heden leiden. Ondermeer om deze redenen is een eigen kleurenschema ontwikkeld dat is aangepast aan eigen behoefte, nl. de eisen, die de legenda ons stelt. Eerst is een kleurenschema gemaakt, waarbij elke primaire kleur was onderverdeeld in 6 tinten oplopend van 0-100%. De kleuren geel, rood, blauw en zwart, uitgevoerd in puntrasters. Ondanks het feit, dat de weergave van puntrasters moeilijkheden geeft zowel bij het copieren als bij het drukken, wordt een zeer egale weergave van de verschillende tinten bereikt. De grote moeilijkheid ligt toch wel bij de 50% waar de punten aan elkaar groeien en men een doorslag krijgt. Door verschillende percentages over elkaar heen te drukken in een bepaalde groepering, ontstonden 830 kleuren. Daarbij worden nooit meer dan 3 kleuren over elkaar gedrukt. De verkregen kleuren worden met een code aangegeven, b.v. 3021 d.w.z. 33% geel, geen rood, 20% blauw en 10% zwart. De opbouw van het kleurenschema is zo gemaakt, dat steeds verschillende kleurgroepen ontstaan, waarvan de kleuren per groep in een zelfde verhouding tot elkaar staan, al of niet vermengd met zwart. Wanneer we nu een aantal kleuren voor een bepaald type-afzetting nodig hebben, die op zichzelf weer in kleur wordt onderverdeeld, dan kunnen we dus uit een bepaalde groep kiezen. We krijgen kleuren, die allen in een zelfde verhouding tot elkaar staan. We spreken daarom van 'Familiekleuren'. Voegen we bij een gekozen groep kleuren een kleur uit een andere 'familie', dan valt deze direct 'uit de toon'. Welke kleuren men dan ook uit een bepaalde familiegroep kiest, steeds zal het karakter van de weergave van de afzetting waarvoor de kleuren zijn gekozen 't zelfde blijven. Enige proeven zijn met dit Schema gemaakt, waarbij spoedig bleek, dat het gezien het grote aantal mogelijkheden, te klein was, althans binnen bepaal de familiekleuren niet genoeg variatie bood. Een nieuw schema is gemaakt, waarbij tussen de bestaande percentages, nieuwe werden gezocht. Het aantal kleuren werd toen 5800, verkregen door 4 combinaties, nl. geel-blauw-zwart; geel-rood-zwart geel-rood-blauwrood-blauw-zwart. De kleuren op deze schema's worden uiter- aard niet allen gebruikt. Vooral in de hoogste percentages komen de kleurverschil- len siecht tot uiting. Wanneer men b.v. een volle rode kleur mengt met 10% of 20% geel, dan zal dit weinig of geen verschil te zien geven. Anders wordt 't als men 30% rood mengt met 10 of 20% geel. Het kleurverschil is dan veel groter. In de lagere percentages is dus een grotere differentiatie. Bij het benodigde assortiment kleuren voor de legenda hebben we dus zoveel mogelijk uit deze groep een keuze gedaan. Bovendien geven deze kleuren, vooral nu ze weergegeven worden in punt rasters een enigszins pastelachtige indruk, hetgeen de kaart een rüstig kleurbeeld geeft. De kleuren die voor de landschappen werden gekozen, zijn onderverdeeld voor de hoofdprofieltypen voor 't zee- en rivierkleigebied, die dus elk een eigen kleur krijgen (zie fig. 1). In dit schematisch profieltje wordt gedemonstreerd hoe de profieltypen in het zee- kleigebied zieh voordoen. Met uitzondering van de duinen, behoort dit dus tot het L.E.W.-gebied. Het zeekleigebied kan onder het Duin- en Strandwallenland- schap doorlopen, maar het kan er ook boven liggen. Hierdoor ontstaan weer vele combinaties in profieltypen. Deze krijgen overwegend gele of geelgroene kleuren, omdat het hoofdbestanddeel het Duintype is en het zeekleigebied met groene kleu ren wordt aangegeven. De kleuren voor de hoofdprofieltypen zijn zo gekozen, dat zij 't betreffende type weergeven zoals dat ontwikkeld is. De typen D, E en G zijn die welke uit 1 component bestaan. D voor de Afzettingen van Duinkerke, G voor de Afzettingen van het Hollandveen en E voor Afzettingen van Calais. De Afzet- 275 K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift II (1968) Nr. 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1968 | | pagina 5