112
BESPREKINGEN
The Penrose Annual 1964. Volume 57. Edited by Herbert Spencer. Percy Lund,
Humphries Co. Ltd., 12 Bedford Square, London. 21 x 30y2 cm. Prijs 50 s.
UIT DE TIJDSCHRIFTEN
Geografisch Tijdschrift. Groningen.
Acta Geographica. Paris.
De penningmeester van onze sectie, de heer M. de SmiT was zo vriendelijk mij op deze uitgave
opmerkzaam te maken en mij zijn exemplaar ter inzage toe te sturen. Het jaarboek is, zoals we
op de stofomslag lezen 'the leading international review of the graphic arts'; het verscheen voor
het eerst in 1895. Het is een prachtig stuk werk, typografisch uitstekend verzorgd en op buiten-
gewoon rijke wijze geillustreerd. Niet alleen de repro- en druktechnicus, maar ook de kartograaf
vindt er veel van zijn gading. Het geheel omvat een 300 blz. teilend overzicht van de 'grafiek',
in zo ruim mogelijke zin, van de laatste tijd. Aan het begin een inhoudsopgave in het Engels, aan
het slot van het eigenlijke jaarboek herhaald in vijf talen. Daarop volgt de rubriek advertenties
die evenals het jaarboek van prachtige illustraties voorzien zijn. De uitgever heeft het ons gemak-
kelijk gemaakt door de opstellen, de kartografie betreffende, achter elkaar te plaatsen in totaal
72 blz.. De reeks begint met een introductie van Gordon Rattray Taylor, New world of map
making. Dan volgen: R. A. Skelton, The early map printer and his ProblemsDerer Maling,
Recent trends in map use and presentation\ A. Stephenson, Progress in surveying; E. C. Willatts,
Designing 'thematic' maps-, Brigadier Richard A. Gardiner, How Britain's national maps are
produced-, David Bickmore, Automatic cartography, Gilbert Fielder, Mapping the Moon, and
beyond-, Ruari McLean, Must the artist disappear from map making
In de eerste 168 blz. van het boek met zeer vele zwart/wit en gekleurde illustraties houdt een
dertiental schrijvers zieh bezig met het gewone drukwerk van boeken, kranten en plakkaten; daar-
onder een uitzonderlijk opstel van Jasia Reichardt, H. N. Werkman, printer, painter, poet
1882-1945
Na de bijdragen de kartografie betreffende, volgen op de blz. 241-288 opstellen, welke slechts
zijdelings met het maken van kaarten te maken hebben; het gaat Over papier, inkt, kleur en druk-
persen. Ook dit gedeelte is rijkelijk versierd met foto's, tekeningen en diagrammen en zeker de
moeite van het bekijken en bestuderen waard. Wij noemen hier slechts de Nederlandse bijdrage
van S. Augustin and R. Schoonman, Automation and design, gevolgd door een 14 blz. teilende
bijlage: printers -|- designers; zij is rijk geillustreerd.
Onder de titel The Penrose Survey, geeft een vijftal schrijvers, onder wie G. W. Ovink, hun
mening op het gebied van druk en grafiek en wisselen zij van gedachten over toekomstige Pro
blemen. Na de boven reeds genoemde 5-talige inhoudsopgave, volgen de advertenties op het hele
gebied van druk en grafiek.
Het boek verdient een plaats in de bibliotheek van elke instelling waar kartografie wordt
beoefend. j. Schokkenkamp
Verschiliende aspecten van het onderwerp Autokaarten worden door F. J. Ormeling behan-
deld in jaargang XVII, no. 4 (sept. 1964) van dit tijdschrift. In de eerste plaats worden typisch
kartografische Problemen aan de orde gesteld: generalisatie en vertekening. Een afgerond geheel
wordt verkregen door een behandeling van de historische ontwikkeling van dit kaarttype en de
eisen, die wij thans aan autokaarten moeten stellen.
Revue Beige de Geographie. Bruxelles.
In de rubriek Informations Cartographiques van jaargang 87, no. 2 (april 1964) geeft E.
Gustin een overzicht van de kaarten, die in 1963 door het Institut Geographique Militaire zijn
gepubliceerd.
Enige bijzonderheden over de stand van zaken bij de fotogrammetrische basiskaartering in Frank-
rijk worden vermeld in de rubriek Communications de la Societe van het Septembernummer 1964
(fascicule 51) onder de titel A propos de la nouvelle carte de base de la France.