133
een fase van de ontwikkelingsgang zien die bestuursorganen door moeten maken wanneer
de door hen geleide lichamen om verbeterde technische voorzieningen vragen. En de
kaart is dan voor zo n lichaam een van de eerst nodige zaken. Er is een brede visie nodig
om het nut van zo'n kostbaar kaartwerk te kunnen verdedigen. Het is vrijwel zeker
dat de staatsman Johan van Oldenbarnevelt, die in die jaren als een der Hoog-
heemraden van Delfland fungeerde, een belangrijke invloed op het verlenen van de
opdracht heeft gehad.
Fockema Andreae schrijft in zijn Geschiedenis der Kartografie van Nederland:
„Dat het verantwoord zou zijn voor zulk een kaartering een flinke som gelds uit te geven
is een gedachte die men eerder bij een Oldenbarnevelt dan bij den doorsnee-traditio-
nelen waterschapsbestuurder kan veronderstellen"
rtDe inhoud van de waterschapskaart van Delfland en van de soortgelijke kaarten van
de waterschappen Rijnland en Schieland, bestaat uit de volledige topografie van dijken,
wegen, wateren, gebouwen, ambachtsgrenzen, molens, enz., aangevuld met een uitvoerige
naamgeving van al deze dementen. De inhoud had ook zijn beperkingen: omdat er
geen perceelsindeling op voorkomt kan de kaart niet gediend hebben voor de bepaling
van de omslag van de polderlasten.
Het spreekt vanzelf dat zo'n nieuwe kaartering die zoveel beter was dan alles wat
zieh tot die tijd had aangeboden grote invloed uitoefende op de algemene kartografie
van Nederland. De bekwame graveurs uit het Amsterdam van de eerste helft van de
17e eeuw brachten de kaarten op een kleinere schaal over. Zo fungeerden ze lange tijd
als overzichtskaarten in de atlassen van de bekende Amsterdamse uitgevers. Ook werden
de wandkaarten van Holland uit de eerste helft van de 17e eeuw uit de oorspronkelijke
waterschapskaarten samengesteld. Het is in dit verband interessant om te vermelden
dat het de zoon van Floris Balthasar is geweest, nl. Balthasar Floris van Ber-
ckenrode die omstreeks 1630 de wandkaart van Holland vervaardigd heeft.
Voor het Hoogheemraadschap Delfland heeft de kaart van Floris Balthasar tot
in de 18e eeuw zijn nut gehad. Er zijn uiteraard herzieningen geweest, maar pas in 1712
werd deze kaart vervangen door de kaart van N.S. Cruquius. En weer stond Delfland
met zijn kaart aan de spits van al het kaartwerk dat op dat tijdstip in Nederland in
omloop was. Op de voor die tijd verbazingwekkende schaal 1 10 000 werd het gebied
van Delfland afgebeeld waarbij we als bijzonderheid vermelden dat Delfland hier op
zijn kaart het decimale schaalstelsel introdueeerde een eeuw verder dan dit op de
officiele kaarten van Nederland het geval was.
Zolang de waterschappen in Nederland hun eigen kartografie bedreven hebben,
heeft Delfland daarbij dus belangrijke initiatieven gedemonstreerd. Het karakter van
Delfland s kaarten is ook het karakter van de kaarten van de andere grote waterschap
pen geworden. Daarmee is een voor Nederland typerende kaartsoort ontstaan.
De uitvoering van de kaarten was zodanig, dat door de bekwaamste graveurs een aan
de smaak van die tijd aangepaste uitvoering gegeven werd. Versieringen, symbolische
voorstellingen en de wapenschilden der Hoogheemraden vulden de bladen op. De uit
voering moest een monument van de waardigheid van het waterschap en van het be-
stuurscollege zijn. Zo was het voor de kaart van Floris Balthasar, zo was het voor de
kaart van Cruquius, en zo was het voor de vele andere kaarten van de waterschappen.
Floris Balthasar was een Delftse landmeter en kartograaf. We hebben gezien hoe
het Hoogheemraadschap van Delfland in 1608 als eerste van de drie grote Hollandse
waterschappen het initiatief nam tot een oorspronkelijke gedetailleerde kaartering van
zijn territorium. We kunnen hierin de oudste traditionele binding van Delft met de
kartografie zien.
Het bezoek van de Kartografische Sectie van het Kon. Ned. Aardrijkskundig Genoot-