566
Wij verstaan hier onder vegetatiekaarten de weergave van de contemporaine vegetatie
en niet de gereconstitueerde.
In tegenstelling tot de bodemkaartering is de vegetatiekaartering thans een onder-
ontwikkelde vorm van kartografie, hetgeen zeer te betreuren is omdat daardoor een
fundamenteel aspekt van geografische overzichtskaarten op schalen ca. 1 250 000 en
kleiner niet tot ontwikkeling kan komen. Nadat wij eerst nog dienen te constateren,
dat de grote achterstand in de vegetatiekaartering in ruime zin een handicap vormt bij
al het toegepast biologisch onderzoek in de planologie willen wij het fundamentele te-
kort als volgt formuleren:
Men onderscheidt op topografische of geografische kaarten:
a. de weergave van de vormen van het aardoppervlak;
b. de weergave van de aard van het aardoppervlak.
Wat het kenmerk b. betreft onderscheiden we niet alleen water, ijs, Zand en steen,
maar ook: gras, struiken en bomen in al hun variaties die karakteristiek voor de aard
van het wereldoppervlak zijn. Kort gezegd: de begroei'ing is een essentieel kenmerk bij
de kartografische weergave van de aard van het terrein. Dit kenmerk ontbreekt vrijwel
geheel op de atlaskaarten, wandkaarten en geografische overzichtskaarten. Een der
wezenlijkste kenmerken van het terrein wordt de mens onthouden. De reden hiervan
is enerzijds te zoeken in de traditionele opvatting van de kartografie bij de meeste kaart-
vervaardigers, maar ook in de verwaarlozing van de vegetatiekaartering. Immers: de
terreinvormen op een atlaskaart ontstaan door generalizering van de vormen die de
topografische kaart geeft. Het vegetatiepatroon ontstaat door generalizering van de
informatie die de basiskaarten over de verspreiding en klassificatie der vegetatie ver
schaffen. Deze laatst genoemde gegevens zijn in ontstellende mate onvolledig. We zijn
van mening dat er behoefte is aan een type kaart, op kleine schaal, zoals de Internatio
nale Wereldkaart 1 1 miljoen die de verspreiding en de aard van de bodembedekking
(„tapis vegetal") geeft. Dit type brengt de mens een veel realistischer beeld bij van
het landschap dan b.v. de in hypsometrische tinten uitgevoerde kaart. Vooral bij het
onderwijs en bij de toeristische voorlichting zal een dergelijk type effectiever tot het
doel van de kaart bijdragen. Dus niet de vorm alleen, maar ook de aard van het opper-
vlak, omdat men de wäre aard van iets nooit alleen uit de vorm zal kunnen opmaken.
Er zijn slechts enkele gedetailleerde vegetatiekaarten uitgegeven of in Staat van voor-
bereiding:
Belgie publiceert bladen op de schaal 1 20 000.
Frankrijk heeft een tiental bladen op de schaal 1 250 000 gepubliceerd, Zwitserland
de eerste drie bladen op de schaal 1 200 000. Zo zouden er nog enkele voorbeelden
van regionale betekenis te noemen zijn (7, 17).
Vegetatiekaarten van meer algemene aard vinden we in de Nationale Atlassen (Sa-
lichtchev, tableau 1). Hun schalen varieren van 1 500 000 (Belgie) tot 1 10 miljoen
(Canada). Landen die de vegetatie in een serie kaarten op schalen 1 miljoen of groter
hebben afgebeeld zijn er weinig: Brits Honduras 1 250 000, Sierra Leone 1 miljoen
en de unieke prestatie van de U.S.S.R.: Een groot gedeelte van Europees Rusland en 18
bladen van Centraal Azie 1 1 miljoen.
Behalve de daadwerkelijke bijdrage van de Sovjet Unie tot het plan om op den duur
een internationale vegetatiekaart op de schaal 1 1 miljoen van de gehele wereld te
bezitten moet het Franse werk op dit gebied geroemd worden. In Toulouse werkt men
aan dit project, waaraan de namen van Prof. Gaussen en Prof. Rey verbonden zijn.
Behalve de vegetatiekaarten van Frankrijk op de schaal 1 250 000 werden er door het
instituut te Toulouse twee hladen op de schaal 1 1 miljoen vervaardigd: blad Tunis-
Sfax (1958) en blad Cape Comorin (1961).