82 J. J. C. PIKET Van landschapsgeografisch standpunt bezien achten wij voor meren en plassen de diepte-aanduiding van wezenlijke betekenis, daar de diepte een kenmerk is dat samen hangt met het ontstaan en/of met de mogelijkheid tot drooglegging. Voor de kustwateren zou ook de diepte, of anders het zoutgehalte een zinvol criterium voor de kleurkeuze zijn. jMisschien wäre het gewenst het zeeblauw voor het zoute water te reserveren. Over de weergave van wegen op de topografische kaart 1 25 000 Tot voor enkele jaren was de classificatie van wegen op de topografische kaart nog geheel gebaseerd op de topometrische kenmerken breedte en mate van verharding van het wegdek. De oudere bladen van de topografische kaart tonen ons dat zulk een clas sificatie de kaart in verkeersgeografisch opzicht ondoorzichtig maakt, en dat bovendien het beeld der nederzettingen in esthetisch opzicht wordt geschaad door de soms talrijke rood gekleurde Straten. Sinds 1962 is bij de classificatie der wegen de topometrische norm ondergeschikt gemaakt aan het criterium 'belangrijkheid' der wegeneen wezenlijke verbetering, aller- eerst in kartografisch opzicht. Straten en minder belangrijke wegen zijn nu geel i.p.v. rood, waardoor het kaartbeeld duidelijker en mooier is geworden. Ook in verkeers geografisch opzicht is er winst: de verbindingswegen tussen grotere plaatsen zijn thans zonder moeite te herkennen. Wij zouden echter nog wel willen pleiten voor een nadere bezinning en toelichting in de legenda op de nieuw gebruikte norm 'belangrijkheid' der wegen, en voor een afzonderlijke aanduiding van wegen met overwegend agrarische of recreatieve bestemming. De agrarische bedrijvigheid uit zieh nu eenmaal door haar aard zeer sterk in het landschap, zo zeer zelfs dat het zinvol wäre de agrarische bebou- wing en de wegen met overwegend agrarische bestemming middels een afzonderlijke kleur, bv. bruin, aan te duiden. Naast de landschapsgeografische motieven achten wij ook het feit dat de agrarische gebieden in toenemende mate een recreatieve funetie krijgen een ondersteuning van deze wens. Ten aanzien van de spoorwegen zouden wij eveneens het verkeersgeografisch criterium willen doen domineren boven het topometrische. Men onderscheidt thans slechts enkel- en dubbelspoorwegen, hetgeen tot gevolg heeft dat bv. een tweesporig emplacement bij een Station of halte in een enkelspoorweg van slechts interlocale be tekenis, wordt aangeduid met hetzelfde lijnsymbool als een dubbelspoorweg van grote internationale betekenis. Wegen, spoorwegen, waterwegen ontlenen hun funetie in de eerste plaats aan de betekenis van de plaatsen of gebieden welke zij verbinden; nu is op de afzonderlijke bladen van een topografische kaart zelden kenbaar wat het begin en eindpunt van een spoorweg is; daardoor vormt juist een spoorlijn op de topografische kaart zulk een ondoorzichtig element. Een andere dan topometrische classificatie zou kunnen berusten op het aantal treinen die per dag de spoorlijn berijden, of op de funetie van de spoorlijn. uitsluitend interlocale verbindingsfunetie; interlocale, tevens inter regionale funetie of interlocale, tevens interregionale en bovendien internationale ver bindingsfunetie. Over de hoogte- en reliefweergave op de topografische kaart 1 25 000 Op onze topografische kaarten worden hoogten en diepten weergegeven middels hoogtepunten, hoogtelijnen, dieptepunten en dieptelijnen; in wezen wordt het relief er niet door uitgedrukt, al kan men zieh door de interpretatie van hoogte- en dieptelijnen een beeld vormen van het relief. Onze topografische kaart biedt ons dus ook hier niet

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1966 | | pagina 14