De organisatie wordt geleid door een 'Comite Directeur', waarin gerenommeerde deskundigen op het gebied van de fotogrammetrie uit Belgie, West-Duitsland, Italie, Nederland en Oostenrijk zitting hebben. Een 'Bureau Executif' zorgt voor de uitvoering van het beleid, dat door het 'Comite Directeur' wordt bepaald. In dit uitvoerend bureau hebben zitting Prof. Dr. Ir. w. schermerhorn, Prof. Ir. A. j. van der weele uit Nederland en Ir. R. Verlaine uit Belgie. Het onderzoek, dat binnen de oeepe wordt verricht, is verdeeld over de volgende commissies Zoals uit het bovenstaande overzicht blijkt, houdt men zieh in Commissie D met kartografische onderwerpen bezig. Op verzoek van Italie, alwaar men het plan koestert längs fotogrammetrische weg een kaart 1 10000 te vervaardigen, heeft deze commissie als eerste onder- werp de opzet en inhoud van een 1 10000-kaart in behandeling genomen. Het spreekt vanzelf dat het alvorens met een dergelijk werk te beginnen van het grootste belang is de ervaringen te kennen van instituten, die reeds längere tijd aan gelijk- soortige kaarten werken. De eerste vraag die zieh hierbij voordoet is welke inhoud de kaart dient te bevatten, m.a.w. welke topografische gegevens er in moeten worden opgenomen. Commissie D is sedert zij in maart 1966 de 1 10000-kaart in Studie nam, twee- maal bijeen geweest, het laatst in februari 1967. Wij wachten in spanning de resultaten van haar onderzoek af. Behalve in Commissie D speelt de kartografie een rol van betekenis in Commissie E. Zoals opgemerkt wordt in deze Commissie de uitwerking van kleinschalige luchtfoto's bestudeerd, waarbij fotogrammetrische vraagstukken en Problemen op het terrein der foto'interpretatie en der kartografische weergave aan de orde komen. In de Publication Officielle no. 2 van de oeepe, uitgegeven door het Institut für Angewandte Geodäsie te Frankfurt/Main, 1966, wordt een overzicht gegeven van het onderzoek dat tot dusverre door deze Commissie werd verricht. Commissie E heeft zieh ten doel gesteld t.b.v. ontwikkelingslanden een efficiente werkwijze te vinden voor de vervaardiging van een fotogrammetrische kaart op de schaal 1:100000 met eenvoudige middelen en zonder terreinverkenning. De eerste stap van dit project bestond uit het vaststellen van een kaartlegenda, m.a.w. van een lijst van geografische objecten, die op de kaart dienden te worden opgenomen. Deze legenda werd afgestemd op foto'interpretatie van opnamen van een sterk met wegen en waterwegen doorsneden gebied. De tweede stap had betrekking op het zoeken van een geschikte schaal voor de luchtopnamen, die aan de te vervaardigen 1 100000-kaart ten grondslag dient te liggen. O.m. werd getracht vast te stellen tot welke (kleinste) fotoschaal men on- gestraft kan afdalen zonder essentiele topografische details d.m.v. fotointerpretatie verkregen, op een 1 100000-kaart behoeven te missen. Hiertoe werd de inter- pretatie-proef Bedford-Waterbury uitgevoerd, zo genoemd naar 2 locaties in het Proefnemingen in OEEPE-verband voor kaartering op kleine schaal 331 Commissie A onderzoekt de aerotriangulatie m.b.t. luchtfoto's op kleine- en middelschalen Commissie B houdt zieh bezig met aerotriangulatie op grootschalige opnamen; Commissie C heeft de uitwerking van grootschalige foto's onderhanden Commissie D behandelt kartografische Problemen van de fotogrammetrie; Commissie E heeft als arbeidsterrein de uitwerking van kleinschalige luchtopnamen Commissie F werkt aan de fundamentele Problemen van de fotogrammetrie. K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift I (1967) Nr. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1967 | | pagina 3