World Cartography, Volume VI, 1958.
211
United Nations, Department of Economic and Social Affairs. New York i960. Gedrukt in Frank-
rijk januari 1961. 21,5 x 28 cm, 69 blz.. f 2,85.
Dit nummer begint met een opsomming van bureau's, diensten, instituten en commissies, welke
zieh met de kaartering of het samenstellen van kaarten in verschillende landen bezighouden. De lijst
is niet volledig, bij Duitsland b.v. ontbreken de 7 'Landesvermessungsämter' en het 'Vermessungs
amt der freien und Hansestadt Hamburg' en de overeenkomstige diensten van Berlijn en Bremen;
dit zullen wel niet de enige omissies zijn. Wat Nederland betreft zijn in deze volgorde genoemd:
Afdeling Hydrografie van het Ministerie van Marine, Topografische Dienst, Geodetische( Dienst
van de Rijkswaterstaat, Rijksdienst voor het Nationale Plan, Dienst van het Kadaster, Rijkscom-
missie voor Geodesie; alle met volledig adres. K.L.M. Aerocarto ontbreekt. Bij de Nederlandse
Antillen wordt genoemd „Service of the 'Kadaster' bij Suriname „Central Bureau for Air Map-
ping". Wat de adressen in het algemeen aangaat ontbreekt dikwijls de naam van de straat en het
huisnummer.
De lijst wordt gevolgd door enige algemeenheden betreffende de techniek van het meten bij een
topografische, hydrografische opneming en bij de fotogrammetrie; verder een opgave van de inter
nationale verenigingen, welke zieh op het gebied van de kaartering in de ruimste zin bezig houden
en een bibliografie (keuze). Van de Nederlandse werken worden slechts genoemd: Hydrograftsch
Opnemen, een uitgave van het Ministerie van Marine 's-Gravenhage, 1952 en A. Meertens, Land-
meetkundeDen Haag, 1949.
Het tweede artikel geeft een afdruk van een bijdrage door Frankrijk op de Set-ond United
Nations Regional Cartographic Conference for Asia and the Far East gehouden in Tokio, in 1958,
ingediend- Standard Cartographic Practices recommended for International Use for Land Maps,
blz. 19-46, onder meer met 2 figuren (UTM-grid) een Over de schrijfwijze van geografische
namen en bovendien in kleuren de conventionele teke.ns, aanbevolen voor kaarten op de schalen
1 100 000, 1 200 000, 1 250 000 en 1 500 000, 8 pp..
Onder B. Report on Activities volgen enige körte mededelingen van bijeenkomsten, gehouden
in de jaren 1957-1958: Central American Cartographic Weeks, gehouden in de stad Guatemala in
1956 en een in San Salvador in 1957; United Nations Seminar on Topographical Mapping as a
Means of Economic Development in Teheran in 1957; Eighth Pan American Consultation on Carto
graphic Conference for Asia and the Far East, Tokio 1958. AI deze mededelingen geven niet veel
meer dan de plaats waar de bijeenkomst heeft plaats gehad, met de namen van de deelnemers,
door de verschillende landen aangewezen, benevens een paar woorden omtrent het doel eiwan- Dan
volgt nog een „Index map showing Status of publication of the international one-millionth Map ot
the World," stand eind 1958. De kaart geeft echter niet het verschijningsjaar van de laatste uit
gave van elk blad afzonderlijk.
Het derde en laatste hoofdstuk geeft onder de titel Bibliography na een körte mleiding een pre-
liminary list of reference material dealing with geographical names", in 1959 samengesteld door
de United Nations Library. Bij Nederland vinden we 5 titels, bij Suriname 1. Van andere, vroeger
Nederlandse gebieden vinden we genoemd de lijsten versehenen bij de tijdens de laatste wereld-
oorlog door de U.S. Army Map Service, Washington vervaardigde kaarten. Bi;I de registers van at
lassen ontbreekt het Naamregister behoorende bij den Atlas van Tropisch Nederland met bi]na
15 000 namen.
J. SCHOKKENKAMP
BERICHTEN UIT DE KARTOGRAFIE
Kortgeleden is de voorlopige uitgave van blad 1 van de Army Map Service Topographie Lunar
Map op de schaal 1 5 000 000 gereed gekomen. Deze kaart beslaat de helft van het zichtbare deel
van de maan. Blad 2 van de andere helft is momenteel in produetie. De telescopisch opgenomen
foto's zijn gemaakt vanaf 64 000 mijl van elkaar verwijderde stations.
In 1954 werd in de V.S. een commissie voor de totstandkoming van een nationale atlas van de
Verenigde Staten van Amerika benoemd door de Nationale Academie voor Wetenschappen, om de
mogelijkheid te onderzoeken voor de vervaardiging van deze atlas door samenwerking van de
Federale afdelingen. Het plan is een losbladige atlas samen te stellen, waarvoor de diverse samen
werkende afdelingen de bladen zouden leveren volgens de door de Commissie verstrekte richtlijnen.
De Academie zou de atlas uitgeven. In Maart 1961 werd echter besloten dat de atlas zal worden
uitgegeven door de Geological Survey.