421 Als onderdruk voor de Waterstaatskaart werd en wordt gebruikt de topografische kaart, schaal 1 50 000. Wijziging van deze schaal is nooit een punt van overweging geweest. Gebruik maken van een kleinere schaal zou leiden tot onvoldoende onder- scheiding van de noodzakelijke details, en toepassing van een grotere schaal is niet nodig omdat de kleinste eenheden nog goed ge'interpreteerd kunnen worden. De kleurkeuze en het aantal kleuren op een kaartblad zijn zoals meestal in de karto- grafie het geval is bepaald door het begxnsel, dat twee aangrenzende gebieden nimmer dezelfde kleur mögen hebben. Dit heeft geleid tot het aangeven van de afwaterings- eenheden door zeven hoofdkleuren. Deze zijn: blauw, bruin, karmijn, blauwgroen, oranje, grijs en geelgroen. De kleuren worden op de topografie gedrukt. Dit brengt met zieh mee, dat de onderdruk in een lichte toon moest worden gedrukt; tegenwoordig is deze lichtgrijs. Dit systeem is van het begin af ingevoerd en wordt ook thans nog toegepast. Wel zijn tussentijds nog proeven genomen met kaarten zonder onderdruk, met vereenvou- digde onderdruk en met onderdruk in een zware kleur. Maar deze proeven hebben niet het gewenste resultaat opgeleverd. Bij het aangeven van de waterstaatkundige toestand op de kaart wordt gebruik ge- maakt van figuur- en lijnsymbolen, die deels dezelfde zijn als op de topografische kaart. Daarnaast komen er voor, welke voor het eerst werden toegepast op de Waterstaats kaart. Waar mogelijk, is bij de aangifte op de kaart later overgegaan tot het gebruik van genormaliseerde legendatekens. Van de beschrifting op de kaart is slechts datgene opgenomen, wat voor een goed begrip van de Waterstaatskaart nodig is. Bij de nieuwere kaartbladen is de beschrifting van de onderdruk zoveel mogelijk buiten de drukke kaartgedeelten gehouden. Zij is aangegeven in een donkerder tint grijs dan de onderdruk. Voor het kaartschrift wordt een schreefloze letter gebruikt, namelijk de Nobel. Het randschrift is in overeenstem- DE WATERSTAATSKAART Het openwater, bestaande uit de zee, de rivieren en het IJsselmeer, wordt op de kaart ongekleurd gelaten. De overige waterlopen, strömen en wateren zijn alle gekleurd. De grens van een afwateringseenheid. wordt aangegeven door een 1,8 mm brede bies in een van de zeven hoofdkleuren. Delen van een afwateringseenheid zijn in het algemeen omgeven door een bies van 0,9 mm breedte, de zogenaamde smalle bies. Deze heeft dezelfde kleur als de hoofd- bies. Bezitten deze delen echter een eigen waterstand, dan zijn ze volgökleurd. Door tintverschillen zijn ze van elkaar te onderscheiden. De hierin gelegen onderdelen zijn tevens omgeven door een De gerioleerde gebieden komen voor als afzonderlijke eenheden in een eigen kleur. De hoofd- riolen worden aangegeven door een stippellijn in de kleur van de bies. Alleen de rioolgemalen die het afvalwater rechtstreeks brengen op open water, boezem of polderwater, worden aangegeven. Ook de waterwingebieden worden omgrensd door een brede bies. Polders in een afwaterings eenheid gelegen, worden aangegeven door middel van volgekleurde vakken. De waterleidingen in een dergelijk gebied zijn grijs gekleurd. Alle andere waterleidingen binnen de bies van de afwateringseenheid bezitten de kleur van de bies. Naast de zuivere afwateringseenheden worden op de kaart nog aangegeven de waterschappen en de ruilverkavelingen, herverkavelingen of ont- wateringsplannen. De aanduiding van een waterschapsgrens geschiedt door middel van een streep- lijn in de sepiakleur, voor zover de grens afwijkt van de waterstaatkundige toestand. Van de ruilverkavelingen, herverkavelingen en ontwateringsplannen worden de diverse stadia op de Waterstaatskaart aangegeven. Indien de ruilverkaveling zeker binnen de periode van het samen stellen van de kaart een aanvang zal nemen, worden de grenzen daarvan op de kaart gezet. Ge- woonlijk is een dergelijk plan reeds goedgekeurd. In rood wordt dan op de kaart vermeld. ,,Plau tot ruilverkaveling". Is de ruilverkaveling in uitvoering, dan wordt op de kaart aangegeven „Ruil verkaveling in uitvoering". Het plan wordt dan over de oude onderdruk heen gedrukt. Is de ruilverkaveling gereed, dan luidt de vermelding: „Ruilverkaveling uitgevoerd". De oude ver- kaveling en verdere ondergrond wordt daarbij geheel vervangen door de nieuwe. Deze is echter niet landmeetkundig nauwkeurig ingemeten en ingetekend. De vermelding van „Ruilverkaveling uitgevoerd" geldt dus tevens als waarschuwing voor mogelijke afwijkingen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1965 | | pagina 17