426
wordt een leesbare negatieve film gemaakt. Hierbij worden tevens aan drie zijden de
paskruizen en aan de bovenzijde de kleurenschaal gekopieerd. (Buiten de toekomstige
snijmaat). Van het aldus verkregen negatief worden twee positieven vervaardigd. Er is
dan een beeld verkregen van de bijgewerkte onderdruk. In deze fase kunnen ook de
eventueel aanwezige duinfiguraties worden ingekopieerd.
Er zijn nu twee positieve films in spiegelbeeld verkregen van de onderdruk met pas
kruizen, kleurenschaal en eventueel de duinen. Een daarvan dient voor het vervaardigen
van de drukplaat voor de onderdruk van het blad van de Waterstaatskaart; de tweede
dient als reserve.
Over de paskruizen valt een bijzonderheid te vermelden. Voor het drukken zijn de
paskruizen onontbeerlijk in verband met het sluitend maken van de vele kleuren. De
drie hoofdpaskruizen dienen voor het globaal instellen van de pers tijdens het drukken.
Door de vele drukgangen, welke bij de Waterstaatskaart worden toegepast, zouden deze
hoofdpaskruizen geen voldoende nauwkeurigheid garanderen. Daarom wordt naast de
hoofdpaskruizen nog gebruik gemaakt van drie series zogenaamde micropaskruizen.
Voor elke kleur wordt een micropaskruis aan drie zijden van de kaart gebruikt. Zij
dienen dus voor een uiterst nauwkeurige instelling. Dat aan het drukken zeer hoge eisen
worden gesteld, is haast vanzelfsprekend. Op het blad Gorinchem-West bijvoorbeeld
komen 20 drukgangen voor, wat wel als maximum kan worden gesteld.
De volgende fase bestaat uit het tekenen van alle voorkomende verharde wegen. Dit
geschiedt in spiegelbeeld op blanco film met daaronder liggend de reserveonderdruk als
gids. Hierna worden op een tweede afzonderlijke blanco film alle biezen getekend.
Dit geschiedt, ongeacht de kleur, wederom met de daaronder liggende reserveonderdruk
als gids. Op een derde blanco film worden alle poldertinten, ongeacht de kleur, in
spiegelbeeld in zwart aangegeven. Hierbij dient de biezentekening en zonodig ook de
reserveonderdruk als gids. Wanneer nu nog afzonderlijk de grijze waterleidingen en de
bij gemiddeld laagwater droogvallende gebieden zijn getekend, dan zijn de tekenstukken
gereed voor het eerste controlemodel. Dit wordt op wit plastic vervaardigd door de
verschillende tekenstukken daarop met raster in kleur te kopieren. Op deze rasterproef
komen nu voor:
Dit eerste controlemodel wordt door de afdeling Verkenning gecontroleerd, tegelijk
met het randschrift. Hierna worden de correcties op de tekenstukken uitgevoerd en het
randschrift verzonden voor zetten en afdrukken.
Bij de methode van werken, zoals hier aangegeven, wordt een uiterste nauwkeurig
heid bereikt. Alle biezen staan immers nog op een gezamenlijke film, evenals alle pol
dertinten. Het splitsen in de verschillende kleuren geschiedt eerst in een later Stadium.
Een groot voordeel is hierbij, dat de nu aan het licht körnende fouten in dit Stadium
nog gemakkelijk kunnen worden gecorrigeerd.
Wanneer de correcties zijn uitgevoerd, wordt overgegaan tot het rasteren. Alle biezen
en de bij gemiddeld laagwater droogvallende gebieden worden, ongeacht hun kleur,
gerasterd op autopositieve film met behulp van een 54-puntsraster met 45 dekking.
De gang van zaken bij het rasteren van de polders, waarbij de drie tinten ontstaan, is
het beste te illustreren aan de hand van figuur 16.
Uitgegaan wordt van de algemene poldertekening, de zogenaamde eerste fase. De
J. VAN DER KLEIJ
de onderdruk in normaal grijs
de wegen in lichtrood
de poldertinten in blauw, gerasterd met een 30-punts horizontaal lijnraster
de biezen in vermiljoen, gerasterd met een 45-punts verticaal lijnraster
de polderleidingen in donkergrijs
de gebieden, welke bij gemiddeld laagwater droogvallen, in sepia, gerasterd met een 54-punts
raster met 50 dekking.