425 ca. 1783. 22 bladen, formaat elk 53 x 76 cm. (Voor de ligging zie figuur 6). Deze kaart en de hierna genoemde Y 11, beide in dezelfde stijl getekend, behoren tot de mooiste Nederlandse topografische kaarten uit de tweede helft van de 18e eeuw. Ze overtreffen in terreintekening de HATTiNGA-kaarten. De HATTiNGA-kaarten uit de zgn. Atlas van de frontieren van Gelderland, Overijssel, Drente en Groningen beslaan hetzelfde gebied als de Hottinger kaarten, maar zijn, in 't algemeen, veel minder nauwkeurig. Deze juweeltjes van topografische tekeningen waarin de sfeer van het Drentse en Groningse landschap zeer expressief weergegeven is, rechtvaardigen, naar mijn mening het introduceren van een nieuw begrip in de oude Nederlandse karto- grafie: De Hottinger Atlas. Y 11. Titel: Figuratieve Caart van het Frontier des IJssels. 31 bladen van verschil- lend formaat doch alle op de schaal 1 14 400. Vervaardigd door en onder leiding van de Kapt. Ing. Hottinger in 1783. Naast de bladwijzer bezit de kaart een „Renvoy van de in den Atlas zig bevindende uijtgewerkte Caarten", waarop de gebieden, die door de verschillende bladen bestreken worden, genoemd zijn, benevens de namen van de opnemers van die gebieden. De bladen zijn als afzonderlijke eenheden op te vatten. Elk blad draagt een titel als: „Kwartier van Nijmegen, Kwartier van Zutphen", enz. Deze Hottinger Atlas van Overijssel Staat op hetzelfde hoge kartografische niveau als No. W 17. De onovertroffen terreintekening (zie afb. 1) van de gehele provincie Overijssel vormt waarschijnlijk de meest waardevolle bron voor de Studie van de oude topografie van dat gewest, waarover men in Nederland beschikt. Over de kaarten van de Betuwe en Limburg kan voorlopig het volgende opgemerkt worden Li en W 7 (zie blz. 422). Deze opnamen uit de jaren 1804-1805 dragen nog niet het karakter van de perfecte terreintekening, zoals door de Man in zijn kaarten gerealiseerd werd. Van alle kaarten, aangeduid op het overzicht in figuur 6 zijn dit bepaald de minst geslaagde. Hoewel de schaal een perceelsgewijze weergave van het terrein zeker mogelijk zou maken, vertonen deze kaarten hetzelfde onvolkomen beeld als de ons welbekende waterstaatskaarten van deze rivierstreek uit de 2e helft van de 18e eeuw. Ze steken wel zeer ongunstig af bij de volgende bijzonder fraaie kaarten B 23 en M.9 (zie blz. 422 en 423). Deze kartografische sieraden van de hand van M. J. DE Man, respectievelijk bestaande uit 6 en 12 bladen geven een perceelsgewijze topo grafie onder aanduiding van grondgebruik, begroeiing, bomen, bewoning, enz. Daar ze in dezelfde jaren vervaardigd zijn als de bovengenoemde kaarten L 7 en W 7 de- monstreren ze duidelijk het meesterschap van M. J. de Man, in de Nederlandse karto- grafie uit de eerste decennia van de 19e eeuw. Een meesterschap dat niet alleen tot uiting komt in het kaarteren op de grote schaal 1 14 400 die zo zeer de voorkeur van de Man genoot, maar ook in zijn bewerkingen van dit materiaal op de schaal 1 40 000. Van zijn kaarten van het Rijk van Nijmegen, de Bommelerwaard en het Land van Maas en Waal werd nl. ook een verkleining op de bovengenoemde schaal gemaakt (B 22) die, met zijn prachtige gekleurde topografie dezelfde stijl demonstreert als de Veluwekaart (V 10b) en de kaart van Groningen, Friesland, Drente en Overijssel op de schaal 1 40 000 (G 28, zie blz. 424). M 2a. Tot mijn grote verbazing bleek dat de Franse ingenieur Tranchot, een naam die wij kennen uit de „Carte topographique des pays compris entre la France, les Pays Bas et le Rhin dressee de 1801 1814", uitgegeven op de schaal 1 100 000, zijn op- metingen op de schaal 1:10 000 in kaart heeft gebracht. Een analogie met de „Carte de Cabinet" van Ferraris dus. Het is deze uitstekende „minuutkaart" van Tranchot die door de kartografen van het Topografisch Bureau in de jaren na 1815 werd geco- pieerd (M 2a) in een stijl, gelijk aan de veelkleurige kaarten 1 40 000 van DE Man.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1961 | | pagina 15