98
en grijs, elk in drie trappen met elkaar gecombineerd waren, werd samengesteld door
de toenmalige chef-tekenkamer R. Hey.
Voor iedere kleur waren er 4 mogelijkheden:
le afwezig, 2e eerste trap, 3e tweede trap, 4e volle kleur. Met geel, rood en blauw
waren er dus 4X4X4= 64, met grijs erbij 4 X 64 256 combinaties mogelijk.
De rasters voor de eerste en de tweede trap waren lijnrasters met resp. 32 en 20 lijnen
per cm, dus vrij grof, zodat men behalve aan de kleur ook aan de rasters bepaalde
combinaties kon herkennen.
De keuze van de basiskleuren was in de eerste schaal nog niet erg gelukkig; de kleu-
ren waren nogal flets, terwijl geel, rood en blauw achtereenvolgens over elkaar heen
gedrukt een bruine tint opleverden.
Dit werd gaandeweg bij het drukken van de kaarten en bij een tweede druk van de
kleurenschaal verbeterd, o.a. aan de hand van een inmiddels in ons bezit gekomen exem-
plaar van de schaal in 63 tinten van de Amerikaanse Soil Survey. Het bezwaar bleef
echter bestaan, dat de tinten waarin grijs voorkwam, namelijk van de schaal, een
zekere somberheid vertoonden. Bovendien was er gebleken dat men vaak behoefte had
aan längere reeksen van in een bepaalde richting verlopende kleuren.
Voor onze nieuwe schaal wilden wij derhalve het grijs laten vervallen, maar ander-
zijds het aantal trappen in geel, rood en blauw zoveel vergroten, dat een groter aantal
combinaties ter beschikking zou staan. De opzet daarbij was een lineair verband tussen
dekkingspercentage en kleurtrap. In het volgende zal blijken, dat bij het drukken afwij-
kingen zijn opgetreden, hoewel we getracht hebben dit te voorkomen. De als bijlage
voor dit artikel bestemde exemplaren van de kleurenschaal zijn herdrukken, die
naar alle waarschijnlijkheid weer andere afwijkingen zullen vertonen. De kleuren en de
codering hebben wij aangepast aan de Farbenordnung van A. Hickethier (zie literatuur-
lijst). Hiervoor geldt jede der drei Grundfarben wird in zehn Stufen eingeteilt,
deren erste 0 Teile Farbe enthält, also reines Weiss verkörpert, die natürlich auch die
Ziffer 0 erhält. Die folgenden Ziffern 1-9 geben sowohl die Kennziffer als auch die
Farbmengen an. Stufe 9 zeigt volle Farbkraft." (fig. 3a en b rechten Ar). Bij de in het
boek van Hickethier gegeven voorbeelden, zijn de drie grondkleuren zeer zuiver en zo
gekozen dat ze in volle verzadiging over elkaar heengedrukt ook daadwerkelijk zwart op-
leveren. In de tweede plaats is de codering zeer handig. Ze bestaat uit drie cijfers resp.
voor geel, rood en blauw. Zoals boven reeds is geciteerd is de sterkst verzadigde kleur
met het cijfer 9 aangegeven, wit met 0. Met de drie kleuren ontstaan dan 10X 10X10
1000 combinaties. Voor onze schaal hebben we als hoogste verzadiging de sterkte 6
aangehouden en van het geel de oneven nummers weggelaten, het resultaat is 4 X 7 X 7
196 combinaties. De op de schaal ontbrekende geeltrappen kunnen, indien er behoefte
aan bestaat natuurlijk ook toegepast worden zodat er dan 7 X 7 X 7 343 combi
naties mogelijk zijn. De fraaie grondkleuren van Hickethier hebben we met geheel
kunnen evenaren, de overeenkomst met de kleurenatlas in het boek is echter redelijk.
We hebben bij de druk van het Schema getracht de kleur 666 grijs te doen uitvallen.
Dit is op het beter houtvrij offset-papier, dat wij voor onze kaarten doorgaans gebrui-
ken, vrij goed gelukt. Bij een aantal exemplaren, die in dezelfde oplaag meegedrukt
zijn' op kunstdrukpapier, is deze kleur bruin, op registerpapier bruingnjs. Dit wordt
veroorzaakt door een verschil tussen de papiersoorten in het aannemen van de drukinkt
bij de achtereenvolgende drukgangen. Verder ziet men dat de no s 222 en 444, die grijs
behoorden te zijn, een zwak rood-paarse zweem vertonen welke voor een deel als volgt
te verklaren is: Indien we na het geel het rood drukken wordt op de, tussen het gele
raster liggende, onbedrukte oppervlakjes meer rood opgezogen dan op de bedrukte
delen, zodat de gerasterde (gele) kleurvakken relatief meer rood opnemen dan die met