219 DE TWEEDE ALGEMENE VERGADERING EN TECHNISCHE CONFERENTIE VAN DE INTERNATIONAL CARTOGRAPHIC ASSOCIATION IN LONDON EN EDINBURGH, VAN 27 JULI TOT 4 AUGUSTUS 1964 l Algemene vergadering in Londen Eerste zittingDe eerste zitting van de Tweede Algemene Vergadering van de ICA werd maandagmiddag 27 juli gehouden in het gebouw van de Royal Geographical Society. Afgevaardigden van 21 landen van de ICA waren aanwezig en werden in naam van het Britse Koninkrijk welkom geheten door Brigadier L. J. Harris, C.B.E., de voorzitter van het Cartography Subcommittee van het British National Committee for Geography. Hij zei dat het zeer juist was dat de vergadering gehouden werd in de Royal Geographical Society, die sinds 1830 de patroon is geweest van zoveel ontdek- kingen, die geleid hebben tot het vervaardigen van topografische kaarten. Er blijft nog veel te doen en het is het werk van moderne kartografen er voor te zorgen dat dit reeds begonnen werk wordt voortgezet en verbeterd, teneinde te voldoen aan de steeds toenemende hedendaagse behoeften aan kaarten. Professor Ed. Imhof, de President van de ICA, dankte Brigadier Harris voor zijn welkomstwoorden en ook hij begroette alle aanwezigen, in het bijzonder Professor Carl Troll en de andere leden van het Executive Committee van de IGU. Hij sprak over de groeiende vraag naar kaarten in alle landen, vooral in de ontwikkelingslanden en hij sprak de hoop uit dat de kartografie een onafhankelijke wetenschap zou worden met eigen rechten. Bij het kiezen van nieuwe landen voor het lidmaatschap werden Australie, Dene- marken, Hongarije, Pakistan, Polen en de Sovjet Unie verwelkomd. De President kon- digde aan, dat hij ook benaderd was door Tsjecho Slowakije, en Zuid-Afrika, maar dat er nog geen officieel verzoek was ingediend. Als zulke verzoeken worden ontvangen, zouden ze overwogen worden door het Executive Committee. De eerste zitting eindigde met een discussie over het insteilen van bijzondere commissies. De vergadering besloot tot het instellen van drie speciale commissies met de volgende opdracht: Professor E. Gigas, de Secretaris-Penningmeester bracht daarna verslag uit over de periode 1961-1964. Hij zei, dat bij de sluiting van de Eerste Vergadering in Parijs in 1961, 25 landen lid waren van de Association en dat sindsdien 6 landen zieh wilden aansluiten, waarover later gestemd zou worden. Hij sprak ook over de publicaties, die gedrukt waren door het Institut für Angewandte Geodäsie in Frankfurt ten behoeve van de Association, tegen geredueeerd tarief en vertelde verder dat, daar deze publicatie niet onbegrensd kon voortgaan, het nodig zou zijn een andere regeling te treffen. De uitgevers van het Internationaal Jaarboek voor Kartografie hadden vriendelijk toegestemd de artikelen van de Association te publiceren en een bepaald aantal copieen te vervaardigen voor de ICA, tegen geredueeerd tarief. Hij drong er sterk op aan dat dit aanbod aanvaard zou worden. In het fiscale verslag liet hij zien dat de Association minder dan de helft van zijn inkomen had verbruikt in de laatste 314 jaar, maar deze gelukkige stand van zaken was grotendeels te danken aan de hierboven genoemde publicatiemethode en ook aan het feit, dat er tot nu toe door de Association geen uitgaven waren gedaan i.v.m. het bijwonen van vergaderingen van het Executive Committee etc.. AI dergelijke uitgaven zijn betaald door de lan den of organisaties die deze afgevaardigden uitzonden. Een verhoging van de bijdragen om deze uitgaven te dekken, zal nader worden bezien. Tijdens een discussie over dit laatste punt, zei Brigadier Harris dat Groot Brittannie overweegt, dat de bijdrage zodanig moet zijn, dat het Executive Committee onafhankelijk wordt. Hij noemde andere internationale organisaties, die om veel hogere bijdragen verzochten en zei dat mogelijk een gedifferentieerde bijdrage overwogen kon worden. Prof. dr. F. J. Ormeling (Nederland) ondersteunde dit gezichtspunt en toen Professor H. M. Gaussen (Frankrijk) voorstelde dat de bijdrage verhoogd zou worden van 50 tot 70 per jaar, werd dit voorstel aangenomen met 14 tegen 6 stemmen. 1 Gedeelten uit het officiele rapport. Vertaling door Mej. J. Nieuwendijk.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1965 | | pagina 3