kwam in 1956 te Stockholm een aantal deskundigen (36 uit 11 landen) uit de amb- telijke en commerciele kartografie bijeen om de mogelijkheden van een internati onale kartografische organisatie te bestuderen. Deze bijeenkomst leidde tot de oprichting van een 'Committee of Six' bestaande uit vertegenwoordigers van Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, West-Duitsland, Zweden en Zwitserland, dat de opdracht ontving te onderzoeken hoe de te Stockholm niet vertegenwoordigde staten op het initiatief zouden reageren. De 'Committee of Six' bracht rapport uit in 1958 te Chicago, waar de uitgeverij Rand McNally aan 55 kartografen uit 8 landen gastvrijheid bood. De reacties van de geraadpleegde lan den wettigden voortzetting van het overleg. Het volgende punt dat aan de orde kwam, was de organisatievorm der op te richten vereniging. In dit verband kan worden opgemerkt, dat onder de initiatiefnemers van meet af aan communis opinio heeft bestaan over de wenselijkheid van een nauwe samenwerking met geografen. Te Mainz, alwaar dank zij de gastvrijheid van de Deutsche Gesellschaft für Kar tographie de besprekingen nog hetzelfde jaar konden worden vervolgd, werd dan ook een coördinatiecommissie o.l.v. Prof. Imhof, Zürich, gei'nstalleerd ter bestu- dering van de mogelijkheid van een affiliatie met de igu 2. De draad werd verder gesponnen in 1959 te Bern, waar de Eidgenössische Landestopographie als gast- vrouw optrad. Vertegenwoordigers uit 13 landen werden het hier eens over de op richting van een tweetalige International Cartographic Association/ Association Cartographique Internationale. Unaniem steunden zij het denkbeeld van een auto nome in nauwe relatie tot de igu opererende organisatie. De voorfcereidingen kon den worden afgesloten tijdens de eerste Algemene Vergadering van de ica in 1961 te Parijs, waar de Statuten werden goedgekeurd, een bestuur werd gekozen (Prof Imhof werd de eerste voorzitter) en 13 nieuwe landen als lid werden gei'nstalleerd. Intussen was de affiliatiegedachte ook in iGU-kringen in goede aarde gevallen. Op het iGU-congres in 1960 te Stockholm werd een speciale commissie in het leven ge- roepen, belast met het ontwerpen van een vorm van samengaan die voor beide or- ganisaties acceptabel was. Zij slaagde er in een aanvaardbaar federatief verband te construeren en in 1964 konden de kartografen na 8 jaren van zorgvuldige voor- bereiding de kroon op het werk plaatsen. Op het icu-congres in juli 1964 te Londen kon de ica, als autonome dochter van de igu, haar plaats in de rij van wetenschap- pelijke wereldorganisaties innemen. Het lidmaatschap van de ica Staat volgens de Statuten open voor alle naties die zelfstandige kartografische activiteiten ontplooien. Evenals in de geografenwereld kan elke natie siechts door een enkele organisatie worden vertegenwoordigd. In ons land geschiedt dit door de Kartografische Sectie van het Koninklijk Neder- lands Aardrijkskundig Genootschap, in West-Duitsland door de Deutsche Ge sellschaft für Kartographie, enz. De doelstellingen van de ica luiden volgens de Statuten als volgt: 1. het bevorderen, in nauwe relatie met geografische en geodetische organisaties van de bestudering van kartografische problemen, in het bijzonder voor wat be- treft de verzameling en het gebruik van bronmateriaal, de kartografische vorm- geving en teken- en reproduktiemethoden. 76 De derde internationale kai tografenconferentie DE EERSTE JAREN

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1967 | | pagina 3