86
Besprekingen
De combinatie van beschrifting en reliefschaduw is het minst geslaagd op de kleinschalige kaarten
met een sterk relief en een dichte bevolking. Op krt 2 (Polen, Duitsland en Tsjecho-Slowakije) is
in het bergachtige zuidelijk deel de grens der leesbaarheid reeds bereikt, ondanks het fijne
schreefloze lettertype. Op krt 24 (schaal 1:6 miljoen) is voor het bergachtige en zeer dichtbevolkte
Japan deze grens overschreden en daarmee is de kaart haar doel voorbijgeschoten.
Hetzelfde geldt voor Java op krt 29, hoewel in mindere mate. Het net van verkeerswegen is uit-
voerig opgenomenrailnet grijs, wegennet rood en waterwegen blauw.
Schrijfwijze der namen
Dit is vermoedelijk het moeilijkste probleem bij het maken van een atlas. Een probleem, waarvan
de oplossing meer op taalkundig dan op kartografisch terrein ligt. Hiermoet de kartograafde
hulp inroepen van een linguist. De transkriptie van namen uit landen, die niet het latijnse alfabet
gebruiken, schept vrijwel onoverkomelijke moeilijkheden. Door de toenemende intensiteit der
communicatiemedia zijn afspraken hard nodig, zowel nationaal als internationaal. De meest be-
kende handleidingen op dit gebied zijn die van de U.S. Board on Geographie Names (bgn) en
van het Permanent Committee on Geographie Names te Londen (p.c.g.n.).
Haack Grosser Weltatlas kiest de tot nu toe meest gebruikte weg. Voor landen met latijns
schrift wordt de officiele schrijfwijze van het betrokken land genomen, voor landen met een ander
schrift 'ein allgemein gebräuchliches Umschriftsystem'. Dit wordt niet verder uitgewerkt.
Vergelijking met andere atlassen levert nog wel verschillen op. Een kleine keuze:
Haack Gr. Weltatlas BosAtlas der Geh. Aarde The Oxford Atlas
S'öul S'eoel Kyongsong (S'eoel)
Makassar Makasar Macassar
Nowossibirsk Nowosibirsk Novosibirsk
Taschkent Taskent Tashkent
haack geeft veel geografische namen (kaap, baai, inham en derg.) en de afkortingen ervan in de
officiele taal van het betrokken land. In de reeds ontvangen legenda zijn deze niet opgenomen. Ver
moedelijk komen ze in de nog te verschijnen volledige legenda. Anders kan men gebruik maken
van: olson en whitmarsh, Foreign Maps. Harper and Brothers, New York 1944. Een handig
werkje voor gebruikers van vreemde atlassen.
De betrouwbaarheid van een buitenlandse atlas kan men nagaan aan datgene, wat opgenomen is
van het eigen land. In dit geval betreff het de kaarten
2. Polen, Duitsland en Tsjecho-Slowakije. 9. Frankrijk en de Beneluxlanden beide op de schaal
13 miljoen en daarnaast de kaarten 75 en 76 van de Bondsrepubliek (1750 000) met het midden-
en noordoosten van Nederland.
Deze kaarten bevatten een aantal plaatsnamen, een net van verkeerswegen, de nationale en pro-
vinciale grenzen, de bosgebieden en enkele moerassen. De laatste nogal overvloedig. Centraal
Drente is volgens deze kaarten een vrij moerassig gebied. Dat enkele verouderde kanalen zijn
opgenomen, zoals alle 'secties' van de Overijselse kanalen of de Drachtster Compagnonsvaart
boven Drachten behoeft niet te verwonderen.
Vooral op de kaarten 1750 000 staan een groot aantal plaatsnamen, meer dan op de Grote Bos.
Toch zijn ze uitstekend leesbaar. De schrijfwijze der namen, vaak een struikelblok voor buiten
landse kaartmakers, is korrekt. Namen als Usquert en Boijl zijn juist geschreven.
Minder geslaagd is de aanduiding van de grootte der plaatsen. Uithuizermeeden en Ten Boer
zijn van groter orde dan Warffum. Sleen, Westerbork, Ruinen en Zuidwolde hebben hetzelfde
symbool als Coevorden. Hier hapert nog iets, trouwens ook op de Nederlandse atlassen. Op de
Grote Bos heeft Piaam hetzelfde symbool als Bolsward en Franeker. (Vgl. ook de bespreking van
de Bosatlas door van welsenes en manhoudt in t.k.n.a.g., april 1965, blz. 199).
Het is natuurlijk nog te vroeg aan de hand van drie afleveringen een definitief oordeel te geven.
Wel kan worden gezegd, dat deze staatkundige kaarten, op enkele kleinigheden na, uitstekend zijn
geslaagd. Overlading, het grote gevaar voor deze groep atlassen, is vermeden.
Een speciaal woord van hulde komt de ontwerpers toe voor de fijne en mooie reliefschaduw en
voor de beschrifting.
w. dijkstra
K.N.A.G. Geograhsch Tijdschrift II 1968) Nr. 1