Robinson, A. H. W., Marine Cartography in Britain, a history of the sea chart to 1855. Magyarorszäg Autoatlasza, Kartogräfiai Vällalat. 233 plegen om de navolgingen te kunnen signaleren. Zo blijkt het bijv. dat Abraham Ortelius veel aan de Wereldkaart van 1569 ontleend heeft. Maar ook bij andere 16e eeuwse kartografen is de invloed van Mercators werk duidelijk aan te wijzen, wanneer we het met de reproductie op wäre grootte van de wereldkaart vergelijken. Deze nieuwe uitgave is echter in meer dan een opzicht beter dan de vroegere, omdat er een verklaring aan is toegevoegd, waarin de tekst van de vele opschriften die op Mercator's wereldkaart voorkomen geciteerd en vertaald is. Mr. van 't Hoff heeft zijn beschrijving van de Mercator Wereldkaart vervat binnen het kader van de 16e eeuwse kartografie. Hij behandelt Mercator's leven en werk, noemt een aantal wereld- kaarten van andere kartografen vöor en na 1569 en vergelijkt Mercator's werk met fundamentele kaarten van werelddelen en landen die vöor 1569 uitgegeven zijn. Een schema dat aangeeft hoe de Rotterdamse atlas is samengesteld uit drie originele exemplaren van de Wereldkaart uit 1569 besluit van 't Hoff's Studie. Er is in het verleden veel geschreven over de Mercator Wereldkaart van 1569 vooral wat betreff de projectie van 'wassende breedte', maar geen enkele auteur is ooit zo dicht gekomen bij het ant- woord op de vraag waarom Mercator zijn kaart voorzag van het opschrift „ad usum navi- gantium". In vroegere geschriften is slechts aandacht besteed aan de eigenschap van conformiteit, die voor de navigatie ter zee zo gemakkelijk was. Er wordt nu een tweede verklaring van Mercator's be- doeling gegeven: zijn kaart was bestemd om als zee-atlas te dienen naar het voorbeeld van de porto- laan atlassen, die in Mercator's tijd in omloop waren. Het is een van de grote Verdiensten van van 't Hoff's werk, dat het dit feit, dat zo belangrijk is voor onze algemene kennis van de ge- schiedenis der kartografie, bewezen heeft. Wanneer wij eenmaal Mercator's bedoelingen hebben geaccepteerd zal een punt nog ondui- delijk blijven: als Mercator de bedoeling had een zee-atlas samen te stellen, waarom heeft hij dan de secties waarin zijn wereldkaart verdeeld was door de afzonderlijke koperplaten niet doel- matiger ingedeeld? Wanneer deze indeling op zodanige wijze was uitgevoerd dat de oceanen en zeeen op hele platen waren uitgebeeld zou de gehele gecombineerde onderneming van muurkaarten en zee-atlas veel economischer zijn geweest. In dat geval zouden niet twee volledige muurkaarten verspild zijn teneinde een atlas samen te stellen! Nu verklaart het omgekeerde proces waarschijnlijk waarom de uitgave van de zee-atlas geen succes is geweest, zoals afgeleid kan worden uit het feit dat er voor zover bekend geen andere copieen en geen derivaten bestaan. Hoe dit ook zij, deze schitterende uitgave van het Rotterdamse Maritiem Museum heeft ons meer begrip bijgebracht voor deze zeer belangrijke periode uit de löe eeuwse kartografie en wij zijn Mr. van 't Hoff en het Maritiem Museum zeer verplicht voor de wijze waarop zij de Lage Landen hebben vertegenwoordigd ter gelegenheid van de Mercator-herdenking. C. K. Leicester University Press 1962. 212 blz., 30 fig. in tekst, 42 platen, 1 gekl. kaart. 5. 5 sh. In dit boek behandelt Robinson, Lecturer in Geography in the University of Leicester, de ont- wikkeling van de zeekaart der Engelse kust. Het vangt aan bij de kaarten in handschrift der l6de eeuw, waarop de zeeatlassen worden besproken. De ontwikkeling van het opnemen is verdeeld over zes hoofdstukken. Eerst het aandeel van de zeeman in het verkennen en schetsen van de kust, voorts het opkomen van de wetenschappelijke opname in de 2de helft van de 17de eeuw, tenslotte het oprichten van de Hydrographie Office in 1795. Het sluit af met het werk van Admira) Sir Francis Beaufort, die op grond van zijn verdienstelijk werk de Father of British Hydro- graphy wordt genoemd. Het boek bevat 30 figuren in de tekst, waarvan vele een gehele bladzijde beslaan en 42 platen, reprodueties van kaarten of gedeelten van zeekaarten. Bij ieder dezer platen is een behoorlijke toelichting. In Appendix A worden biografische bijzonderheden vermeld van een twintigtal zes- tiende eeuwse kaartenmakers. B is een lijst van handschriftkaarten van Tudor kartografen. In C tot L vindt men opgaven van kaarten van de 'Great Britain s Coasting Pilot 1693, tot de opname gedaan in de jaren 1800 tot 1850. Bij ieder van de kaarten wordt het jaar van publicatie vermeld, met opgave waar zij te vinden is. Deze aanhangsels beslaan tezamen al 50 bladzijden. Het verdienstelijke boek vormt een even rijke als fraaie bron van Studie. Ernst Crone Budapest, i960. 15 x 20,9 cm. Een autokaart van Hongarije in boekformaat tekens' in het Hongaars, Duits, Engels, Frans voorin en aan het slot internationale autotekens in 23 bladen, met een uitvoerige 'Verklaring der en Russisch, 2 bladzijden met de verkeerstekens en een 37 blz. teilend register. Het voorste schut-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1963 | | pagina 23