554
vrij vluchtig doornemen van zijn lijst tegenkwam. Zulk een onbekrompen gebruik van
geografische termen zou het werk van een spellingkommissie buitensporig verzwaren.
De karakteristieken zijn vaak niet uit de kaart af te lezen, maar alleen door vergelijking
van aardrijkskundige handboeken, woordenboeken en beschrijvingen vast te stellen. Wij
missen in Nederland inderdaad een modern wetenschappelijk aardrijkskundig woorden-
boek, een topografische Van Dale. Ik hoop dat initiatieven van kartografen de ver-
vaardiging van zulk een boek zullen bevorderen.
Men zou zieh kunnen denken dat, in afwijking van Beekman's sappige typologie,
in de nieuwe naamlijst alle aardrijkskundige woorden uit noot 4 groep 1 teruggebracht,
veralgemeend, zouden worden tot de ene term 'water', de woorden uit groep 2 tot 'meer'
Dus, als voorbeeld, niet „Roompot, zeegat N. van Walcheren, toegang gevend uit de
Noordzee naar de Oosterschelde", maar kortweg „Roompot, water N. van Walcheren".
Misschien zou zelfs bij alle wateren, meren inbegrepen, het onderscheid tussen water
en meer kunnen vervallen. Dus bij al zulke namen alleen „water", gevolgd door een
körte aanduiding van de ligging (Fluezen, water in Zuidwest-Friesland; Lauwers 1.
water op de grens van Groningen en Friesland, 2. water tussen Simonszand en Rot-
tumerplaat; Waal, water tussen Millingen aan de Rijn en Woudrichem, of zelfs enkel
„water in Gelderland"). Uit deze voorbeelden is meteen al wel duidelijk dat een al te
uiterst 'spellingsfunktionalisme' een naamlijst niet aangenamer te lezen maakt. Ook
bedreigt het onmiddellijk de bruikbaarheid als woordenboek doordat de identifikatie
naam-objekt in gevaar komt.
Ik heb de hoop dat de nieuwe lijst, in afwijking van Beekman en anderen, zo niet
mannelijke en vrouwdijke dan toch de- en het-namen zal onderscheiden. Bij doorzich-
tige namen als Roompolder of Varkensveen rijzen in het algemeen geen vragen ten aan-
zien van de of het (de polder, het veen), maar dat de vroegere zee-inham tussen Kal-
lantsoog en West-Friesland de Zijpe heet, en het zeegat tussen Duiveland en Sint Filips-
land het Zijpe, dat kan men niet raden, en behoort men dus te kunnen vinden in een
aardrijkskundige woordenlijst.
Tenslotte nog dit. Wanneer eens de topografische Van Dale verschijnt, zal hij naar
ik hoop ook de uitspraak van de namen aangeven, als het kan in internationaal fonetisch
schrift. Althans de zgn. algemeen beschaafde uitspraak en ten minste het voornaamste
uitspraakaksent, zoals het in een woordenboek gebeurt: Forme'rum, Kat'rijp, Ursem'.
Pas zulk een lijst is bruikbaar voor transkripties in niet-latijnse Schriften en voor een
korrekte uitspraak in het gehde buitenland 5.
grasland(en), griend, griendgronden, groenJand(en), gronden, hooilanden, kog(ge), land(en), land-
streek, leek, maailand, moerassige heide, moerassig land, rietlanden, stuk land, uiterwaarden, veen-
land(en), verdolvenlanden, vlakte, waard, weiland, Woeste grond(en).
groep 4 polder buitenpolder(tje), griendpolder(tje), polder(tje), wadpolder.
groep 5 overige terreinen bos, bergje, duin(en), eiland, gorzen, griendplaat, heide, heuvel
(tje), moeras, nol, plaat, rivierduinen, schorren, slikken, terp, veen, waardgronden, wad, zand,
zandbank, zandverstuiving.
Dit kan natuurlijk met minder woorden. Zie bijvoorbeeld Standard cartograp'hic practices for
land mups, recommended by the Second United Nations regional cartographic Conference for Asia
and the Par East (in: World cartography, vol. VI, 1958. United Nations, New York i960). Deze
aanbevelingen, vrijwel identiek aan het Franse ontwerp ervoor van het Institut Geographique
National, noemen in het geheel maar een vijfendertig termen (in plaats van de honderdvijftig van
Beekman), en bijvoorbeeld slechts negen voor Beekman's hele groep 1 (zie hierboven): bay,
Channel, canal, cove, gulf, port, sea, rivermouth en stream.
5 Vgl. Recommendation on Problems of domestic standardization of geographical names (in:
Report of the group of experts on geographical names, uitgegeven door de Ekonomische en Sociale
Raad van de Verenigde Naties, 1961. Ecosoc, doc. E 3441, 1961) en The Columbia Lippincott
gazetteer of the world. Ed. by Leon E. Seltzer. Columbia University press, 1962, aardrijkskun
dig woordenboek der gehele aarde, dat van al zijn veertigduizend trefwoorden de uitspraak geeft.