331
meldde in zijn verslag over de werkzaamheden van de commissie dat er drie opleidingsprogramma's
resp. voor kaarttekenaar, kartograaf (geografisch-topografische richting) en kartograaf (landmeet-
kundige richting) gereed gekomen zijn. Na overleg met de Ned. Landmeetk. Federatie Over het
laatst genoemde programma zal publicatie in het tijdschrift van de Sectie plaatsvinden. Bij de
bestuursmededelingen werden de volgende onderwerpen vermeld: a. de deelneming van bestuu'S-
leden van de sectie aan het eerste congres van de Association Cartographique Internationale te Parijs,
van 29 mei tot 3 juni 1961. b. de besprekingen van het Bestuur met de Nederlandse Spellings-
commissie (comm. van Haeringen). c. het besluit van het Bestuur om naast de Kartografische Medede-
lingen in het T.A.G. van tijd tot tijd gestencilde berichten en/of artikelen te laten verschijnen. d.
een resume van de activiteiten van de werkgroep voor de geschiedenis der kartografie gedurende
het afgelopen verenigingsjaar. e. de besprekingen tussen het K.N.A.G. en de Sectie over de plannen
voor het toekomstig beheer van de kaartenverzameling van het K.N.A.G. en de ontwikkeling van
de kleine kartografische verzameling van de Sectie.
In het wetenschappelijk gedeelte van de ledenvergadering sprak 's morgens Dr. J. D. DE JONG,
Hoofdgeoloog van de Geologische Stichting te Haarlem over De geologische kaartering van
Nederlandwaarbij o.a. vele dia's van de nieuwe geologische kaart van Nederland, werden ver-
toond. 's Middags hield Drs. J. E. Romein een inleiding over De schrijfwijze van aardrijkskundige
namen in Nederland. Het resultaat van de uitvoerige discussie zal ten goede komen aan de adviezen
die de Sectie en het K.N.A.G. over dit onderwerp aan de officiele instantie zullen uitbrengen.
Vergadering en lezingen werden door 42 personen bijgewoond.
C. K.
KORT VERSLAG VAN HET EERSTE CONGRES VAN DE ASSOCIATION
CARTOGRAPHIQUE INTERNATIONALE (A.C.I.)
De eerste Assemblee generale van de in 1959 te Bern gestichte Association Cartographique
Internationale werd van 29 mei tot en met 3 juni 1961 te Parijs gehouden in het prachtige Centre
de Conferences Internationales, 19, Avenue Kleber. Dit congres was voornamelijk gewijd aan de
administratieve en organisatorische zaken die verband hielden met de oprichting van de A.C.I. en
de toetreding van nieuwe leden. De A.C.I. werd in 1959 te Bern door de volgende landen, die
alle te Parijs vertegenwoordigd waren, opgericht: Belgie, Duitsland, Engeland, Finland, Frankrijk,
Italie, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Spanje, Verenigde Staten van Amerika, Zweden, Zwit-
serland. Als nieuwe leden traden te Parijs toe: Brazilie, Canada, Griekenland, Ierland, India, Iran,
Israel, Japan, Luxemburg, Malaya, Marocco, Peru, Portugal, waarmee de A.C.I. dus uit 26 leden
bestaat. In de Statuten wordt o.a. tot uitdrukking gebracht dat de vertegenwoordigers door een
Kartografische vereniging of een comite en niet door een regering afgevaardigd worden.
Naast de goedkeuring van de Statuten en de aanneming van nieuwe leden kwam de verkiezing
van het comite executif tot stand. Dit comite bestaat thans uit: Prof. dr. Ed. Imhof (Zwitserland),
voorzitter; Prof. dr. E. Gigas (Duitsland), secretaris-penningmeester; S. DE Brommer (Frankrijk),
vice-voorzitter; Dr. Carl M: son Mannerfelt (Zweden), vice-voorzitter; Col. C. Traversi
(Italie), vice-voorzitter; G. K. Emminizer (U.S.A.), vice-voorzitter; Brig. D. E. O. Thackwell
(Engeland), vice-voorzitter.
Op dit voortreffelijk georganiseerde congres werden de volgende bijeenkomsten van de A.C.I.
bepaald op: September 1962: technische conferentie te Frankfurt a/M, waarbij o.a. de onderwerpen:
generalisering en bijhouding behandeld zullen worden. Augustus 1964: tweede congres te Londen
(in samenhang met het XXe congres van de I.G.U.).
Het gehele congres werd bijgewoond door Prof. dr. Carl Troll, voorzitter van de I.G.U..
Het ontbreken van wetenschappelijke onderwerpen op de zittingen werd gecompenseerd door
technische excursies naar het Institut Geographique Nationale (I.G.N.), het Institut fran^ais de
Petrole en het vliegtuig eskader van de fotografische dienst van het I.G.N..
Het congres als geheel heeft een uitstekende indruk van de Franse zorg voor de kartografie bij
de deelnemers achtergelaten. Daarbij moet nog vermeld worden dat wij (Nederlandse gedelegeer-
den: Den Hengst, Romein, Koeman) de overtuiging kregen dat de A.C.I. een uitstekende Start
heeft gemaakt en reeds een gerechtvaardigde plaats in de wereld van de internationale wetenschap
pelijke organisaties inneemt.
Met bijzondere nadruk wil ik voorts nog op de tentoonstelling „La representation du reliet
wijzen. Door deze tentoonstelling in de Bibliotheque Nationale onder te brengen hebben de Orga
nisatoren zieh bij voorbaat van belangstelling verzekerd: het publiek weet de weg naar de B.N. te
vinden (waar is de Nederlandse bibliotheek met een vergelijkbare populariteit?). Dagehjks kwamen
honderden bezoekers de kaarten bezichtigen, kaarten, die door het spectaculaire thema „relief" een
actieve Propaganda voor het kartografenberoep voerden. Ongeveer 200 kaarten, luchtfoto s en
maquettes waren zö gerangschikt dat een discriminatie van een land met een zwakke kartografie