De kleur geeft het karakter van de kaart weer. Zij moet zo gekozen zijn, dat men
direct een kleur associeert met een bepaald gebeuren in de kaart. Daarbij speelt
de oppervlakte in de kleur een grote rol. Verder zijn voor de Geologische Kaart
lichte pastelkleuren gebruikt. Dit is gedaan om geen al te grote contrasten te krij-
gen op plaatsen waar ze niet nodig zijn. Dit zou heel gemakkelijk kunnen gebeuren
door het grote uitgebreide kleurpalet wat we nu eenmaal nodig hebben. Het zou
dan kunnen voorkomen, dat we te zware kleuren binnen een gebied van lichte kleu-
ren zouden krijgen, waardoor het accent onnodig op deze kleuren zou vallen.
Weliswaar is de menging met lichte tinten moeilijker, maar daar Staat tegenover
dat 't effect dan ook veel groter is dan bij een menging met zwaardere kleuren. We
hebben echter ondervonden, dat we hier toch niet helemaal onderuit konden kö
rnen.
De plaatsing van de legenda op de kaart is ook een punt van overweging geweest.
Om het directe contact tussen kaart en legenda te bevorderen is de legenda aan de
rechter kant van de kaart geplaatst, zodat men eerst het kleurvakje en dan de ver
klärende tekst krijgt. Het kleurvakje Staat nu zo dicht mogelijk bij de kaart en
maakt de vergelijking gemakkelijker. Bij de plaatsing links op de kaart zou dit
minder gunstig zijn. Bovendien speelt dit punt ook nog mee bij de reproductieve
vervaardiging, welke geheel bij onze Dienst gebeurt. Wat we niet zelf doen, is het
platen maken voor offset en het drukken. De methode die voor de reproductieve
vervaardiging wordt toegepast is er een, die zoveel mogelijk gestandaardiseerd is
en waardoor het mogelijk is om de vervaardiging van de kleuren, die door middel
van rasterpunten verkregen wordt, in de hand te houden. In overleg met de drukker
is een densitometer aangeschaft die ons in Staat steh de rasterpunten door te meten.
Voor een eventuele controle i.v.m. passing, kleuren en eventuele fouten, wordt
door ons een kleurproef gemaakt op Astrafoil white opaque. Ook dit wordt binnen
onze Dienst gedaan. Het resultaat is een kleurproef, die weliswaar niet geheel met
de gedrukte kleuren overeenkomt, maar ons toch in Staat steh een algemene indruk
te krijgen van datgene wat we gemaakt hebben. Bovendien zijn eventuele fouten
direct zichtbaar vooral als het b.v. gaat om een vergeten kleur. Het grote voordeel
van deze werkwijze is dat de meeste correcties reeds gebeurd zijn voordat de kaart
op de proefpers of snelpers is geweest. Dit pretendeert niet, dat geen drukproef zou
behoeven te worden gemaakt. Integendeel, met of op een zinkplaat kan van alles
gebeuren en er kunnen toch ook nog wel fouten tussendoor sluipen. Bij het druk
ken van de kaart, dat bij de Fa. Marchand, Paap en Strooker gebeurt, is altijd
jemand van de G.D. aanwezig. De druk, die van de pers komt wordt altijd samen
met de drukker bekeken en de kleur via een kleurmeter doorgemeten. Bij eventuele
complicaties, fouten e.d. kan dan direct een beslissing worden genomen, zodat
eventuele stagnatie zoveel mogelijk beperkt wordt. Een goed samenspei tussen
drukker en klant is daarbij noodzakelijk. De bepaling van de kleur werd voordien,
d.w.z. voordat de drukker in het bezit was van een kleurmeter, gedaan met ge
drukte stroken, waar de primaire kleur op gedrukt was. Ook werden uit het
kleurenschema geknipte kleurtjes gebruikt. "t Grote nadeel is dat deze kleuren
allen verbleken. De gedrukte kaart verbleekt dus ook. Zelfs de kleuren, die men
uitzoekt uit een kleurenschema zijn verbleekt, als men te lang wacht na het druk
ken. Men heeft dus weinig vergelijkingsmogelijkheid. Het gevolg hiervan is, dat
bij iedere gedrukte kaart steeds een kleurverschil kan optreden, waarmee men steeds
verder van de oorspronkelijke kleur zal gaan afwijken. Thans is dit opgevangen
De kleurkeuze van de Geologische Kaart van Nederland
281
K.N.A.G. Geograftsch Tijdschrift II (1968) Nr. 3