226 Wanneer wij nu de bovenste component, in dit geval dus Duinkerke, verder gaan detailleren zo- danig dat ook deze ondiepe geulen tot uiting komen in de kaart, door b.v. een 1 ithogenetische onder- verdeling in kreekafzettingen en poelafzettingen in te voeren, dan ontstaat hierdoor een patroon dat geheel aansluit 'bij bet patroon van de hoofdprofieltypen. Uit dit voorbeeld blijkt dat, om het ideaal van een patroonverwantschap te bereiken, er gezocht moet worden naar een onderverdeling, waarvan de eenheden onder invloed van dat agens gevormd werden dat ook tot de ontwikkeling van de grote patronen hier dus uitgedrukt in de hoofd profieltypen heeft bijgedragen. Nu de vraag, waarom deze detaillering van de bovenste component in tintverschillen van hoofd- profieltype-kleur en niet in Signaturen wordt weergegeven. Dit vindt zijn oorzluTk in het feit, dat deze patronen, veelal sterk dendrietische kreekpatronen, zo grillig zijn, dat een weergave in Signa turen door het geringe scheidend vermögen van het grove signaturenraster, tot een zeer onover- zichtelijk beeld leidt. Bij een weergave in tinten echter wordt dit beeld duidelijk en valt de con- vergentie met het hoofd-profieltypen-oatroon zeer goed op. De toegepaste lithogenetische indelingen voor de componenten Duinkerke, Calais, Tiel en Gor- cum treft men aan in Schema 1, onder niveau IV. Op niveau V worden van Duinkerke en Calais alleen de plaat-, schild- en komafzet- tingen zoals deze voorkomen op het vorige niveau nog weer onderverdeeld naar trans- gressiefasen. Deze onderverdeling wordt weer uitsluitend toegepast op de laag aan het maaiveld; verder wordt daarbij nog aangegeven of deze laag nog op oudere fasen van datzelfde laagpakket, dus b.v. Duinkerke, voorkomt. De onderverdeling van de plaat-, schild- en komafzettingen van de Afzettingen van Duinkerke is weergegeven in schema 1 onder niveau V. Hierbij dient nog opgemerkt dat in de legenda Duinkerke lila bij Duinkerke II werd ingedeeld, zodat Duinkerke III in de legenda vrijwel uitsluitend betrekking heeft op afzettingen welke na het begin van de bedijking werden gevormd. Voor de detaillering van de plaat-, schild- en komaf zettingen van de Afzettingen van Calais wordt eveneens de indeling in lagen van schema 1, derde kolom gebruikt. Deze indeling geldt echter uitsluitend voor de laag aan de top van de Afzettingen van Calais. Onderliggende, oudere lagen van hetzelfde laagpakket worden niet aangegeven. De indeling van de Afzettingen van Calais vindt men eveneens in schema 1 onder niveau V. De betekenis van de eenheden werd reeds in de samenvattende inleiding gegeven. Op niveau VI wordt de component Calais lithologisch onderverdeeld. Hierbij wordt tegelijkertijd, voor zover de Afzettingen van Calais te doorboren zijn, de aan- of af- wezigheid van het basisveen weergegeven. Dit basisveen wordt binnen de component Calais als een lithologische eenheid onderscheiden. De lithologische indeling van Calais op niveau VI blijkt verder uit Schema 1. Op niveau VII worden afzettingen behorende tot bepaalde transgressiefasen welke niet aan de oppervlakte voorkomen weergegeven. Het betreft hier uitsluitend afzet tingen, waarvan de aanwezigheid als een transgressiefase reeds in de vertanding tot uit- drukking komt. Op dit niveau worden de grenzen van deze eenheden door een gekleur- de, smalle band weergegeven, waarbij de kleur van band aangeeft van welke trans gressiefase hier sprake is. Deze band behoeft niet de gehele transgressie te omgrenzen, doch is alleen daar te vinden waar de uitwigging van de bedoelde transgressie in het veen plaatsvindt. De transgressiefasen, welke hierdoor kunnen worden aangeduid zijn de fasen in Duinkerke, Tiel, Calais en Gorcum zoals beschreven op niveau V. Niveau VIII is geen duidelijk niveau; tot dit niveau worden alle onderscheidingen gerekend, welke niet landelijk zijn vastgesteld, maar die in een bepaald gebied toch een zo grote rol kunnen speien, dat weergave op de kaart gewenst is. Dergelijke verschijn- selen kunnen dus van zeer uiteenlopende aard zijn, van chronostratigrafisch, lithogene- Figuur 3. Kaartfragment van Voorne-Putten.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1963 | | pagina 12