C. KOEMAN EEN FUNDAMENTELE WIJZ1GING VAN DE OPVATT1NGEN OVER DE GESCHIEDENIS DER KARTOGRAFIE VAN NEDERLAND IN DE PERIODE 1780-1830 1 FUNDAMENTAL CHANGE IN THE CONCEPTIONS OF TOPOGRAPHIC MAPPING IN THE NETHERLANDS DÜRING THE YEARS 1780-1830 The author announces his discovery of a great number of large scale topographic manuscript maps, hidden in the Military Engineers Archives until now. These maps, covering the whole Northern, Eastern and Central parts of the Netherlands, as well as Limburg, fill a gap in the cartographical documentation of official mapping during the period c. 1780-1830. Owing to the separate activities of two mapping authorities, the Ordnance Survey and the Topographic Bureau the first of which continued by the Topographic Service of to-day, the old documents of the second have been forgotten for almost a Century. The newly found material of the period 1780-1830 is of a very high cartographic Standard, both as regards completeness and style. It shows the Nether lands as they were, about fifty years before the first printed topographic maps appeared. The complete collection from the Military Engineers is now kept in the General State Archives at The Hague, where inventarisation is still continuing. De huidige kennis Wanneer men wil aantonen, dat bestaande opvattingen ten gevolge van nieuwe ont- dekkingen veranderingen ondergaan, dienen eerst die heersende opvattingen in het kort samengevat te worden. 2 Van de officiele kartografie van Nederland uit de periode 1780-1830 weten we het volgende: Vöör de staatsomwenteling van 1795 kende men geen centrale instantie die met de topografische kaartering van de republiek der Zeven Verenigde Nederlanden belast was. De meest omvangrijke kaarteringen, die van de mi- litaire ingenieurs, werden gekenmerkt door incidentele initiatieven, waarin bijv. de Hattinga's in de jaren 1740-1790 betrokken waren. 3 Opdrachten tot zulke kaarte ringen gingen meestal uit van de Raad van State of van de Directeur Generaal der For- tificatien. Het mag als bekend verondersteld worden, dat wij aan het werk van de Hattinga's uitstekende gedetailleerde topografische manuscript-kaarten van grote ge- bieden in Nederland op de schalen 1 5 000 tot 1 30 000 te danken hebben. Men hoort vaak de mening verkondigen, dat het na de periode van de Hattinga's tot de jaren 1840 geduurd heeft voordat er weer over uitgestrekte gebieden topografische kaarten van Nederland op de schalen 1:25 000 of 1 50 000 gemaakt zijn. Men be- trekt daarbij (terecht) niet de kaart van Krayenhoff in zulke beschouwingen, omdat deze landelijke kaartering, uitgevoerd op de schaal 1 115 200 en gepubliceerd in de jaren 1810-1822, geen gedetailleerde topografie bevat. Voor hen die ten behoeve van historisch geografisch onderzoek prijs stellen op perceelsgewijze, of nagenoeg perceels- gewijze afbeelding van het land onder aanduiding van bodemgebruik, bewoning en vegetatie, is de eerste editie van de Militaire en topografische kaart van het Koninkrijk der Nederlanden, versehenen in de jaren 1850-1862, de eerste wäre topografische af beelding van het land sedert de minutieuze ms. kaarten van de Hattinga's. Voor en- kele gebieden in Brabant en Limburg valt de „moderne" kaartering wat vroeger dan 1850: een klein gedeelte van Noord-Brabant en Limburg komt zelfs al in 1777 voor op 1 Aan het begin van dit artikel betuig ik allereerst mijn grote dank aan de heer Algemeen Rijks- archivaris en aan de heer A. J. H. Rozemond voor de aan mij verleende medewerking bij het bestu- deren van de kaarten op het Algemeen Rijksarchief te Den Haag. 2 Zie S. J. Fockema Andreae en B. van 't Hoff, Geschiedenis der Kartografie van Neder landblz. 92, 99 e.v.. 3 J. Keuning, De Hattinga's (T.A.G. 1958, pp. 106-119).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1961 | | pagina 3