JC. KOEMAN
DE BETEKENIS VAN DE WATERSCHAPSKAARTEN VAN
DELFLAND VOOR DE GESCHIEDENIS VAN DE
KARTOGRAFIE VAN NEDERLAND1
Kleine landen met betrekkelijk grote bevolkingsdichtheid zijn van oudsher genood-
zaakt geweest zieh op intensieve wijze met de zorg voor de bodem bezig te houden.
Wanneer die moeilijk te bewerken en moeilijk voor bewoning geschikt te maken is zal
het verworven goed met dubbele zorg en liefde beheerd worden.
Waar het in Zwitserland voornamelijk het relief is waarop de mens zijn cultuurgrond
veroveren moet, is het in Nederland het water. In beide landen is de intensieve be-
moeiing met de bodem sedert eeuwen in de kaarten tot uitdrukking gebracht. Hoe dit
in de huidige Zwitserse kartografie verwezenlijkt is, hebben wij op de zojuist geopende
tentoonstelling van Zwitsers kaartmateriaal kunnen zien. Op welke wijze Nederland
zieh in het verre verleden reeds met de voor dit land zo typische waterschapskartografie
bezighouden moest kan ons in dit gebouw getoond worden.
Het is waarschijnlijk in dit huis geweest dat het bestuur van het Hoogheemraadschap
van Delfland in 1608 aan de landmeter Floris Balthasar van Berckenrode de op-
dracht heeft gegeven een nauwkeurige kaart van het waterschap Delfland te vervaar-
digen. Het was niet de eerste maal dat een opdracht tot zulk een kaartvervaardiging
gegeven werd. Ook aan de bekende Jacob van Deventer werd eenmaal een dergelijke
opdracht verleend, maar van het resultaat daarvan is ons niets overgeleverd. Niet lang
voor 1Ö08 werd aan Mathijs Jansz. de Been het schilderen van een panoramakaart
van Delfland opgedragen. De betekenis van de daad die het Hoogheemraadschap Steide
toen het in 1608 een nieuwe kaart bestelde werd duidelijk toen men de opvatting van
Floris Balthasar leerde kennen. Deze Delftse landmeter, die tevens graveur, karto-
graaf en goudsmid was, introdueeerde een nieuw kaarttype; daarmede is tevens de
betekenis van Delfland's opdracht voor de Nederlandse kartografie aangegeven. Wat
was het bijzondere aspect van de kaart van Delfland van Floris Balthasar? Het
bijzondere daarvan was dat er voor de eerste maal op een schaal 1 28 000 een topo-
grafische kaart van een groot deel van Holland gemaakt werd. Deze kaart kon niet
steunen op ouder werk omdat hetgeen voordien al gedaan was op een veel kleinere
schaal was uitgevoerd en uiteraard slechts een overzichtskaart genoemd kon worden.
Onmiddellijk na de Delflandse opdracht volgde Schieland en in 1610 gaf ook het
waterschap Rijnland aan Floris Balthasar de kaarteringsopdracht. In de jaren 1610-
1615 verschijnen dan de prachtig gegraveerde bladen van deze drie grootschalige water-
schapskaarten. Er is geen gewest ter wereld waar in die tijd al kaarten op een schaal
1 28 000 uitgegeven en voor het publiek verkrijgbaar gesteld werden.
Floris Balthasar's conceptie van de aan hem toevertrouwde taak kon niet gebaseerd
zijn op buitenlandse, noch op Nederlandse voorbeelden. Waaruit is dän dit kaarttype
ontstaan Inhoud en schaal werden voorgeschreven door het gebruik dat van de kaart
gemaakt diende te worden. In het reeds tamelijk dichtbevolkte deel van Zuid-Holland
waar de zorg voor de waterbeheersing en de verdediging tegen het watergevaar een
goede technische- en administratieve voorziening vereiste, was een gedetailleerde kaart
onmisbaar. We moeten in de uitvoering die Floris Balthasar aan de kaarten gaf dus
1 Körte inleiding, gehouden tijdens een bezoek aan 'Delfland's huis' op de Nederlandse Karto-
grafendag, 7 november 1959 te Delft.