431
Schoolwandkaarten, bewerkt door het Geografisch-Cartografisch Instituut van J. B.
Wolters' Uitgeversmaatschappij N.V., Groningen.
BESPREKINGEN
Deze kaarten zijn bestemd voor het L.O. en het U.L.O.. Wat de basis van de kaarten betreft.
de provinciekaarten en de kaart van Nederland zijn gekleurd volgens de grondsoorten. De kaarten
van de landen van Europa en die van de werelddelen zijn fysisch (ik zou liever zeggen orohydro-
grafisch). In beide gevallen is het kaartbeeld aangevuld met plaatsen, verkeerswegen, etc..
Van de provinciekaarten zijn in 1964 versehenen Noord-Holland 1:125 000, Zuid-Holland
1 100 000 en Gelderland 1 125 000; alle in de vierde druk. De Eerste Wand kaart van Nederland
verschijnt voor het eerst en is getekend op de schaal van 1 :250 000. De kaarten zijn sober gehouden,
niet overladen en in frisse kleuren gedrukt. De plaatsen met meer dan 50 000 inwoners zijn op
schaal getekend, de overige met een signatuur. De waterwegen, buiten de rivieren, worden onder-
scheiden in zeer belangrijke, belangrijke en overige kanalen. De onderwijzer/leraar zou gaarne
weten waar de grenzen tussen de drie soorten liggen en of de verdeling berust op de capaciteit van
de kanalen of op de intensiteit van het verkeer. De autowegen zijn alle door eenzelfde rode
üjn weergegeven; ook voor deze zou een onderscheiding in belangrijkheid op zijn plaats wezen.
Van de dijken zijn alleen de buitendijken aangegeven, wat voor deze kaarten voldoende is. Ik mis
echter de sluizen, welke het binnenwater van het buitenwater scheiden. De eenvoudige reliefteke-
ning berust meer op fantasie dan op werkelijkheid. Het Instituut beschikt toch over krachten, die
wat beters kunnen leveren? Of is een goede, verantwoorde relieftekening voor deze eenvoudige
kaarten een luxe? Alleen op de kaart van Nederland worden ,,de belangrijkste toppen van ons
overigens vlakke land door hoogtecijfers aangegeven". Ik wil hier nog eens de woorden van
Hermann Wagner in herinnering brengen: „Aber immer noch können sich manche Kartographen
von den Gedanken älterer Zeiten nicht lossagen, daß nur Gipfel und Erhebungspunkte durch Höhen
werte zu bezeichnen seien. Und doch kennzeichnen diese gewöhnlich nur ein verschwindend kleines
Flächenstuck nach der Höhe. Im Flachland dagegen, in Tälern und Senken ist eine einzige Höhen
ziffer oft maßgebend für das Gesamtniveau weiteren Flächen".1 Hoe Staat het daaromtrent op de
kaarten van de landen buiten Nederland in onze schoolatlassen
De reeks van de kaarten van de landen van Europa bestaat uit die van Belgie en Luxemburg
1 300 000, Spanje en Portugal 1 1 500 000, Zwitserland 1 400 000, Italie 1 1 500 000 en
Frankrijk 1 1 500 000, alle versehenen in i960 en door mij besproken in dit tijdschrift 1962, 1
(Kartografie nr. 14) blz. 111; verder Midden-Europa 1:1 500 000 (i960), Oost-Europa
1:4 500 000 (1961) en Noordwest-Europa 1:2,5 miljoen (1961), besproken in dit tijdschrift
1962, 3 (Kartografie nr. 16) blz. 305. Sedert zijn nog versehenen de kaarten van Groot-
Brittannie en Ierland 1 1,5 miljoen en van Zuidoost-Europa 1 2 miljoen. Aan de boven aangehaalde
besprekingen heb ik omtrent de beide laatste kaarten niets toe te voegen; een deel van de toen
gemaakte opmerkingen blijft ook voor deze kaarten van kracht.
Van de kaarten van de werelddelen zijn tot nu versehenen die van Afrika 1 12 miljoen (1965)
en van Azie 1 13,5 miljoen (1965), beide met een bladspiegel 105 x 85, kaartspiegel 97x72 cms.
Van beide kaarten is het de tweede druk. De kaart van Afrika gaat in de rechter bovenhoek van
het blad tot Ankara en Bombay. Op de kaart van Azie Staat nog bijna geheel Europa en een vrij
groot deel van het noorden en oosten van Afrika. De hoogtezones zijn, beneden de zeespiegel,
0-200 m groen; 200-500 m geel; 500-1500 m, 1500-5000 m en hoger dan 5000 m in drie tmten
bruin, gekleurd. De sprang van 1500 naar 5000 is wel zeer groot. De kleuren zijn fris en steken
goed tegen elkaar af; hier en daar vindt men een hoogtecijfer bij de 'hoogste' toppen en bij enkele
plekken beneden de zeespiegel; ik meen dat die bij Toerfan 154 m beneden de zeespiegel ligt. Bij
een volgende druk zou men de zoutwater- van de zoetwater-meren van elkaar kunnen onderscheiden
door het drukken van een fijn puntraster in de paarse kleur van de staatkundige grenzen Over het
blauw van de eerst genoemde meren; dat lijkt me duidelijker dan door een gebroken oeverlijn.
Verscheidene meren missen de water aan- en afvoerwegen. Waarom op de kaart van Azie de
Helmend in Afghanistan niet en op de kaart van Afrika wel? Het Njasameer heeft noch aan-, noch
afvoer (Shire). Dit is voor mij aanleiding om er nog eens op te wijzen, dat de tekening van al
het lijnwerk op verschillende kaarten van eenzelfde gebied dezelfde moet zijn; ik laat de ver-
tekening door het kaartnet er buiten; men vergelijke de kleurengrenzen in het oosten en zuidoosten
van het Arabisch Schiereiland op de beide kaarten; of de tekening van de auto- en spoorweg
Teheran-Mesjed. De kartograaf mag nooit 'op het oog' werken; de enige manier om tot overeen-
stemming in tekening te komen is gebruik maken van de methode van kleine Vierkanten of ruitjes.
De zee is in een enkele blauwe tint gedrukt; gelukkig heeft de Noordelijke IJszee een pakijs- en
1 Hermann Wagner, Allgemeine Erdkunde. I. Teil. Mathematische Geographie, nebst Ein
führung in die Geographische Wissenschaft. Elfte Auflage von Wilhelm Meinardus. Hannover
1938, blz. 337.