99 beide andere basiskleuren. De complementaire kleuren hebben statische en dynamische eigenschappen. Zij worden niet voor niets gelijktijdig complementaire (aanvullings-) en tegengestelde kleuren genoemd. 4 Zij zijn de enige kleuren die naast elkaar kunnen staan zonder dat zij, wat de kleur betreff, invloed op elkaar uitoefenen. In andere gevallen neemt een kleur naast een andere altijd iets aan van de laatste, en wel des te meer, naarmate de kleur zelf onbepaalder en de buurkleur krachtiger is. Dit is echter te voorkomen, wanneer wij de afstand verkleinen en de beide kleuren dichter bij elkaar brengen, door dus bv. bij de stap van rood naar blauw de eerste kleur kouder en de tweede warmer te maken, door bij groen en blauw voor beide een 'koele' nuance te kiezen en bij groen en geel door de eerste kleur (d.w.z. groen) naar het geel toe te buigen. Wij wensen echter zeer vaak in de kartografie met opzet een doeltreffende polariteit van kleuren om een sterke tegenstelling te doen uitkomen en we plaatsen de kleuren van tegenover elkaar staande kleurrichting naast elkaar om het maximale kleureffect te bereiken. Het is immers niet alleen het effect dat we van de kleuren wen sen, maar ook de 'taal' die zij spreken. De cirkel in figuur 4 wijst de plaats van de tegengestelde kleuren aan en symboliseert tegelijkertijd deze tegengestelde kleuren en toont tevens de belangrijke aanknopingspunten voor de psychologische interpretatie van de kleuren aan. Het onderlinge be'invloeden van kleuren kan overigens verzwakt worden door tussen- sehakeling van wit, zwart en grijs. Bij in kleur uitgevoerde diagrammen, bv. meetkun- dige figuren, bleek een scheiding van afzonderlijke vlakken met een bepaalde kleur m.b.v. een grijze of witte scheidingslijn in de praktijk goed te voldoen. Zwart wordt bij voorkeur genomen om lichte en warme kleuren te scheiden, wit daarentegen voor blauwe en groene kleurgroeperingen. Naar karakter onderscheidt men warme en koude kleuren. 5 Deze beide begrippen worden symbolisch gebruikt voor de karakterisering van een zekere psychologische waarde die voor de kleuren kenmerkend is. Warme kleuren springen naar voren, ze werken op ons in. Ze hebben iets mannelijks, ze vormen het actieve gedeelte van de 4 Men spreekt in het Duits van Gegensätzliche of Ergänzungsfarbe, beide slaan op het begrip complementaire kleur. 5 We moeten dus niet verwisselen: de kleuren die in fysische zin tegenover elkaar staan d.w.z. de complementaire kleuren en hun bijzondere eigenschappen, met de kleuren die in hun symboliek en 'Stimmungswert' zieh tegengesteld gedragen (warme, koude kleur). Vert. licht bescheiden warm Geel groen Lichte kleuren passiel Groen ftood 1 actief Donkere kleuren 'Purper] Blauw koud zwaar Fig. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1962 | | pagina 9