0 c 317 A B C D Fig. 8. A: Benaderde hoogtelijnen op oude kaart en exakte op nieuwe kaart (Zwitserland 1 50 000). B: Fotogrammetrische hoogtelijnen in kalksteen (Frankrijk 1 50 000). C: Hoogtelijnen teveel onafhankelijk van elkaar gegeneraliseerd (kaart van Nederland 1 600 000). D: Hoogtelijnen en rivierstelsel passen niet (Belgische kaart van zelfde gebied 1:500 000); te sterk afgeronde hoogtelijnen. A: Inaccurate contours on old map and accurate ones on new map (Switzerland 1:50 000). B: Ungeneralized photogrammetric contours in limestone (France 1:50 000). C: Contours generalized independently of each other (Netherlands' map 1 600 000). D: Contours and rivers do not fit (Belgian map of the same area 1 500 000); contours too much rounded. moet worden voorgesteld (zie Imhof 1957 a). Voor de verdere generalisatie zijn deze details echter niet van veel belang daar ze bij verkleining toch wegvallen. Vergeleken met het generaliseren van een kustlijn of een rivier brengt het genera- liseren van hoogtelijnen een aantal complicaties mee, die vaak tot fouten aanleiding geven. Dit kan weer gedemonstreerd worden aan een paar fragmenten van bestaande kaarten (fig. 8 C, D). De eerste is dat het hier niet om een lijn gaat maar om een bundel lijnen die samen het relief voorstellen en in samenhang moeten worden gegeneraliseerd. Men mag bv. niet in een hoogtelijn een dalletje weergeven en bij de daaropvolgende dit dalletje, doordat het daar slechts klein is, weglaten (fig. 8 C bij a)ook al zou dit, als die hoog telijn op zichzelf beschouwd werd te rechtvaardigen zijn. Of sterker nog, met een hoogtelijn een dalletje weergeven en precies in het verlengde daarvan met de volgende juist een naar voren stekende rüg (fig. 8 C bij b). Het dalletje zal in werkelijkheid een klein bochtje maken en zieh naast die rüg voortzetten; door een verschuiving van en- kele tiende millimeters is de juiste toestand weer te geven. Ook moeten de hoogtelijnen steeds samen met het rivierstelsel worden gegeneraliseerd. Anders kan het voorkomen dat een bochtje in het dal bij de rivier wel en in de hoogte lijn niet wordt weergegeven, of omgekeerd, met tot gevolg dat het riviertje naast het dal of zelfs op de naastliggende rüg terecht komt (fig. 8 D bij a en b). In het alge- meen trouwens is het zaak om bij het generaliseren van het relief een voldoend aantal riviertjes aan te geven, daar bij ver uiteenliggende hoogtelijnen pas hierdoor de bouw van het bergland duidelijk wordt. Doet men dit niet, zoals in het voorbeeld van fig. 8 C bij c, dan is het onduidelijk welke dal-insnij dingen van de verschillende hoogte lijnen bij elkaar behoren. Een tweede complicatie is dat met het verkleinen van de schaal en daardoor het ver minderen van het aantal hoogtelijnen enkele relief-elementen geheel kunnen wegvallen. Wil men deze toch weergeven dan moet een tussenhoogtelijn ingevoegd worden, op de manier die al bij het laagland is besproken, of moet een ander middel zoals schaduwing

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1961 | | pagina 9