Een heel eigen karakter heeft het relief in kalksteen. Kalksteen geeft steile wanden en is gemakkelijk oplosbaar, zodat het meeste water in oplossingsgaten in het gesteente verdwijnt en er geen doorlopende dalen ontstaan. Het relief is dan ook onregelmatig, met veel gesloten depressies (fig. 13 D). Bij generalisatie tot kleine schalen zullen de meeste van deze detailvormen niet meer zichtbaar zijn, maar soms is toch nog te zien dat alleen enkele grote rivieren zo'n kalksteengebied nog kunnen doorkruisen; kleinere rivieren en zijdalen ontbreken hier vrijwel. c. lnvloed van het klimaat Elk relief ontstaat door een samenspei van de inwendige bouw en de uitwendig hier- op werkende afbrekende processen van verwering en erosie. Deze varieren met het klimaat, zodat elke klimaatzone op aarde zijn eigen relieftypes vertoont. In een gematigd vochtig klimaat zoals dat van West-Europa heeft het relief (behalve in het hooggebergte en bij zeer resistente gesteentes) overwegend afgeronde vormen, vloeiende hellingen en een afwateringspatroon met vrij ver uiteenliggende dalen (fig. 14 A). Deze afgeronde vormen zijn hier nog versterkt in de ijstijd toen er een veel sterkere bodemvloeii'ng plaats vond dan tegenwoordig. Een tropisch-vochtig relief heeft een grotere daldichtheid door de vele neerslag, en vaak steilere hellingen doordat het verweerde gesteente door de dichte begroeiing wordt vastgehouden (fig. 14 B). Daar bij generalisatie vele kleine dalletjes worden wegge- laten zal het verschil bij kaarten op kleine schaal minder spreken. Het relief in een aride gebied, vooral in een woestijn, vormt een grote tegenstelling hiermee. Er is geen begroeiing, het gesteente ligt nog onbeschermd aan de oppervlakte en brokkelt af, waardoor scherpe, hoekige reliefvormen ontstaan (fig. 14 C). Zelfs bij generalisatie op niet al te kleine schalen blijft dit hoekige verloop van de hoogtelijnen nog zichtbaar (fig. 14 D). Het afgebrokkelde materiaal wordt tijdens de zeldzame regenbuien in de omgeving verspreid waardoor uitgestrekte hellende puinvlaktes ont staan, gekenmerkt door rechte of flauw gebogen hoogtelijnen (fig. 14 C boven), slechts hier en daar onderbroken door een bijna steeds droog ravijn. Deze droge beddingen ein- digen in afvloeiloze depressies waar het schaarse water verdampt en een zoutmeer of zoutvlakte overblijft. 322 G C D Fig. 14. A: Gematigd-humide relief (Frankrijk 1:50 000). B: Tropisch-humide relief (Java 1 50 000). C: Aride relief (Sahara 1: 100 000). D: Idem op kleine schaal (Sahara 1 500 000). A: Relief in humid-temperate climate (France 1:50 000): B: Relief in humid tropical climate (Java 1 50 000). C: Relief in arid climate (Sahara 1 100 000). D: Arid relief on smaller scale (Sahara 1 500 000).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1961 | | pagina 14