221 De hoofdprofieltypen, opgebouwd met behulp van deze componenten worden voor de verschillende landschappen in de schema's 2, 3 en 4 weergegeven. Duinkerfte Calais Op niveau III treedt een onderverdeling van de hoofdprofieltypen op naar de aard van de z.g. vertandingen der componenten. De noodzaak om tot deze onderscheiding te komen laat zieh het best demonstreren aan de hand van figuur 1 die het stratigrafisch ■verband tussen het Hollandveen en de beide mariene componenten Duinkerke en Calais weergeeft. Holland V V t 1900 V. Chr. Figuur 1. Uit de bovenstaande figuur leiden wij twee dingen af: a. Er komen vertandingen voor tussen het Hollandveen enerzijds en de beide mariene componenten anderzijds. b. Daar tussen Calais en Duinkerke, afgezien van de lithogenetische verschillen ook nog een tijdsgrens werd gelegd, zijn vertandingen tussen deze beide componenten per definitie buitengesloten. Dit laatste möge, gezien de lithostratigrafische opzet niet con- sequent lijken, de scheiding tussen stratigrafische classificatie en legenda maakt het mogelijk deze noodzakelijke scheiding in te voeren. Het onderkennen van de vertandingen tussen het Hollandveen enerzijds en de beide andere componenten anderzijds maakt het noodzakelijk om de profieltypen in deze zin aan te passen door het invoeren van de zgn. vertande profielen. Zonder deze vertande profielen zou uitsluitend de aanwezigheid van bepaalde com ponenten een profieltype bepalen, nu is daar nog een criterium aan toegevoegd en wel bepaalde aspecten van de opeenvolging van de componenten onderling. Dit extra cri terium van de vertanding geeft zowel veranderingen in de grenzen, uitsluitend volgens niveau II opgesteld, alsook een verdere onderverdeling binnen het gebied van b.v. het A-type of B-type. Beide factoren, de op twee criteria i.p.v. op een criterium berustende hoofdbegrenzing en de verdere detaillering daarbinnen, verhogen de eenduidigheid van de kaart. Schema 5 geeft b.v. voor het L.E.W, landschap de onderverdeling op niveau III te zien volgens de vertandingen. Voor het D en S landschap wordt deze vertanding niet toegepast. De verhoogde eenduidigheid blijkt tenslotte het duidelijkst uit bestude- ring van de 3 profielen in figuur 2 -tezamen met Schema 5 waarin längs de on- derkant een indeling uitsluitend volgens niveau II werd weergegeven en längs de boven- kant van elk profiel de indeling volgens niveau III.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1963 | | pagina 7