127 1 50 000, waarmee dan de generalisatie van dat blad gereed is. Zijn, op de hierboven omschreven wijze, 4 cronaflex-modellen (op schaal 1 50 000) gereed, die dus samen een half stafblad vormen, dan wordt hiervan door de Landmeetkundige Afdeling een montage gemaakt. Van deze montage wordt een vastlegging op stabilene Y 466 (een maatvast polyester-materiaal met graveerlaag) vervaardigd door de Afdeling Fotografie, bestemd voor de uiteindelijke gravure van de kaart, die door de Cartografische Afdeling wordt verzorgd. Van genoemde montage wordt tevens een afdruk gemaakt op rototype- film, bestemd voor het namenmodel 1 50 000. Wat de namen betreff wordt een keus gedaan uit de namen die op de kaart op schaal 1 25 000 voorkomen. De gegevens Over de belangrijkheid der namen worden verstrekt door de topograaf die de terreinverkenning heeft uitgevoerd. De namen der bewoonde oorden zijn vrijwel dezelfde als die van de kaart op schaal 1 25 000. Van polder- en Streeknamen worden de kleinste en/of onbetekenendste het eerst weggelaten; ditzelfde geldt ten aanzien van namen van wegen. Namen van boerderijen, huizen en dergeljke worden alleen in de kaart beschreven, als ze: a. van historische betekenis zijn; b. algemeen in de omtrek bekend zijn; c. als orienteringspunt van belang zijn en het kaartbeeld niet stören. In het algemeen geldt ten aanzien van de namen in de kaart al gauw, dat overdaad schaadt De hoogtevoorstelling op de kaart 1 50 000 geschiedt met behulp van: a. arceringen (bij zeeduinen door middel van punctering) b. hoogtelijnen en c. hoogtecijfers. ad. a. arceringen worden gebruikt om markante hoogteverschillen als dijken, kaden, aardranden e.d. aan te geven. De arceringen zijn, waar dit mogelijk is, dezelfde als die van de kaart 1 25 000. Waar dat niet mogelijk is, worden ze weggelaten of van vorm vereenvoudigd. ad. b. hoogtelijnen worden voorgesteld met een interval van 5 meter; de 2l/2 rn hoogtelijnen, die op de kaart 1 25 000 wel voorgesteld worden, zijn op de kaart 1 50 000 weggelaten. De hoogtelijnen met een interval van 5 meter zijn vrijwel identiek aan die van de kaart op schaal 1 25 000, alleen de allerkleinste worden weg gelaten. ad. c. de hoogtecijfers worden gekozen uit die van de kaart 1 25 000 en wel zo- danig, dat ze een zo goed mogelijk samenspei vormen met de voorgestelde hoogtelijnen en arceringen. Zeer globaal genomen kan men zeggen, dat de onderlinge afstand der hoogtepunten op de kaart 1 25 000 ongeveer 900 m bedraagt en op de kaart 1 50 000 ongeveer 1800 m. De hoogtegegevens zijn, waar mogelijk, ontleend aan de Hoogtekaart van Nederland, die momenteel wordt samengesteld door samenwerking van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat en de Topografische Dienst. De huldige methode van generalisatie wordt toegepast sinds 1959 en wordt uitge voerd door speciaal daarvoor opgeleide krachten, die hieraan een volledige dagtaak hebben. Voor 1959 was de generalisatie minder specialistisch van aard. Toen werd door de tekenaar, tijdens het tekenen van de kaart (in inkt op schaal 1 33 333,3) een zekere generalisatie toegepast, die het meest in de stedelijke bebouwing en het minst in het DE GENERALISATIE VAN DE TOPOGRAFISCHE KAART

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1964 | | pagina 15