567 Wanneer we de 'Index Analytique' van de Bibliographie Cartographique Internatio nale bestuderen blijkt de rubriek 'Vegetation' slechts minder dan een tiende van de om- vang van de rubriek 'Geologie' te beslaan. Dit is kenmerkend voor de veronachtzaming van dit onderwerp. De figuur 5 toont dit duidelijk aan. Deze overzichtskaart werd samengesteld met behulp van gegevens uit kaartenkatalogi, uit de literatuur en uit de inhoud van Nationale atlassen. Voor de geheel of praktisch geheel door de mens in cultuur gebrachte landen (zoals voor vele Europese landen het geval is) treedt de bodem- gebruikskaart in de plaats van de vegetatiekaart. Voorts is er geen aandacht geschonken aan de kaarten die de gereconstitueerde vegetatie weergeven. VII. Slotbeschouwing Er zal een tijd komen en we hopen dat dat spoedig zal zijn, waarin men niet meer ge'imponeerd wordt bij het vernemen van productiecijfers betreffende topografische kaartering. Dan zal het zo zijn, dat 't als vanzelfsprekend beschouwd wordt, dat de mens Over een volledige topografische afbeelding beschikt van het oppervlak van de aarde. AI het handelen van de mens dat uit materiele oogmerken voortkomt is aard- gebonden. Het meest voor de hand liggende is dat de mens dus over een doelmatige afbeelding van de aarde beschikt. Topografische kaartering rekenen wij dan ook tot de primaire voorzieningen die een Staat aan zijn inwoners dient te verschaffen. Bij de ver- deling van het Staatsbudget zou hieraan prioriteit gegeven moeten worden. Het werk aan de topografische basiskaartering loopt straks ten einde. Maar revisie en verfijning zal voortdurend aan de orde zijn. Met een volledige bedekking van het landoppervlak met luchtfoto's is men er niet. Er zal voor bijzondere kaarteringswerken steeds weer opnieuw gefotografeerd moeten worden, ook, en vooral voor interpretatie doeleinden. Want de 'witte plekken' in de wereldkaart zijn nu niet in de eerste plaats de 'vormen', maar de 'aard' van het oppervlak: begroeii'ng en bodemgesteldheid. De opvulling daarvan is een der voornaamste opgaven voor de kartografen van deze tijd. Dit wordt gelukkig ook gevoeld door de internationale volkerenorganisatie, waar het vooral de Food and Agricultural Organization (F.A.O.) van de Verenigde Naties is die de planning van zulke kaarteringen op supra-nationaal niveau tracht te bevorderen. Voor de kaartgebruikers op velerlei gebied en voor de kartografen die overzichts- en atlaskaarten voor algemeen gebruik moeten samenstellen is het noodzakelijk dat zij op de hoogte gebracht worden van de nieuwe basiskaarten. Dit geldt vooral voor de in- formatie betreffende bodem-, geologische-, vegetatie- en hydrografische kaarten. Het wordt hen in dit opzicht niet gemakkelijk gemaakt. We menen dat internationale or- ganisaties, zoals het Kartografisch Bureau van de Verenigde Naties of de Internationale Kartografische Vereniging hier een taak hebben. Imhof schatte (9) dat er in de gehele wereld per jaar ongeveer 30 000 nieuwe kaar ten verschijnen. Het merendeel uiteraard bladen van topografische series. Dat is nog maar een tiende van het aantal nieuwe boeken dat er per jaar over de wereld uitgestort wordt. Maar we hebben het vermoeden dat relatie tussen de kaartenuitgever en de adspirantkoper lang niet zo efficient georganiseerd is als die tussen de boeken- uitgever en de klant. Dit is ook een van de problemen die in de reeks kwantitatieve be- schouwingen over de wereldkaartering ter oplossing worden aangeboden. Literatuur 1. Baldock, E. D. 2. Bertelsmann Verlag 3. Bibliographie 1962 Canadian Report on Carlography (Bulletin No. 2, Asso ciation Cartographique Internationale, pp. 16-18). 1961 Groszer Weltatlas. Bibliographie Cartographique Internationale (Com. Nat. franjais de Geographie U.G.I.) Paris.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1963 | | pagina 37