256
graphenschule als een bijzondere afdeling van de Höheren Geographischen Fachschule
der Stadt Berlin als centrale opleidingsplaats opgericht. Degenen, die deze school door-
lopen hadden, ontvingen tot 1943 de titel, 'Ingenieur für Landkartentechnik'. Na de
oorlog werd de kartografische school ondergebracht bij de Staatliche Ingenieursschule
für Bauwesen Berlin, waar reeds een afdeling voor detailmeting en vervaardigen van
stadsplans aanwezig was. Opleiding tot 'Ingenieur für Landkartentechnik' is sinds 1950
ook aan de Staatsbauschule München mogelijk. De duur van de Studie bedraagt 3 jaar
(6 semesters met 36 lesuren per week). De leerstof voor het vak kaarttekenen wordt
door middel van diapositieven en kaartfragmenten verduidelijkt. Andere belangrijke
vakken zijn: kaartkennis, kaartprojectieleer enz.. Van 1945 tot 1963 hebben totaal 390
'Ingenieurs für Landkartentechnik' hun diploma gehaald, (ongeveer 30 daarvan
zijn vrouwelijke ingenieurs).
Naast deze 'Fachschulkartographen', met als voornaamste taak het maken van ont-
werpen, zijn, ondanks de verdergaande mechanisatie, krachten nodig, die aan de hand
van het ontwerp van de ingenieur de originelen vervaardigen, hetzij door tekenen hetzij
door graveren.
Terwijl in Duitsland tot i960 de opleidingen tot landkaarttekenaar, kaartlithograaf
en kopergraveur gescheiden waren, is er tegenwoordig slechts een opleiding tot karto-
graaf-kaarttekenaar, daar de vervaardiging van kaartoriginelen in steen of koper in
Duitsland niet meer voorkomt of zo sterk is achteruitgegaan, dat een speciale opleiding
hiervoor niet meer rendabel is. Met het oog op het feit, dat zowel voor de vervaardiging
van originelen voor alle soorten kaarten, als voor de vervaardiging van ontwerpen aan
de hand van opmetingsresultaten tekenaars nodig zijn, kent men in Duitsland:
a. De topografische tekenaars, waarvoor een opleiding van drie jaar nodig is. Deze
bestaat hoofdzakelijk uit het leren tekenen van het door de geodeet vervaardigde
ontwerp, alsook uit onderricht in de methoden van het opmeten.
b. De kartografen (kartografische tekenaar), die een opleiding van 31/2 jaar krijgen.
In het algemeen duurt een opleiding voor een beroep in Duitsland 3 jaar. Slechts
enkele opleidingen, waaronder de kartografische opleiding, duren 3V2 jaar- Naar onze
mening terecht, daar de stof, die de kartograaf verwerken moet, zowel in kwantitatieve
als in kwalitatieve zin zo omvangrijk is, dat 3V2 jaar hiervoor geenszins te lang is.
De eisen voor deze opleiding zijneen goede aanleg voor tekenen en algemene ont-
wikkeling. De leerling moet op z'n minst de lagere school (Volksschule) doorlopen
hebben. De meeste aspirant-kartografen hebben een Mittelschule opleiding gehad. Men
heeft kunnen vaststellen, dat iemand met alleen Volksschule aanzienlijk grotere moeilijk-
heden had bij de beheersing van de stof, dan iemand met een Mittelschule opleiding.
Hierbij komt nog, dat de Mittelschule leerling in het algemeen 1 tot 2 jaar ouder is dan
iemand, die alleen de Volksschule doorlopen heeft. Dit leeftijdsverschil is zeer duidelijk
merkbaar.
ledere leerling moet in de opleiding zover gebracht worden, dat hij door zijn be
roep helemaal in beslag genomen wordt en zijn taak, het kaartbeeld een goede, doel-
matige en artistieke vorm te geven, hem aanspreekt. Daartoe moet hij de zin en het doel
van het aan hem toevertrouwde werk leren kennen. Praktische en theoretische opleiding
moeten steeds hand in hand gaan. Tijdens de opleiding gaat het niet om het snel uit-
voeren van opdrachten. Het komt er primair op aan, dat de leerling met overleg en
nauwkeurigheid zijn taak 'aanpakt'.
Moet de opleiding aan een speciaal gebied van kaartvervaardiging bijzondere aandacht
schenken, dan kan de leerling zieh op dit gebied specialiseren. Belangrijk is echter,
dat hem de gelegenheid geboden wordt, zieh in alle onderdelen van het kartografisch
H. ERMEL