NABESCHOUW1NG 111 zwart en wit, verloren gaat; dit geldt ook voor de lijndikten. Op de kaart van St. Maarten zijn de hoogtelijnen zeer duidelijk, maar geven door de tekening, gaaf en glad, de indruk alsof ze, zoals vroeger bij de tachymeter- en planchetmethode, tussen de ge- meten hoogtecijfers geschetst zijn; een gevolg van de begroeiing? Niet alleen op de bladen van Curagao, maar ook op andere zijn de hoogtecijfers en de gefallen in de isohypsen te zwak afgedrukt, vooral waar het groen van het struikgewas de ondergrond is. Verder: is 'control point' de juiste vertaling van driehoekspunt De tekening van de steilranden, ik vermoed tenminste dat deze zijn bedoeld, is niet in de legenda opgenomen, ze kan mij niet bevredigen: geblokte hoogte( ?)-lijnen regel- matig van elkaar gescheiden door wit uitgespaarde driehoekjes waarin een bruin streepje, zie b.v. de Tafelberg op Curagao of de zuidkust van St. Eustatius. Als symbool had men toch wel een ander, een beter, meer met de werkelijkheid overeenstemmend teken kun- nen kiezen. Voor de spelling van de plaatsnamen zijn de regels en de lijst van de commissie, welke in 1952 werd ingesteld om te adviseren over de spelling van de aardrijkskundige namen in de Nederlandse Boven- en Benedenwindse eilanden, gevolgd. Het doet vreemd aan, dat op de kaart van St. Eustatius voor een deel van de baaien het Nederlands, voor de overige het Engels is gebruikt. Op die van andere eilanden Nederlands of Spaans, b.v. op Curagao. Voorts op de bladen van Aruba lagoen, op Cura^ao lagun en lagoen. Bekijken we de schriftsoorten (alle blokletters) over de betekenis daarvan is in de legen da niets te vinden. Voor niet-eilandkenners is het vaak moeilijk vast te stellen wat met een naam bedoeld is: op St. Eustatius vind ik de naam Quill (kraterbodem) en het woord Muzinga op de kraterwand beide in schuin-kapitaal; dichtbij de kust Sugar Loaf en White Wall met dezelfde lettersoort, van welke beide laatste namen ik echter ver- onderstel dat ze streeknamen zijn. In datzelfde gebied: Compagnieland en Compagnie verticaal kapitaal, ook streeknamen? evenals Docker's Island, maar deze laatste naam met een magerder letter; daaronder Staat Fort de Windt in minuscuul, zonder tekening of symbool, dus ook nu een streeknaam? Dergelijke voorbeelden vindt men ook eiders op deze kaart en op de andere komen eveneens zulke gebreken in het schrift voor; op Cura^ao b.v. vinden we Klein Sint Joris (vermoedelijk een plantage, aangezien er ook een Groot Sint Joris bestaat). Maar binnen de gele grenslijn van Klein Sint Joris lezen we met dezelfde letter en ook met vrij grote afstand tussen de letters: Oranjeberg, Fuik, Oostpunt, DuivelsklipOok op St. Maarten en Saba laat het schrift ons in de steek bij de identificatie. Op blad Aruba 1 vindt men tweemaal San Barbola, eenmaal schuin- kapitaal (behorende bij de hoogte 36.0?, maar dan te ver ervan verwijderd) en eenmaal in kleiner verticaal-kapitaal. Aangezien de kaarten niet uitsluitend voor locaal gebruik vervaardigd worden, doch ook voor de buitenwereld was een meer verklärende legenda met het oog op het schrift wenselijk geweest. Men zie de uitstekende Zeichen-Erklärung in de Hundertjahr-Ausgabe van de Stielers Handatlas uit de jaren 1925/26 en nu ook in de Bos-atlas 43ste druk 1964, in de algemene legenda op blz. 2. Zonder iets af te dingen op het nut van deze zo nodige kaarten zou ik mijn oordeel aldus willen samenvatten: de kaarten zijn het produkt van het samenwerken van astro- noom, geodeet, fotogrammeter, tekenaar en drukker; de (geograaf)-kartograaf heeft ■ontbroken. J. Schokkenkamp

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1965 | | pagina 17