Uit bovenstaande uitspraken blijkt ten eerste het grote verschil in de behandelings- wijze bij het bestuderen van oude kaarten en ten tweede dat beide methoden reden van bestaan hebben. Ook, dat de historicus eigenlijk eerst aan de slag kan gaan wanneer de vakman aan het woord is geweest. Tenzij de eerste zieh beperkt tot het samenstellen van een catalogus, punt 1 en 2 van het in de aanvang aangehaalde opstel van fockema andreae. Misschien wordt het verschil tussen historische Kartografie en geschiedenis van de Kartografie menigeen duidelijker door een concreet voorbeeld. Ik neem daarvoor de twee in veler ogen nog steeds vermaarde zogenaamde 'Tasman'-kaarten. De ene kaart was in het midden van de vorige eeuw in het bezit van de firma 'Weduwe Gerard Hülst van Keulen' te Amsterdam. In 1885 kwam zij in het bezit van de H. H. Frederik Muller Co, eveneens te Amsterdam, die haar over deden aan Prins roland bonaparte, naar wie ze sedert benoemd is. Voor heeres' Journal of Tasman 13 uitgegeven door de H. H. Muller heeft men voor een reproduetie niet van deze originele kaart gebruik kunnen maken. Men moest zieh vergenoegen met een reproduetie van een door jacob swart, firmant van de firma Weduwe Gerard Hülst van Keulen indertijd bezorgde copie van de kaart. Deze copie is sedert in de literatuur bekend onder de naam van Swart-copie. De andere zogenaamde 'Tasman'-kaart bevindt zieh in de verzamelingen van het Brits Museum en wordt Museum-copie genoemd. De reizen van tasman zijn een twintig jaar na heeres' bewerking nog eens uitge geven door r. posthumus meyjes 14. Volgens l'honore naber 15 met volle recht, 'daar nautisch aan het journaal nog zeer veel te doen viel en ook kartografisch nog wel een en ander viel vast te stellen'. Wel mist hij enige kaarten, welke hij gaarne aan het werk had toegevoegd gezien, maar hij verheugt zieh over het feit, dat er een ontbreekt, nl. de Bonaparte-kaart! 'Want die 'kaart'behoort samen met een soortgelijk stuk, dat in het Brits Museum berustop den index. Zij zijn voor loutering vatbaar, mits in de laaie van een door prinselijke hand aan te stichten Auto da Fe' en verder 'dat de kaartenmakers vergaten slechts er den drie- voudigen V-stempel op te drukken Voor Vernietiging Vatbaar'. Op de eigenlijke boekbespreking laat hij een artikel volgen: De kaarten met reistrek van Tasman, in het bezit van Prins Bonaparte en van het Brits Museum. Het is een genot de schrijver in zijn boeiend betoog omtrent de feitelijke waarde van deze zogenaamde 'Tasman'-kaarten te volgen. posthumus meyjes had reeds opgemerkt, 'dat eene kaart, die zoo grove fouten Geschiedenes van de kartografie en historische kartografie 173 'Geschiedvorsching is een der grondslagen van hunnen 11 arbeid, maar doel in eersten aanleg is zij niet. Daarom ook is het aantal der medewerkende historici zoo gering. Er moet iets bijkomen. Wat er bij moet komen is, als regel, de geheel persoonlijke levenservaring des medewerkers, meestal plaatselijk opgedaan of van soortgelijk gehalte als die der reizigers wier fata toelichting vereischen. Daarom ook draagt elk deel den zeer persoonlijken Stempel des bewerkers en doet van factoren blijken waarvan de auteurs, elk voor zieh, het geheim bezitten' 'Het jongst versehenen werk, dat van den Heer r. posthumus meyjes over tasman's reizen, heeft zieh, gelijk te verwachten was van hem die jaren van zijn leven aan de astronomische plaatsbepaling in onzen Archipel gaf, ontwikkeld onder de weldadige hemelteekenen 'Sextans', 'Octans' en 'Reticulum' - alle werk- tuigen van graadboog tot universaal-instrument daarbij inbegrepen gedacht.' 'Bij alle verschil in de behandeling der onderwerpen straalt, in de deelen der Linschoten-Vereeniging, eenheid van opvatting wat uitvoering betreft door. Die deelen vertoonen zekere familiegelijkenis, ongetwijfeld tot groot gerief van den toekomstigen historicus 12, die de Nederlandsche ontdekkingsreizen en eerste groote handelsondernemingen in haar geheel zal trachten te overzien, om dezen, gesteund door een verbeterd apparaat, opnieuw voor te dragen'. K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift II (1968) Nr. 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1968 | | pagina 5