427
de geschiedenis van de topografische kaartering van Nederland naar hun betekenis te kunnen
schatten, moet men bekend zijn met een, naar mijn mening, belangrijke episode uit de jaren
1820-1830. Nl. met de doelstelling en de resultaten van de zgn. Commissie de Man. Voor een
beschrijving daarvan kan volstaan worden met te verwijzen naar de Studie van van Roon
Het mislukken van het overleg in deze Commissie DE Man had tot gevolg dat de kans op coör-
dinatie in het Nederlandse kaarteringswezen, o.a. ten gevolge van het domineren van van Gorkum's
gezag, gemist werd. Het aanzien van het door DE Man in de jaren vöör en omstreeks 1820 verrichte
kaarteringswerk daalde dientengevolge; ten onrechte, zoals aan een ieder zal blijken die in de
toekomst het aan het licht gebrachte materiaal in het Algemeen Rijksarchief gaat bestuderen.
Op blz. 422 heb iik reeds tot uitdrukking gebracht, dat de kaarten tot vier ontstaans-
perioden behoren. In de jaren toen het Depot Generaal van Oorlog onder leiding van
Krayenhoff het nationale kaarteringswerk bestuurde, bewaarde dit Depot de kaarten
uit de perioden I en II. In 1811 werd al dit materiaal op bevel van Napoleon naar
Parijs overgebracht. In 1816 haalde Generaal Majoor de Man alles weer terug. Zodra
men in 1815 op het Depot General de la Guerre te Parijs de aanzegging kreeg om de
Nederlandse kaarten terug te geven, sloeg men aldaar in razend tempo aan het kopieren
De door ons zo bewonderde kaarten van Hottinger, de Man en Huguenin waren
ook voor de Fransen zeer begerenswaardig. Zij calqueerden ze alle op dun papier, ook
Ketelaer's kaart van de Hollandse waterlinie. Het mocht niet baten. Generaal Majoor
de Man nam ook deze copieen mee naar Nederland. Ze staan vermeld in het „Register
van Situatiekaarten" en we hebben ze alle teruggevonden. De copieen op het bruin ge
worden calqueerpapier zijn ondertekend door Franse officieren en gedateerd in 1815
en 1816. Ze dragen het Stempel: „Depot General de la Guerre".
Ook de kaarten van Nederland uit periode III (het Franse bestuur) werden uit Pa
rijs meegebraeht. Het materiaal uit periode IV (Topografisch bureau) heeft uiteraard
geen contact met het Franse Depot de la Guerre gehad. Het werd onder de Man's lei
ding na 1815 vervaardigd.
Dit onderscheid in perioden wordt niet in het „Register van Situatie-kaarten" aan-
gehouden. Toen de le Luitenant Ingenieur Welsink dit register in 1848 samenstelde
noteerde hij de kaarten in alfabetische volgorde van de geografische namen.
Er is een heel vroege verwijzing naar een stuk uit de collectie bekend: In het rap-
port van de Commissie de Man uit 1822 6 wordt de Veluwekaart van de Man op de
schaal ca. 1 15 000 genoemd. In dit rapport wordt voorts nog gezegd (anno 1822)
„Behalve de opnemingen van het kadaster, bestaan er nog vele andere van grootere en
kleine gedeelten des Rijks." Deze „vele andere" zijn nu aan het licht gebracht bij de
inventarisatie van het Genie-archief. Voordat het Geniearchief in 1950 naar het Al
gemeen Rijksarchief werd overgebracht was het niet mogelijk om de hier besproken
kaarten te bestuderen. Voor wetenschappelijk werk kreeg men niet gemakkelijk toegang
tot het Geniearchief. Dank zij de op het Algemeen Rijksarchief verzette inventarisatie-
arbeid ligt er nu weer een veld van Studie braak. Want meer dan het openleggen van
dit terrein is dit artikel niet.
Niet alleen heb ik me tot een selectie uit het materiaal moeten beperkener worden
nog minstens tweehonderd kaarten in het „Register" genoemd, die het onderzoeken
meer dan waard zullen zijn, maar ik ben ook niet in de details van het onderwerp ge-
5 T.A.G. 1928, blz. 383-411.
6 In zijn artikel: De officiele kartografie van Nederland in de jaren 1798-1864 (T.A.G. 1928,
blz. 383-411) geeft J. v. Roon een vrij uitvoerig verslag van de werkzaamheden van de zgn.
commissie de Man in de jaren 1821-1828. Maar er wordt in dit artikel nergens verwezen naar
kaarteringsarbeid in de Noordelijke Nederlanden, door het Topografisch Bureau in die jaren be-
dreven. De ms. kaarten uit het Archief der Genie zijn dus blijkbaar ook aan van Roon niet
bekend geweest.