42 4 2. De kaarten Semmering (13), Linz/Graz (14), (deze twee vergezeld van luchtfoto's), Wachau (18), Kärntner Seen (19), Bregenz/Rheintal (24), alle op schaal 1:200 000 geven de bodembe- dekking: 'Fels, Schotter, Alp/Alm, Nadelwälder, Auwälder, Garten, Parks, Obstgarten, Weingarten, Ackerland, Wiesen, Heuweiden, Streuwiesen, Sümpfe/Moore, feuchte Wiesen und Schilf! Boven- dien zijn de industriegebieden, de spoorwegen, de autosnelwegen, de hoogspanningsleidingen en toeristische bezienswaardigheden ingetekend; niet te vergeten de 'Seilbahnen, Sessellifte und Druck stollen'. Het Instituut heeft getracht de orografie op deze kaarten door een bruine doezeling aan te geven. In het ruwe hooggebergte is dat gelukt, maar in de lagere delen blijft het de vraag of het mogehjk is dergelijke thematische kaarten op deze wijze van een terreintekening te voorzicn; wenselijk is het in elk geval. 3. Toeristische kaarten zijn die van de Glockner-groep (22) en de Rax (12), beide op de schaal 1 50 000 en het bestuderen waard, niet in het minst om de fraaie 'Geländedarstellung' van A. Eckhard. 4. Een Vierde groep zijn de 'gewone' oro-hydrografische kaarten met de nederzettingen, ver- keerswegen op de bekende manier door het Instituut Holzel uitgevoerd, hoogtelijnen met hoogtc- kleuren van groen over geel naar bruin met een bruin-grijze schaduwdoezeling: Salzburg (met luchtfoto), Innsbruck (idem) (17); Salzkammergut (20); Steirisches Oberland (21)- Glockner gruppe met ernaast een tekening van het grote Tauernkraftwerk Glockner-Kaprun en va'n de Groß- glockner Alpenstraße uit de lucht gezien (23); Arlberg-Silvretta (25) alle op de schaal van 1:200 000. Daarop volgen Niederösterreich-Burgenland (26/27); Oberösterreich-Salzburg (28/29)- Stetermark-Kärnten (30/31) en Tirol-Vorarlberg (32/33). alle op de schaal 1:750 000 en aan het slot van deze serie de kaart van geheel Oostenrijk (34/35) op 1 1 500 000. 5. Wij zijn nog niet aan het einde van de kaarten over Oostenrijk: de blz. (36/37) geven op 4 kaarten 1 3 000 000 de Politische Einteilung; Städte und Märkte; Klöster, Wallfahrtsorte und be deutende Kirchen; Schlösser, Burgen, Ruinen und Ausgrabungen. Verder op blz. 36 nog een kaartje van Solbad Hall in Tirol (gewordene Stadt) en van Kremsmünster (Klostersiedlung), beide op 1 12 500. Op blz. 37 vindt men de plattegrond, eveneens op 1:12 500, van Retz als' voorbeeld van een gegründete Stadt en een kaartje van Oostenrijk: Provinzen und Diözesen der Katholischen Kirche, 1 6 000 000. 6. De blz. 38/39 geven op de schaal 1 1 500 000 Geologie und Bergbau van Oostenrijk en om- geving binnen de kaartlijst, benevens een gekleurd blokdiagram van de Deckenbau der Ostalpen volgens L. Kober en ontworpen door de bewerker van de atlas. Op de geologische kaart is het relief als ondergrond afgedrukt. Het klimaat, temperatuur, neerslag, begin van de lente; 4 kaartjes op 1 3 000 000 en daaronder duur van de zonneschijn in de zomer, idem in de winter; het ge- middelde aantal onweersdagen in het tijdvak 1901-1950 en tenslotte de gemiddelde duur van het sneeuwdek in hetzelfde tijdvak vullen de blz. 40/41. 7. Nog zijn wij niet aan het einde: blz. 42/43 tonen ons de landsvormen, naar een ontwerp van H. Slanar 1960, de Bodentypen naar een ontwerp van J. Fink 1960, het Pflanzenkleid en de Kraftversorgung, alle kaarten op de schaal 1 3 00 000. Op de kaarten strekken zieh de gegevens tot in de buurlanden uit. 8. Aan de demografie zijn gewijd de blz. 44/45 met 6 kaartjes 1:13 000 000, 2 kaartjes 1 6 000 000 en 3 zeer belangrijke diagrammen: Altersaufbau nach Alter und Familienstand. De twee kaartjes over de bevolkingsdichtheid geven het grote verschil bij zulke kaarten te zien, al naar men ze geografisch of statistisch behandelt, waarbij de eerste manier de beste blijkt. 9. De serie kaarten sluit met een reeks kaarten van geheel Oostenrijk. Land- und Forst wirtschaft 1 1 500 000 en Betriebsformen der Viehwirtschaft 1 3 000 000 op blz. 46/47, benevens nog een klein kaartje 1 6 000 000 over de Verteilung der Rinderrassen. Blz. 48/49 geeft op 1 1 500 000 de industrie, zowel de verbreiding als de intensiteit; een kaartje op 1 6 000 000 over de Wichtige Industriegebiete en een bijkaart van de gemeente Wenen 1 200 000 met de indus- trieen per wijk. Onderaan het kaartblad een diagram over de invoer uit en over de uitvoer naar de verschillende landen. Wij gaan verder: blz. 50/51 een kaartje van Midden-Europa en van een deel van West-Europa met de wegen en de spoorwegen 1 20 000 000, Flugplätze 1 6 000 000 Frem denverkehr im Sommer (1959), evenals Straßen und Schiffsverkehr 1 3 000 000 op blz. 50; blz. 51 geeft de voornaamste spoorwegen in Midden- en een deel van West-Europa 1:20 000 000, Messen, Festspiele und Volksspiele in Oostenrijk benevens twee kaartjes 1 3 000 000 met Frem denverkehr im Winter (1958/1959) en Eisenbahnen und Seilbahnen. De beide laatste bladzijden zijn gewijd aan de ländliche Siedlungs- und Flurformen en aan de Bauernhofformen, de verbreiding 1 3 000 000, blz. 52 aangevuld met kaartjes van enige dorpstypen, blz. 53 met afbeeldingen van boerderijen in plattegrond en in opstand. In totaal dus een enorme hoeveelheid materiaal, waaraan zowel leerling als leraar genoegen zullen beleven. De overige kaarten zijn de kenners van de Nederlandse licentie-uitgave bekend; zij hebben de nodige correcties en aanvullingen ondergaan. Alleen heeft de bewerker aan de fysische kaart van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1962 | | pagina 16