265 UIT DE TIJDSCHRIFTEN BESPREKINGEN De benaming is op de Nederlands-Belgische kaarten zeer uitgebreid. Maar door een nieu- we letter met schreef- en haarlijn toe te passen blijven de kaarten er elegant en 'doorzichtig' uitzien (jammer dat de reproductie van de schrift-plaat aan kwaliteit en scherpte verloren heeft) Deze kaarten 'in nieuwe stijl' laten ver- moeden, dat bij latere uitgaven op nog groter schaal gemoderniseerd gaat worden, waarvoor we bij voorbaat dankbaar zijn. In de Nederlandse atlaskartografie lijken de grenzen van de karakteristieke terreinen, die men bewerkt, nu wel afgebakend te zijn. De onderscheidene Nederlandse uitgevers heb- ben ieder hun specialiteit. Het reuzen karwei van de Encyclopedische Atlas blijkt bij Else vier in zeer goede handen te zijn. Het ge- deelte met de kaarten (waaronder ook de the matische kaarten in twee kleuren) is beter dan bij de overeenkomstige gedeelten in buiten- landse encyclopedieen het geval is, zodat ook de kartografen vanuit dit gezichtspunt op deze Nederlandse specialiteit trots kunnen zijn. C. Koeman NEDERLANDSE PERIOD1EKEN Geografisch Tijdschrijt In jrg. 16, no. 5 (okt. 1963) wordt door Dr. W. J. Jong het spellingsprobleem aan de orde gesteld. In een artikel De schrijfwijze van aardrijkskundige namen (blz. 216-222) behandelt hij als twee afzonderlijke Problemen de spelling van namen in en buiten Nederland. (Zie ook: Drs. J. E. Romein, Ne derlandse Aardrijkskundige Namen in: Karto- grafie No. 20, blz. 544-555). BUITENLANDSE PER1ODIEKEN Erdkunde. Archiv für wissenschaftliche Geographie. Bonn. E. Schmidt-Kraepelin schrijft in Heft 3/4, dec. 1963, blz. 241-244, over de nieuwste ontwikkelingen in de atlaskartografie, naar aanleiding van een tweetal recente uitgaven, sc. de Grosse Bertelsmann Weltatlas (1961) en de Schweizerische Mittelschulatlas (1962), onder de titel Neue Wege in der Atlas-karto- graphie. Kartographische Nachrichten. Deutsche Gesellschaft für Kartographie. Gütersloh. Heft 6, 1963. Over de dringende vraag naar kaarten in de ontwikkelingslanden, ten behoeve van planning en uitvoering van pro- jecten schrijft W. Schulz in een artikel ge- titeld Die kartographische Unterlagen für Planung und Grossbauten in Neuländern (blz. 167-171). Nachrichten aus dem Karten- und Ver messungswesen. Reihe IV. Beiträge zur Dokumentation der Nachrichten aus dem Karten- und Vermessungswesen. Frank furt a.M.. Heft 1, 1963. J. Albertz geeft in Deut sches Schrifttum über Bildmessung und Luft bildwesen een opgave van de belangrijkste duitstalige artikelen en publicaties op het ge- bied van fotogrammetrie en luchtkaartering, versehenen in de periode 1938-1960. Revue Geographique des Pyrenees et du Sud-Ouest. Instituts de Geographie de Bordeaux et Toulouse. In het decembernummer, 1963, geeft R. Brunet in Les cartes des pentes een uiteen- zetting over het meten en kaarteren van hel- lingen met behulp van topografische kaarten. Er wordt duidelijk gemaakt dat deze kaarten daartoe aan hoge nauwkeurigheids-eisen moe- ten voldoen. Irish Geography. Bulletin of the Geo- graphical Society of Ireland, Dublin. No. 6, 1963. De taak en werkwijze van de Ierse organisatie voor bodemkaartering (Agra risch Instituut, Dublin) worden aan de orde gesteld door M. J. Gardiner in een beknopt rapport The National Soil Survey (blz. 442- 453). Annais of the Association of American Geographers. No. 1, 1963- Het generaliseren van the matische kaarten is een probleem op zieh. Door G. F. Jenks wordt dit nader uiteengezet in het artikel Generalization in Statistical Mapping (blz. 15-26). Met instruetieve fi- guren. The Geographical Review. New York. In het januari-nummer, 1964, wordt dit- zelfde probleem door O. M. Miller en R. J. Voskuil behandeld in Thematic Map generali zation (blz. 13-19). Dit artikel wordt speciaal aanbevolen met het oog op de Kartografische Studiedagen 1964.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1964 | | pagina 15