H. WORMSBECHER1 101 DE KAART VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP DER UIT WATERENDE SLUIZEN IN KENNEMERLAND EN WEST-FRIESLAND Onder bovenstaande titel verscheen in het T.A.G. van 1920 en 1921 resp. van de hand van de heren Gönnet en Honig een tweetal artikelen over de geschiedenis van bovengenoemde kaart waarvoor Johannes Jansz Douw in 1665 de opdracht tot kaarte- ring ontving 2. Hierin hebben beiden o.a. getracht een overzicht samen te stellen van de verschillende drukken, die in de loop van de tijd van deze voor het Noorderkwartier zo belangrijke kaart zijn versehenen; zij zijn hierin echter niet geslaagd. Dit was ook zeer moeilijk, daar zij niet eerst een Studie van het Hoogheemraadschap hadden gemaakt. Dit nu is gedaan door Mr. J. Belonje in zijn gedenkboek 3 dat in 1945 verscheen ter gelegenheid van het 400-jarig bestaan van het Waterschap. In dit boek zijn o.a. op- genomen volledige overzichten van de Dijkgraven, Hoogheemraden en Secretarissen die het Waterschap hebben gediend, onder vermelding van de datum waarop zij werden aangesteld. Nu vond ik in het archief van het Hoogheemraadschap nog een andere bron, die ik noem 'Aantekeningen uit de notulen betreffende de kaarten van het Hoogheemraad schap der Uitwaterende Sluizen'. Het is een lijst waarin uitsluitend gegevens over de kaarten zijn vermeld; de aantekeningen lopen van 1661 tot 1856. Aan de hand van de gegevens vermeld door Amersfoort 4, Belonje, Gönnet, Honig en van deze lijst heb ik een nieuw overzicht samengesteld, waarvan het resultaat in de bijgaande tabel is vastgelegd en waarop ik nog de volgende toelichting geef. De in de lste kolom vermelde 'drukken' verschillen onderling slechts in de wapens welke op de kaart voorkomen. Hierop zijn twee uitzonderingen, nl. de Ilde en de 12de druk. Voor de Ilde druk is de kaart geheel opnieuw getekend en er zijn dus ook nieuwe koperen platen vervaardigd; de stijl van deze kaart en van de wapens welke er op voor komen is dan ook een geheel andere. De 12de druk is weliswaar wat de wapens betreft gelijk aan de Ilde druk, doch daar de inmiddels gereedgekomen Anna Paulowna Polder er aan toegevoegd was, heb ik deze kaart als een aparte druk beschouwd. In de 3de kolom zijn bij elke druk in volgorde genoemd de Dijkgraaf, de vier Hoog heemraden en de Secretaris(sen). De 4de kolom spreekt voor zieh zelf. Weliswaar zijn van de bestuurderen ook de data van aftreden en overlijden bekend, doch deze zijn voor ons doel niet interessant. Het zal duidelijk zijn, dat de datum van uitgifte van een nieuwe druk moet vallen na de aan- stelling van de laatstgenoemde funetionaris. Het is echter niet zo, dat na elke mutatie een nieuwe druk verscheen. Eerst wanneer de kaarten vrijwel uitverkocht waren en het 1 H. Wormsbecher, Ing., Arnhem. 2 S. J. Fockema Andreae en B. van 't Hoff, Geschiedenis der Kartografie van Nederland. 's Gravenhage 1947, pp. 69-70. 3 J. Belonje, Hei Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West- Friesland 1544-1944. Wormerveer 1945. 4 J. P. Amersfoort, Een oud plan van doorgraving van Holland op zijn smalst met eenige bijdragen tot de levensbeschrijving van Jan Pieterz. Dou, zijn zoon Johannes Dou en zijn kleinzoon Jan Johannes Dou, alle drie landmeters van Rijnland (Tijdschrift van het Instituut van Ingenieurs, 1872-1873).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1965 | | pagina 7