551
indeling in menselijke taal, een typering, al is deze geografisch gebrekkig (bewoond
oord, buurtschap met verspreide huizen, verspreide huizengroep, huizengroep, streek-
dorp)
In 1928 maakte de regering een einde aan de Interdepartementale Commissie ter vast-
stelling, op wetenschappelijken grondslag, van de schrijfwijze van Nederlandsche aard
rijkskundige namen (die de lijst Rapp had voorbereid). Het Kon. Ned. Aardrijkskundig
Genootschap heeft toen zelf een kommissie ingesteld bestaande uit de heren Dr. A. A.
Beekman, Ph. G. Rapp en Prof. dr. J. W. Muller. Als rijpe vrucht van hun arbeid
verscheen in 1936 de inderdaad monumentale Lijst der aardrijkskundige namen van
Nederland, uitgegeven door het KNAG met steun van het ministerie van Onderwijs,
Künsten en Wetenschappen. Hij bevat een veertigduizend namen, d.w.z. vrijwel alle
namen van de kaart 1 50 000, behalve huizen, wegen, het merendeel der binnendijken,
en de waterschappen (die immers minder een geografisch objekt zijn dan wel een pu-
bliekrechtelijke instelling). Basis voor de spelling was weer, evenals in de genoemde
uitgaven van 1884 en 1927, de Woordenlijst der Nederlandsche taal van de Vries en
te Winkel (die zoals bekend ee, oo en sch schreven op plaatsen waar wij nu e, o en s
kennen). Het beginsel van de modernisering der 'gekke' en 'romantische' spellingen,
in 1864 al door de Akademie gevolgd, werd ook door Beekman en de zijnen niet
verlaten.
„Hieruit volgt dat vele oude spellingen in verlatiniseerde vormen, stammend uit de
middeleeuwen en later tot en met de achttiende eeuw en helaas in aardrijkskundige
namen gehandhaafd tot op onzen tijd, moeten vervallen. Hiertoe behoren die met de
letterteekens c, q en x en ook die met ph en th. Dus niet meer Acquoy, Arcen, Axel,
Baexem, Zutphen, Alphen, Tholen, Drenthe, Twenthe en dergelijke, waarvan vele
bovendien met afleiding en beteekenis dier namen in strijd zijn. En zo ook niet meer
de vele overtollige h's als in Rhijn, Rhenen, Rhenooi, Rhoon, Bergh, Terborgh, Lith,
Wijhe, enz.". Vanuit deze redenering werd een spelling als IJssel veranderd in IJsel,
Varsseveld in Varseveld, Oisterwijk in Oosterwijk, Wadenoyen in Wadenooien, enzo-
voort.
Maar Beekman ging verder. „De schrijfwijze van aardrijkskundige namen behoort
echter niet alleen af te hangen van een redelijke spelling, maar ook van afleiding en
beteekenis". Aldus werd Callandsoog verbeterd in Kallensoog, Zierikzee in Zieriksee,
Hemelumer Oldephaert in Hemelumer Oldeferd, enzovoort, terwijl anderzijds namen
als Gorinchem, Beuzichem of Doetinchem gemoderniseerd werden tot Gorkum, Beuze-
kom, Deutekom. Het zijn, als ik het wel heb, vooral dergelijke 'zeer revolutionaire' ver-
anderingen geweest, die de aanvaarding van Beekman door het parlement verhinderd
hebben. De man had bovendien alle dubbele gemeentenamen verdonkeremaand: Rilland-
Bath raakte bij hem niet alleen zijn blauwbloedige th kwijt, maar werd eenvoudig Ril-
land\ van Arcen en Velden bleef alleen Arsen over, enz.. Velen, toch al geprikkeld door
de wijzigingen die minister Marchant in 1934 in de Vries en te Winkel aanbracht,
weigerden hun medewerking aan deze verdere verkrachting. Een tragisch einde van de
lijst Beekman, enigszins verzoet evenwel door het feit dat bij voorbeeld de ANWB-
kaarten en de Bos-atlas wel gretig de nieuwe schrijfwijzen bleven gebruiken. (Bieren,
want de beide dierbare kaartwerken hadden naar aanleiding van de lijst Rapp hun spel
ling al op de hoogte van de tijd gebracht; pas na de oorlog, meen ik, zijn ze nood-
gedwongen gedeeltelijk in de historische schrijfwijzen teruggevallen)
Merkwaardig is het dat het voorbericht bij Beekman de spelling Marchant van 1934
zelfs niet noemt. Weliswaar had deze de aardrijkskundige namen binnen de grenzen
van het rijk uitdrukkelijk niet aangeraakt (Beierse Alpen, maar Hondsbossche Zee-
wering), maar hierdoor kreeg Beekman bij al zijn revolutionairh'eid tegelijkertijd een