491 KARTOGRAFISCHE ASPECTEN VAN DE BODEMKAART 1 50 000 De bodemkaart is dus een thematische kaart met een tweedimensionale voorstelling van de driedimensionale bodemeenheden (afb. 2). Zij geeft een geordend en gegenerali- seerd beeld van de vele vormen waarin de bodem voorkomt. Elk vlak van de kaart ver- tegenwoordigt een bepaalde eenheid, waarin binnen zekere grenzen niet alleen de sa- menstelling van de bovengrond, maar ook de vertikale opbouw (het bodemprofiel) ge- lijk is. Een dergelijke kaarteenheid heeft daarom ook overal min of meer gelijke eigen- schappen. Daardoor is het mogelijk bepaalde conclusies te trekken over de landbouw- kundige geschiktheid, de mogelijkheid tot grondverbetering, waterbehoefte of -over last, e.d.. 3. De keuze van de kaartschaal Er zijn in Nederland bodemkaarten vervaardigd op zeer verschillende schaal. Relatief grootschalige detail- en overzichtskaarten varieren in schaal van 1 5 000 tot 1 25 000. Zij zijn verspreid over het gehele land opgenomen. De legenda's zijn voor de betrokken kartering opgesteld, vaak naar aanleiding van bepaalde eisen van de opdrachtgever en aanvankelijk slechts in geringe mate op elkaar afgestemd. De laatste jaren is gestreefd naar een grotere uniformiteit, speciaal bij de bodemkaarten ten behoeve van ruilver- kavelingen. Behalve bovengenoemde min of meer gedetailleerde kaarten bestaan er globale bodem kaarten van geheel Nederland op kleine schalen. De eerste, door de Stichting voor Bo- demkartering vervaardigde, globale kaart was de Voorlopige Bodemkaart van Nederland, 1 400 000 (1950). De in i960 versehenen Nebo-kaart, schaal 1 200 000, is de meest gedetailleerde. Daarvan zijn enkele globalere kaarten afgeleid, zoals de bodemkaart 1 1 000 000 als onderdeel van de bodemkaart van West-Europa en de bodemkaart 1 600 000, die een plaats zal krijgen in de Wetenschappelijke Atlas van Nederland. Er bestaat derhalve een hiaat tussen de globale kaarten van het gehele land en de meer gedetailleerde, regionale bodemkaarten. Het is gebleken, dat bij vele gebruikers, zoals cultuurtechnici en pianologen, behoefte bestaat aan een algemene overzichtskaart met matige detaillering, waarop een behoorlijke plaatsbepaling mogelijk is. Een dergelijke bodemkaart kan toepassing vinden bij het ontwerpen van plannen op velerlei gebied (ruilverkaveling, afwatering, stadsuitbreiding, e.d.). In sommige geval- len zullen de gegevens ook voldoende blijken bij de uitwerking en uitvoering, in andere gevallen zal aanvullend, meer gedetailleerd onderzoek nodig blijven. Het zal dan echter mogelijk zijn nauwkeuriger dan thans aan te geven welke gegevens nog moeten worden verstrekt en in welke gebieden. In de kring van de Stichting voor Bodemkartering is voor dit doel een tijd lang sterk gedacht aan een bodemkaart, schaal 1 25 000. Bij nadere uitwerking is echter gebleken, dat dit een opnameduur zou vorderen van meer dan 50 jaar. Dit werd o.a. in verband met de veroudering te lang gevonden. De opname van een bodemkaart, schaal 1 50 000, zal ongeveer 20 jaar vergen, hetgeen inhoudt, dat per jaar 4 a 5 bladen zullen ver schonen. Een ander belangrijk argument ten gunste van de schaal 1 50 000 vormt het feit, dat het verschil in bodemkundig detail ten opzichte van de kaartschaal 1 25 000 niet bijzonder groot is (afb. 3). Het grote verschil in bodemkundige voorstelling als ge- volg van een steeds ingrijpender generalisatie treedt eerst op bij de overgang van de schaal 1 50 000 naar 1 100 000 (afb. 3). Ten slotte kan nog worden opgemerkt, dat een bodemkaart 1 50 000 goed past bij een serie andere kaarten van Nederland op deze schaal, zoals de nieuwe Geologische Kaart, de Waterstaatskaart en de Topografische Kaart. K.N.A.G. LXXXI 32

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1964 | | pagina 5