503
UIT DE TIJDSCHRIFTEN
Tijdschrift van de Belgische Vereniging
voor Aardrijkskundige Studies. Gent.
Revue de Geographie alpine. Grenoble.
Allgetneine Vermessungs-Nachrichten.
Karlsruhe.
Berichte zur Deutschen Landeskunde.
Bad Godesberg.
Kartographische Nachrichten. Gütersloh.
Nachrichten aus dem Karten- und Ver
messungswesen. Reihe I. Deutsche Bei
träge und Informationen. Frankfurt am
Main.
BUITENLANDSE PERJODIEKEN
In tome XXXII, no. 2, 1963 zijn twee ar-
tikelen Over kartografische onderwerpen opge-
nomen.
L. Daels en A. Verhoeve hebben in Les
deformations topographiques de la carte de
Ferraris deze oude topografische kaart (1771-
1778) vergeleken met een moderne kaart van
het Institut Geographique Militaire. Verschil
iende typen van deformaties heeft men aldus
kunnen vaststellen. Het is gebleken dat op de
kaart van Ferraris 97 op voldoende wijze
gekarteerd was.
G. Damiean behandelt in Essai de carto-
graphie meso- et micro-climatologique het
samenstellen van klimatologische kaarten ten
behoeve van stadsplanning.
Acta Geographica. Paris.
L. Hurault geeft in fascicule 50, juni
1964, een overzicht over de werkzaamheden
van het Institut Geographique National. Dit
artikel, l'Evolution des cartes fondamentales
de la France, is geheel gewijd aan inhoud en
vormgeving van de moderne, topografische
kaarten.
De grote voortgang van de vegetatie-kaar-
tering in Frankrijk wordt weer eens ten toon
gespreid in de bespreking van enige nieuwe
kaartbladen. Deze bespreking, met kaartfrag-
menten, vindt men in Y. Bravard, La carto-
graphie de la Vegetation dans les Alpes fran-
faises (tome LII, no. 2, 1964).
Een onderwerp uit de groot-schalige karto-
grafie wordt aangesneden door W. Strauch
in Ueber die Formwirkung der Schichtlinien
im Massstab 1 :5 000 (in jrg. 70, no. 2,
1964). De auteur maakt duidelijk dat een
doelbewuste, en daarom succesvolle, vorm
geving van het hoogtelijnen-patroon slechts
bereikt kan worden, indien de kartograaf een
goede kennis van de geomorfologie bezit.
Het volgend tweetal artikelen kan men vin-
den in Band 30, Heft 2 (juni 1963): H. H.
Leser bespreekt een methode om de geolo
gische en morfologische gesteldheid van een
bepaald gebied in een kaartbeeld te combine-
ren. Het artikel, Geologisch-geomorphologische
Karte der Mittleren Schwäbischen Alb, bevat
twee illustraties en een kaartfragment.
Het artikel van W. Bonacker, Streiflichter
auf wenig bekannte Kartenschaffende und ihre
Arbeiten, vormt een gedenkschrift over de
schlesische kartografie.
Brdkunde. Bonn.
Een uitgebreid artikel over een wereldkli-
maatkaart verscheen in Band XVIII, Heft 1
(mrt 1964) van de hand van C. Troll en
K.-H. Paffen, getiteld Karte der fahreszeiten-
klimate der Erde. Zeer verdienstelijk zijn de
vele illustraties, de kaartbijlagen en de litera-
tuuropgave.
Heft 2, april 1964. In Die zentralamerika
nische Kartographie geeft G. Sandner een
overzicht van de stand der topografische kaar-
tering in de Centraal-Amerikaanse republieken.
Vier indexkaarten zijn aan dit artikel toege-
voegd.
Een tweede artikel in deze aflevering, Be
griff, Einteilung und Stellung der Kartogra
phie in heutiger Sicht van H. Schmidt-
Falkenberg, geeft een breeduitgesponnen
uiteenzetting over definitie en plaats van de
kartografie als wetenschap.
Heft 3, juni 1964. Over vormgeving, in
houd en reproductie van topografische kaarten
schrijft W. Beck in Neuere Entwicklung und
gegenwärtiger Stand der topographischen Kar
tographie in der Bundesrepublik. W. Witt
geeft in een volgend artikel een overzicht van
de Duitse activiteiten op het gebied van de
atlas-kartografie. Tenslotte wordt door G. VAN
der Smissen een onderwerp uit de kartogra
fische reproductie-techniek behandeld t.w. Af
fine Entzerrung mit kartographischen Repro
duktionskameras.
De recent versehenen afleveringen (nr. 25,
1963 en nr. 26, 1964) uit deze voortreffelijke
reeks bevatten weer verscheidene artikelen, die
vooral de practische kartografie betreffen.
Heft Nr. 25. H. G. Lay bespreekt in Pro
bleme der Reproduktionsphotographie bei der
Landkartenherstellung und ihre Lösung enkele