7
106
EEN KAARTENVERZAMELING „MOLL" IN DE UNIVERSITEITS-
BIBLIOTHEEK TE BRÜNN
De merkwaardige coüncidentie van de eigennaam Moll in Nederland en Tsjechoslo-
vakije met kaartenverzamelingen in de Utrechtse Universiteitsbibliotheek en in de Uni-
versiteitsbibliotheek te Brünn vormt een van de redenen waarom ik hier iets meedeel
over de Brünner collectie. De andere reden is het voorkomen van een groot aantal
kaarten van Nederland in de laatstgenoemde verzameling. Waarschijnlijk hebben vele
lezers wel eens van de „collectie Moll" uit de Universiteitsbibliotheek van Utrecht ge-
hoord. Ze bevat ruim 1300 kaarten uit de 17e, 18e en 19e eeuw, werd in 1838 door de
hoogleraar Gerardus Moll aan de bibliotheek nagelaten en is gespecialiseerd in water-
staatkundige en maritieme kartografie. Een verkorte catalogus van de Utrechtse collectie
Moll werd in 1850 door L. A. Reuvens in de Verhandelingen van het Koninklijk Insti-
tuut van Ingenieurs gepubliceerd.
In 1959 werd mijn aandacht gevestigd op een kaartenverzameling van dezelfde naam,
niet hier te lande bewaard, maar in de Universiteitsbibliotheek te Brünn. Dat deze col
lectie onder mijn aandacht kwam, is te danken aan de Tsjechische publicatie:
Mapovd shirka B.P. Molla v universitne knihovne v Brne. Statne pedagogicke naklada-
telstve, Praha, 1959. {De verzameling MOLL in de Brünner Universiteitsbibliotheek).
Dit is een boek, bestaande uit een catalogus, met een historisch-biografische inleiding
door docent Dr. Karel Kuchar. De inleiding is geheel in het Duits vertaald. Dit ge-
deelte omvat 153 blz. De catalogus en het register beslaan samen ruim 400 blz. Hoe
nuttig het is om dergelijke kaartenverzamelingen in de vorm van een gedrukte catalogus
openbaar te maken, blijkt wel uit het onderhavige voorbeeld, waarin we een groot aantal
kaarten aantreffen die voor de Studie van de oude topografie van Nederland van belang
zijn en die ten dele niet in Nederland te vinden zijn. De publicatie is geschied in een
vorm die de beheerders van Nederlandse verzamelingen ten voorbeeld kan strekken.
De collectie Moll uit Brünn bevat ongeveer 13 000 kaarten. Zij is geformeerd door de
Duitse diplomaat aan het Oostenrijkse Hof: Bernhard Paul Moll (geb. 1697, gest.
1780). Na B. P. Moll's dood kwam de collectie door Schenking van zijn schoonzoon in
een Streekmuseum. In het jaar 1900 werd het Streekmuseum staatsmuseum en in 1907
kwam de verzameling in de Universiteitsbibliotheek van Brünn.
B. P. Moll heeft, naar de mode van die tijd, in de 18e eeuw een zgn. Atlas factice
geformeerd, zieh daarbij specialiserend in kaarten, prenten en tekeningen van de Duitse
en Oostenrijkse topografie. Zijn bezit was in twee hoofdgroepen te verdelen: een Atlas
Austriacus, bestaande uit 44 delen en een Atlas Germanicus in 24 delen. Door zijn
relaties met officiele instanties en vorstelijke personen in Wenen heeft hij vele belang-
rijke stukken, waaronder manuscripten, in zijn atlas kunnen opnemen. Wanneer we in
de inleiding lezen van de grote sommen die hij betaalde voor het tekenen en kleuren van
zijn kaarten, voor het samenstellen van een uitvoerige catalogus, dan vergelijken we zijn
verzamelwerk onwillekeurig met dat van de Amsterdamse patricier Laurens van der
Hem, wiens unieke atlas, geformeerd in de 2e helft van de 17e eeuw thans in de Oos
tenrijkse Staatsbibliotheek berust.
De regionale onderverdeling van B. P. Moll's Atlas Austriacus omvatte uiteraard ook
de Oostenrijkse Nederlanden, waarvoor ik hier in 't bijzonder de aandacht vraag. De delen
XXIV t/m XXVII, met resp. 85, 129, 113 en 201 kaarten hebben betrekking op dit
gebied. De delen XXVIII t/m XXX bevatten resp. 165, 193 en 74 kaarten van de
Noord-Nederlandse gewesten. Ook in de Atlas Germanicus komen in de delen, die
betrekking hebben op Westfalen kaarten voor die voor het aanpalende gebied in Neder
land van betekenis zijn.