139 rivieren soms wat moeilijk leesbaar zijn. Een voordeel is dat de bladen tweezijdig met gekleurde kaarten zijn bedrukt, waardoor hun aantal groter is, al Staat er tegenover dat de dubbele kaartbladen een onderbreking in het midden hebben. De kaarten van het instituut Holzel munten uit door hun mooie, levendige en toch harmonische kleuren: rivieren en kusten in blauw, spoorwegen rood, parallellen en meridianen in grijs, een bijna vloeiende overgang van hoogtetinten, van zacht-groen naar licht-rood met vrij veel hoogtelijnen (in grijs), en een bruine schaduwing die het relief zeer sprekend doet uitkomen. Er dreigt hier echter een gevaar: in de nieuwere drukken, en dus ook in de Nederlandse uitgave, is er een neiging om een te hard rood te gebruiken voor de hoogtezones en een te krachtig roodbruin voor de schaduw, waar door het effekt te hard wordt en de lichtrode Staatsgrenzen en de spoorwegen moeilijk of niet zichtbaar worden (zie bl. 76-77). Een zachtere kleur en een meer grijzige scha duwing zou een verbetering zijn. Ernstiger is dat de topografie wel eens slordigheden en onnauwkeurigheden vertoont, vooral in het verloop van de spoorwegen (die bovendien te dun en te weinig geselec- teerd zijn) en de ligging van de plaatsen (waarvan de grotere soms te zwaar zijn ge- tekend). Dit springt hinderlijk in het oog waar een stukje van Nederland voorkomt op een kaart van een naburig land (ligging van Amersfoort op bl. 60, spoorwegen op bl. 58, de karikaturale kustlijn van ons land op bl. 63) maar ook eiders zijn er voor- beelden van te vinden. Verder is de schaduwing, die op vele bladen het relief zo fraai accentueert, ook daar waar toevallig geen hoogtelijn ligt (men zie bv. het plateau van Langres op bl. 78), op enige nieuwere bladen ruwer en minder oordeelkundig aange bracht, bv. door een schaduwrandje precies längs een hoogtelijn, waardoor ten onrechte de indruk van een tafelland gegeven wordt (zie blad 100-101). Men heeft hier ken- nelijk nagelaten kaarten op grotere schaal te gebruiken als basis voor de reliefscha- duwing. Hier valt in een volgende druk een en ander te verbeteren, ook op de bladen van Nederland en Belgie. Een van de bijzondere attracties van de atlas is het grote aantal gekleurde thematische kaarten. Van elk van de werelddelen is er een kaart van een volle pagina van vegetatie en grondgebruik en een van mijnbouw en industrie. Deze laatste heeft het grote voor deel (in tegenstelling tot enige zusteratlassen van hetzelfde instituut) van niet overladen te zijn, doordat alleen de industrie als geheel is weergegeven, zonder differentiatie naar soort (afgezien van hoogovens) en bij de mijnbouw alleen kolen, olie en ijzer door afzonderlijke tekens zijn weergegeven; bij de overige kan men met een lettertje de soort delfstof vinden, zonder dat dit het beeld stoort. De waarde van beide soorten kaar ten wordt verhoogd door een mooie bruingrijze reliefschaduwing. Bij een aantal West- europese landen zijn deze beide kaarttypen tot een economische kaart verenigd, die dus begroeiing, grondgebruik, mijnbouw en industrie weergeeft, en toch nog een helder beeld van een heel land geeft; een kartografische prestatie. Alleen zou men de Staats grenzen wat krachtiger wensen. Bij de afzonderlijke werelddelen komen er dan nog kleinere kaartjes van de wäre isothermen, regenval, dichtheid van bevolking, talen bij, en bij de wereld als geheel behalve de gebruikelijke ook nog regentijden, bodems, land- bouwgebieden en landbouwprodukten. AI deze kaarten zijn met een fijn gevoel voor kleuren bewerkt; de geologische kunnen echter nog wel verbeterd worden. Nu tenslotte het aan Nederland gewijde deel, dat uiteraard geheel nieuw is en tal van interessante en fraaie kaarten geeft die we tot nu toe in schoolatlassen hebben moe- ten missen. Het zou te ver voeren van ieder de merites op te sommen. Ik noem slechts de 6 klimaatkaartjes, de kaartjes van de bevolkingstoeneming (waarbij de groene tinten in de verkeerde volgorde zijn toegepast), de landbouw (waarbij de tuinbouw blijkbaar bij de akkerbouw is gerekend), de tuinbouw afzonderlijk, de verspreiding van soorten

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1960 | | pagina 8