Van de eerste atlas Staat de druk van 1900 reeds op naam van haack. Onder zijn leiding versehenen van deze atlas ook enkele uitgaven in andere talen. Zijn voornaamste werk op het gebied van atlassen werd echter al spoedig de voorbereiding en de voltooiing van de tiende druk van Stieler, de zgn. Hundertjahr- Ausgabe. Deze verscheen in de jaren 1920-1925. De eerste druk dateert uit 1823. De grote Stieler is naast de wandkaarten het belangrijkste monument van haack op geografisch-kartografisch terrein. Het is vermoedelijk de laatste handatlas, waarin op voortreffelijke wijze het relief is weergegeven door bergschrapjes. Naast de Duitse Stieler begon haack in 1934 aan een internationale uitgave van deze atlas, Stieler Grand Atlas de Geographie Moderne, waarvan schokkenkamp een uitvoerige bespreking heeft gegeven in het t.k.n.a.g. mei 1936, blz. 417-424. Door de ooriog is dit werk niet voltooid. In 1940 waren van de 114 bladen er 83 versehenen. Van deze 83 bladen is nog een klein gedeelte verkrijgbaar. Van de bekende en veel gebruikte Sydow-Wagner Methodischer Schulatlas ver sehenen onder redaktie van haack en lautensach vijf nieuwe drukken. De laatste druk, de 23ste, is van 1944. Na de ooriog is deze uitstekende atlas jammer genoeg niet herdrukt. Na de ooriog versehenen nog wel bij het Instituut in Gotha twee nieuwe atlassen onder de naam van haack. In de eerste plaats een Handatlas. Dit is een werk in de moderne vorm van een zg. samengestelde atlas, d.w.z. een aantal bladen met kaar- ten, een gedeelte tekst met foto's, grafieken en profielen. En dan nog een aantal thematische kaarten en een register. Als voortzetting van de Grote Stieler kan men beschouwen Haack: Grosser Weltatlas waarvan de eerste aflevering nog dit jaar verschijnt. Het geheel zal in 1968 in 98 afleveringen compleet zijn. Deze beide atlassen zijn een voortzetting van het werk en een hulde aan de 'Alt meister' der Duitse kartografie Hermann haack. 3. publicistische activiteit Vanaf zijn intrede in het instituut van Perthes op 1 mei 1897 heeft Prof. haack duidelijk beseft, dat kaarten worden gemaakt om gebruikt te worden. Een groot deel van zijn publicistische aktiviteit was er dan ook op gericht de docenten in de aardrijkskunde 'kaart minded' te maken. Zonder een goed begrip van wat er met een kaart kan en moet worden gedaan, komt het gebruik van een kaart in de school niet tot zijn recht. In 1903 werd Prof. haack belast met de leiding van het bij Perthes uitgegeven tijdschrift Geographischer Anzeiger. Het heeft bestaan tot 1944. Er staan vele bij- dragen in van de hand van haack. Een der meest bekende is het artikel in de jaar- gang 1924: 'Ostwalds Farbentheorie in der Kartographie'. Bovendien verzorgde haack de literatuuroverzichten in de Anzeiger gedurende de jaren 1916 tot 1935. Aan de oprichting van het 'Verband deutscher Schulgeographen' in 1911 had haack een werkzaam aandeel. Het doel van deze organisatie was de geografen te betrekken in de Problemen van de didactiek en methodiek van het aardrijkskunde onderwijs. Het Verband werd in 1945 opgeheven, maar opnieuw opgericht in 1949. Naast al deze werkzaamheden verzorgde haack ook nog voor het Geographisches Jahrbuch vanaf 1903 de rubriek 'Fortschritte der Kartographie'. Het laatste over- zicht over de periode 1936-1942 omvat 226 bladzijden met 2903 titels. Een duidelijk bewijs van haacks' 'unverwüstliche Arbeitskraft'. Prof. Dr. Hermann Haack 83

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1967 | | pagina 10