad 14) komt ons weinig geslaagd voor: de vertekening die hier optreedt kan in de
jeugdige hoofden slechts verwarring stichten. Op blad 18 missen we de korengrens.
Op blad 21 vinden we een kaart Bevolkingsdichtheid. Hier is waarschijnlijk de kleur
voor Nederland niet goed doorgekomen. Dit is belangrijk, omdat iedereen nu eenmaal
het eerst naar het eigen landje kijkt. Enthousiast zijn wij over de mooie klimaatkaartjes
van blad 24. Ze zijn duidelijk en aangenaam van kleur. Een belangrijke aanwinst lijkt
ons de gekleurde geologische kaart van Nederland, die vanaf de derde klas uitstekende
diensten kan bewijzen. Hetzelfde kan gezegd worden van de kaarten op blad 26, 27,
30, 31, 32 en 33. Ze zijn prachtig uitgevoerd en didactisch uitermate waardevol. Alleen
zagen we op blad 32 de opschriften 'Toestand 1850' en 'Tegenwoordige toestand' liever
in een 'blanke' hoek. Bij blad 28, een goede rüstige kaart, valt ons op dat rivier- en
zeeklei dezelfde kleur gekregen hebben. Blad 35 suggereert dat aardappelen, melkkoeien,
varkens en kippen overal in Nederland aanwezig zijn. De verdichtingen zijn te ondui-
delijk om zinvol te zijn. Is voor de school de kaart van de haver belangrijk genoeg om
hier een plaatsje te krijgen? De Noordoostpolder Staat vol met tarwe, suikerbieten en
aardappelen, wat bij onze nog onervaren lezers makkelijk verwarring kan stichten. De
kaarten op blad 38 en 39 zijn weer zeer duidelijk en instructief. Ook blad 40 en 41
geeft mooie, sobere kaarten, waarbij alle overdaad is vermeden. Jammer is het dat de
Europoort als afzonderlijk bijkaartje is geplaatst en niet in het geheel is opgenomen.
We missen node een goede overzichtskaart van 'Randstad Holland', het wegennet en
belangrijke waterwegen.
De bladen 42 t.e.m. 53 geven grondsoortenkaarten van de Nederlandse provincies.
Zij zijn nogal onrustig door een teveel aan details. Bij de grote kaart van Belgie (blad
54 en 55) Staat een duidelijk provinciekaartje. Op het volgende blad vinden we o.a.
de Belgische landbouwgebieden. Hier worden alleen de zandgronden al met vier ver-
schillende kleuren aangegeven. Bij blad 69 vragen wij ons af of de legenda van Londen
niet bij het kaartje geplaatst kan worden. Nu Staat ze onder Ierland, wat hier niet erg
duidelijk is. Bij blad 85 missen wij talen- en volkenkaartjes van Azie. Bijzonder dankbaar
zijn we voor de prachtige kaart van Israel (blad 92 en 93). De kaart is niet alleen
groot, maar ook voornaam en rüstig. Op blad 95 lijkt ons het staatkundige bijkaartje
van India overbodig; het kan o.i. beter vervangen worden door een kaart met de moes-
sonwinden. De mooie, overzichtelijke kaarten van Nieuw-Guinea kunnen bij de be-
handeling van dit rijksdeel goede diensten bewijzen. Zou er na Australie geen kaart van
de Grote Oceaan kunnen worden opgenomen?
Voor we besluiten nog een enkel woord over de schutbladen, waarvoor we zeer erken-
telijk zijn. Voorin treffen we een gelukkige combinatie aan van een luchtfoto en een
topografische kaart (1 25 000) plus drie voorbeelden van topografische kaarten van
hetzelfde gebied (Ommen en omgeving) resp. op schaal 1 50 000, 1 100 000 en
1 200 000. De twaalf duidelijke kaartjes van dorps- en occupatietypen, die we achter
in de atlas aantreffen, zijn een grote aanwinst voor ons onderwijs.