treden. Zo is de annotatie bij de kaarten nog zeer onvolledig gebleven en ook de bio- grafie van hun makers werd grotendeels achterwege gelaten. Er is dus nog voldoende „onuitgezocht materiaal" overgebleven voor de onderzoeker. Het belangrijkste werk blijft voorbehouden aan de historisch-geografenhet woord is nu aan hen bij de in- passing van deze topografische documenten in de studies van de oude gesteldheid van Nederland in die zeer interessante periode voör 1850. 428

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1961 | | pagina 18