104
het meest belichte deel van het terrein moeten tonen. De grote Verdienste van deze
methode berust op de contrastwerking tussen het grijze groen-blauw van de laaggelegen
en het roodachtige geel van de hoge delen, zomede in de tegenstelling van de warme
liohtkleuren en koude schaduwkleuren.
Als men de blauwe kleur van de zee trapsgewijs wil veranderen om de diepte weer
te geven, dan geldt het principe „hoe dieper, hoe donkerder". Terwijl op de kaart
met de hoogtezones de hoogste punten in de meest verzadigde tint van de kleuren-
schaal der warme kleuren zijn gekleurd, bereikt hier de kleur blauw haar hoogste ver-
zadiging voor de grootste diepte.
Alle leven beweegt zieh in haar uitbeelding en in werkelijkheid tussen de
tegenhangers rood en blauw, tussen hoogte en diepte, tussen de door rood verzinne-
beelde zonnegloed en het blauw van het koude water, tussen de warme kleur van de
groei en het diepe blauw van de levenloosheid, tussen droogte en vochtigheid. Reeds
het kleuren-aanzien van een kaart laat ons haar aard raden. Bij klimaatkaarten hebben
we de legenda niet nodig om te weten welke de voorstelling van de januari-isotherm
en welke die van de j uni-isotherm is. Ook zonder kleurenschaal weten we bi) een goed
opgezette neerslagkaart hoe in de kleurenrangschikking het verloop is van de kleinste
naar de grootste neerslaghoeveelheid. De juiste toepassing van kleuren op een feno-
logische kaart 7 toont ons reeds op het eerste gezicht de meest begunstigde gebieden,
waar de lente zieh het eerst kenbaar maakt, en de gebieden met het kortste groei-
seizoen van de veldvruchten. Op bevolkingsdichtheidskaarten, waarvoor de toepassing
van de bruine kleuren het meest geschikt geacht kan worden, lezen we aan de toe-
nemende verzadiging van de kleur terstond de toeneming van de bevolkingsdichtheid at.
Wanneer het grondprineipe van de kleurenschaal met haar schakeringen van rood naar
blauw of van "blauw naar rood eenmaal volledig begrepen is, dan beschikken we over
de sleutel tot een juiste thematische kleurgeving. Bij de trapsgewijze gradatie van
rood moet echter aan het einde bijmenging van een blauwe tint vermeden worden en
evenzo bij een geleidelijke tintverandering van blauw een bijmenging van rood. Boven-
dien mag men in geen van beide gevallen violette tinten gebruiken orndat dan een
verzwakking van de beoogde suggestie optreedt. Het is bekend dat de kleurenschaal van
de koude kleuren aanzienlijk kleiner is dan die van de warme kleuren, maar de scala
van de koude tinten kan naar de donkere zijde verlengd worden door de laatste trappen
van blauw met zwartrasters donkerder te maken. Het weergeven van de waardever-
andering moet steeds geschieden met kleuren, die met het onderwerp in relatie staan.
Het is niet mogelijk in het kader van deze beschouwing de vele, praktische toepassingen
2elfs maar oppervlakkig aan te roeren. Wij kartografen moeten hier met in de geest
van allerlei schema's, maar volgens wetmatigheden te werk gaan. Wanneer wi) de
kleur in haar omgeving onderscheiden hebben, dan pas mögen we verwachten dat haar
toepassing met overleg en gevoel zal plaats vinden. Dan zullen we beseffen oe we
bijvoorbeeld bruin als hoofdkleur voor akkerland, geelgroen voor weigebied, groen
voor loofhout, geel voor cultuurland van de gematigde zone in tint moeten veranderen
als we dergelijke vegetatiegebieden in wärmere of koudere resp. drogere of voc tigere
klimaten willen uitbeelden. Op economische kaarten, kaarten die mijnbouw en bodem-
schatten weergeven, kaarten betreffende industrie etc. wordt de kleur niet alleen ge-
bruikt om de geografische verbreiding van het een of ander te geven (ertslagen, steen-
koollagen, gebieden met zware industrie, rangschikking van gebieden naar toenemende
produetie-waarden enz.) maar ook voor Signaturen en Symbolen. Men is met verplicht
een bepaalde kleur te gebruiken voor de uitbeelding van een zeker verschijnsel. n
7 Fenologie leer betreffende de samenhang van de tijdstippen van intreden van bepaalde
ontwikkelingsfasen bij planten en in het wild levende dieren met het weer Vert.