110 hier niet nader op ingaan, al zijn er uit kartografisch oogpunt wel enkele Verbeteringen mogelijk. Hun aantal zal in volgende drukken nog wel toenemen want bij verschillende bladen ontbreken ze nog. Samenvattend kunnen we zeggen dat de atlas kartografisch een grote stap vooruit heeft ge- maakt en, ondanks kleine onvolkomenheden, zeer veel moois te zien geeft. Uitgever, bewerker en alle gebruikers kunnen er mee gelukgewenst worden. A. J. Pannekoek Didaktische beschouwingen. Onze dank aan de Redaktie, dat ook wij naast Prof. Pannekoek de gelegenheid krijgen, onze mening over deze nieuwe druk te geven: is de schoolatlas eigenlijk niet steeds meer eeri didaktisch hulpmiddel geworden? Wat zou Prof. Kohnstamm genoten hebben van de laatste drukken! Hij toch was een der mensen die ons onderwijs en ook dat in aardrijkskunde in nieuwe banen heeft geleid. De Bos-atlas - het moet helaas gezegd worden heeft in dit opzicht altijd wat retrograd onze leerboeken gevolgd. Het is hier niet de plaats, op de oorzaken daarvan in te gaan. Maar alle hulde aan bewerker en de firma Wolters dat de achterstand zo snel en zo goed wordt ingehaald. De lezer niet-leraar zal vragen: wat is dan eigenlijk die grote voor- uitgang Wel, vroeger was een atlas eigenlijk alleen maar nodig terwille van de topografie. Vaak bleef de atlas thuis en op school behielp men zieh met wandkaarten. Dat is nu anders: de meeste Scholen beschikken over klasse-exemplaren van de atlas en er wordt nu met de atlas gewerkt. En het zijn vooral de bijkaarten, die pracht objecten vormen voor een moderne les. Men kan aan de hand daarvan een bepaald onderwerp doen bestuderen döör en met de leerlingen. De nieuwe druk bevat prachtkaarten voor een klassegesprek. Als voorbeeld noemen wij hier blad 50: kaarten van ZO-Drente in 1635, 1875 en i960! Maar er zijn er veel meer; bv. de bladen 10 en 11: kaartjes van kustvormen (reeds lang aanwezig, maar vernieuwd); 18: een mooie kaart van de klimaatgebieden op aarde met daaronder (19) een even grote kaart van de natuurlijke planten- groei op aarde; 22: rassen en volken, met daaronder (23) op dezelfde schaal een kaart van de internationale migratie. In nauw verband daarmede Staat ook blad 26A: verkeers- en handelstalen; 42a: Zd. Limburg, het kwartair weggedacht, naast de grondsoortenkaart van hetzelfde gebied (43a)! 44: Detailkaarten (top. bladen) van typische landschappen in ons land; wij noemen alleen die van het merkwaardige laagveengebied in de kop van Overijssel bij Kalenberg en de drinkwaterreser- voirs bij Meyendel. Maar er zijn er veel meer! Blad 54: nederzettingsvormen; 45: een stuk zee- kaart, een waterkaart (Sneekermeer) en een toeristenkaart van Z. Limburg (mooi aansluitend weer bij 42 en 43); 46: een prachtblad voor onze Amsterdamse Scholen: het IT en omgeving in 1575 1700 en na 1876. Hoeveel beter doen deze kaartjes het in een atlas dan in de leerboeken, waar ze kleiner zijn en niet gekleurd. Wij noemen in dit verband nog graag: 47d (landaanwinning in Nederland sedert 1200 in kleuren!), ook 49b (verzilting in ons land) en 51 E, F, waarop in kleuren de ruilverkaveling bij Exloo is aangegeven. De bewerker belooft vanaf de 4le druk „een betrekkelijke rust in het atlasbeleid". Als dit slaat op de nummering der bladen is er al veel bereikt. Want voor de schrijvers en gebruikers van leerboeken was de telkens wisselende nummering een grote narigheid. Natuurlijk zijn er nog wensen. Uitgever en bewerker zouden niet tevreden zijn, wanneer wij het alleen bij deze huldebetuiging lieten. Mögen wij hierin ook kort zijn? 1. In de „kunst van het weglaten" had de bewerker o.i. nog wel wat verder kunnen gaan: op school hebben wij graag iets anders dan de drie kaartjes van de godsdiensten in Indonesie (135) (bv. een dito kaart van het eigen land, of iets over zending en missie in M. Afrika). Niemand van ons zal de administratieve indeling der Skandinavische landen behandelen (98) wel hadden we graag een dialectenkaart van Nederland. Een collega mist node de volgende kaartjes uit de vorige drukken: Schokland 1300 en de Nederrijn bij Oosterbeek. 2. Een grote verbetering gezien het tegenwoordig onderwijs in de derde klas achten wij de 3 uitslaande kaarten van Nederland met vele mooie bijkaartjes (moeten de kinderen nu heus het woord forensisme bij Eindhoven leren En het on-nederlandse woord pendel, waarover zo af- keurend wordt gesproken in Koenen's woordenboek?) Maar waarom geen plattegrond van ons oude Den Haag, terwijl Moskou wel is opgenomen? Ook de kaartjes van Amsterdam en Rotterdam bevallen ons maar matig. Waarom niet de ge- hele stad genomen, met oude stad en nieuwe wijken? De bedoeling van de bewerker was blijkbaar het havengebied vooral te geven? O.i. kan dit best in aparte kaartjes (zie 67). 3. O.i. komt op de kaart van Europa en M. Europa de verdeling in D.B.R. en D.D.R. onvol- doende uit. En zo graag hadden wij i.p.v. de plattegrond van Moskou (dit is geen „politieke" op-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1962 | | pagina 20