306
Skolski Atlas
Urednik: Z. Dugacki, Tehnicki Urednik: J. Zoricic. IX izdanje. 24,3 x 33 cm. Kartografija-
Ucila-Zagreb 1960.
Deze schoolatlas is, niettegenstaande zijn modern uiterlijk: met blauwe kustlijnen en rivieren,
'berg'tekening door middel van schaduwdoezeling, niet met zijn tijd meegegaan, tenzij het vak
aardrijkskunde in Joegoslavie, wat de inhoud betreft, anders gegeven wordt dan in de westeuropese
landen. De regionale aardrijkskunde is door de kaarten van de landen en werelddelen, goed be-
handeld. Op het gebied van de sociale en economische aardrijkskunde geeft de atlas echter zo goed
als niets. Alleen de kaart van Joegoslavie, 1 2 500 000, is vergezeld van twee kaartjes, 1 5 000 000,
het ene betreffende de verbreiding van delfstoffen, het andere geeft de electriciteitsvoorziening;
naast de hoofdkaart Europa, 1 20 000 000 vindt men er een met de jaarlijkse neerslag en een met
de plantengroei, beide 1 30 000 000.
Ook de algemene aardrijkskunde komt er zeer siecht af. Deze beperkt zieh tot 6 klimaatkaartjes
van de gehele aarde in Mercatorprojectie, 1 250 000 000 en een kaart van de natuurlijke planten
groei met de zeestromingen, 1 150 000 000. Andere onderwerpen uit de algemene aardrijkskunde,
zoals de verbreiding van de volken, godsdiensten, talen, migratie, bouw van de aarde, klimaatge-
bfeden, landbouwgebieden, economie enz. zoekt men er tevergeefs. Wel vindt men bij elk land de
plattegrond van de hoofdstad, soms ook van een andere, belangrijke, plaats.
Van de zee is vrij veel werk gemaakt, 6 tinten blauw, hoe dieper des te donkerder. Ik kan
niet beoordelen of bij het afdrukken niet reeds recentere dieptecijfers voor de troggen bekend
waren. Voor de hoogtezönes te land zijn maximaal 10 kleuren en tinten gebruikt van donkergroen
via geel, lichtbruin, rood, blauw en wit. Het gehele orografische beeld zweemt, voor de hoge ge-
deelten, naar rose; van een toenemende intensiteit kan men niet spreken, daar de midden-kleuren
vaak donkerder zijn dan de begin- en eindkleuren, als men het donkergroen voor de gebieden be-
neden de zeespiegel buiten beschouwing laat. De 'berg'tekening is uitgevoerd door middel varr
schaduwdoezeling, zonder dat echter ook de ongeveer horizontaal gelegen gebieden een lichte
schaduwtint hebben gekregen. Dat was en is ook thans nog de fout in vele atlassen en op kaarten
met een 'berg'tekening met behulp van schrapjes of doezeling; in dit laatste geval kan men alleen
aan die fout ontkomen door de belichting niet onder een hoek van 45° uit het 'noordwesten maar
van boven loodrecht naar beneden te laten komen.
Over het algemeen zijn de kaarten 'bij'. Nederland, dat we het beste kunnen beoordelen komt er
als gewoonlijk in buitenlandse atlassen siecht af: moerassen in het oosten van ons land, de keuze
van de kanalen in Friesland; wel de Noordoostpolder en de andere in ontwerp, maar de Braakman
bestaat nog, om een paar voorbeelden te noemen.
Niettegenstaande het betrekkelijk kleine formaat van de atlas zijn toch de meeste landen op vrij
grote Schaal getekend, India 1 12 500 000 b.v.. Dit is mogelijk doordat alle bladen uitgeslagen
kunnen worden. Hierdoor krijgt de kaartspiegel een formaat van 41,3x27,5 cm. Het nadeel is, dat
de atlas bij gebruik een zeer groot deel van het tafelblad beslaat en, wanneer de atlas ook nog
gedraaid moet worden, het bovenste deel van het kaartblad moeilijk te bestuderen is.
De kaarten zijn goed getekend (gegraveerd?); druktechnisch is er weinig op aan te merken. Bij
gebruik van beter papier zou het uiterlijk van de kaarten er bij winnen. J. Schokkenkamp
Nachrichten aus dem Karten- und Vermessungswesen.
Reihe I. Deutsche Beiträge. Frankfurt am Main. 1961.
No. 19 is bijna geheel gewijd aan de internationale luchtvaartkaart 1 1 000 000. Een opsomming
van de titels van de verschillende opstellen toont zonder meer de belangrijkheid van deze afleve-
ring: S. Felgentreu, Zusammenarbeit auf dem Gebiet der Luftfahrtkarten pp. 5-6; K.-H. Meine,
Gegenwartsaufgaben der amtlichen Luftfahrt-Kartographie in Deutschland, met literatuurlijst van
17 nummers, 2 'Beilagen' en 1 aanhangsel pp. 7-19. De twee 'Beilagen' bevatten in zwart de kon-
ventionele tekens met verklaring in het Duits, Engels, Frans en Spaans voor de nog in Studie zijnde
1 2 000 000 luchtvaartkaart; K. E. Karwath, Die kartographischen Aufgaben der Deutschen Luft
hansa met 3 'Beilagen'. Dan volgen twee opstellen van H. Knorr, Die topographischen Grund
lagen für die in Deutschland hergestellten Luftfahrt karten, en Probleme der topographischen Lauj-
endhaltung der Luftfahrtkarten, pp. 25-30; F. Kranz, Geländedarstellung in Luftfahrtkarten pp.
31-36; F. Hoffmann, Probleme der Namenschreibung in internationalen Kartenwerken (insbeson
dere in der Internationalen Weltkarte 1 1 000 000 und in der World Aeronautical Chart ICAO
1 1 000 000), pp. 37-45, met o.a. 'Die Regeln der internationalen Kartenwerke für die Schrei
bung der geographischen Namen'; aan het slot: H. Schamp, Luftverkehrsgeographische Probleme