492
c
J. P. HEEREMA EN G. G. L. STEUR
2 km
0
1
0 05 1 km
Afb. 3. Hetzelfde gebied op drie verschillende schalen:
A. Op schaal 1 25 000 zijn elf kaarteenheden voorgesteld door verschillende rasters.
B. Op schaal X 50 000 zijn negen kaarteenheden voorgesteld. Zes daarvan zijn gelijk aan afb. 3A
(hetzelfde raster). De resterende eenheden (kruisraster) zijn een combinatie van enkele een-
heden van afb. 3A.
C. De bodemkaart, schaal 1 100 000, heeft vier kaarteenheden, die ieder bestaan uit een combi
natie van een aantal eenheden van afb. 3A. Sterke generalisatie van de grenzen.
The same area on three scales:
A. On a scale 1 25,000 eleven mapping units are indicated by different grids.
B. On a scale X 50,000 nine mapping units are indicated. Six of them equal those of fig. 3A.
The others are combinations of some units of fig. 3A (cross-grids).
C. The soil map 1 100,000 has four mapping units, each composed of a number of the units
of fig. 3A. Strong generalization of the boundaries.