Besprekingen
Besprekingen
neemt men nauwkeurig waar welke Streek op het kompas wijst naar dit punt. De Streek die men
afleest is de hoek tussen de gezichtslijn en de noordzuidlijn van het kompas. Weet men de mis-
wijzing van het kompas, dan valt de hoek tussen de gezichtslijn en de wäre noordzuidlijn of
meridiaan door optellen of aftrekken hieruit af te leiden.
3. Zie: The principal Works of Simon Sterin. Vol. III, 1961. Navigation, p. 430.
4. Een exemplaar is aanwezig in het Nederl. Historisch Scheepvaart Museum te Amsterdam. Als
vermoedelijk jaar van verschijnen wordt 1690 aangenomen. g. d. bom hgzn, Bijdragen tot eene
geschiedenis van het Geslacht Van Keulen1885, Bijlage B, blz. 21, steh de uitgave op 1699.
Bierens de haan, Bibliographie Neerlandaise, No 5122, schat de uitgave vöör 1697.
5. In een boekjeJ. posthumus, Eerste Beginselen der theoretische Zeevaartkunde, voor het onder-
wijs aan vissersscholen (Groningen 1904) vindt men het onderwerp amplitudo en kimpeiling be-
handeld en wordt dezelfde tafel, maar slechts voor een breedte van 45 tot 66 graden, gegeven.
p. Bossen en d. mars, Plaatsbepaling op Zee (Groningen 1908) doen hetzelfde en verstrekken
tafels. Zij verbinden ook de tijdsbepaling bij zonsopkomst en ondergang aan de kimpeiling en
noemen de laatste 'in het algemeen het beste middel om het kompas te kontroleren'.
6. Ook in Engeland is de methode populair geweest. Zij werd opgenomen in Andrew wakely,
The Mariners-Compasse rectifiedcontaining tables of amplitude (Londen 1665). Breedte
tot 60° in volle graden, declinatie ook in volle graden. Het boekje is talloze malen versehenen,
voor het laatst in 1770, toen de tafels nog 'in excellent Use' waren.
7. aelbert haeyen haalt hier woorden aan uit petrus apianus, Cosmographiae Introductio, 1519,
16de prop. en hij vertaalt deze.
8. robert hues, Tractaet ofte Handelinge van het gebruyck der hemelscher ende aertscher globe,
nu in Nederduytsch overgheset door Jodocus Hondius. Amsterdam, 1623. 9de cap. p. 99.
377
Erdölatlas. Wissenschaftliche Bearbeitung, Kartographie und Text: dr. Ferdinand mayer.
Herausgegeben von der Esso A.G., Hamburg. Gesamtherstellung Georg Westermann Ver
lag, Braunschweig, 1966. 23 x 31 cm, 140 pp., waarvan 60 pagina's kaarten. DM 42.—.
De verschijning van deze thematische atlas vormt een gebeurtenis van betekenis. Hoewel in meer
dan de helft van 's werelds energiebehoefte door aardgas en aardolie wordt voorzien, ontbrak het
tot dusver aan een kartografische weergave van 's werelds aardoliehuishouding volgens uniforme
richtlijnen. Wel deed de Bataafse Internationale Petroleummaatschappij N.V. met haar Maps and
FiguresSome elementary Facts regarding the Petroleum Industry, The Hague, 1959 een poging
hiertoe, doch het resultaat, hoe verdienstelijk overigens ook, vroeg om verdere differentiatie en
verdieping.
Het is niet te verwonderen dat ook de thans voor ons liggende atlas wederom door een der grote
aardoliemaatschappijen ten doop wordt gehouden. Ditmaal is het de ESSO A.G. te Hamburg,
die naast Georg Westermann Verlag als mede-uitgever optreedt en blijkens het voorwoord van de
hoofdredacteur dr. Ferdinand mayer, economisch-geograaf te Wenen, op royale wijze kaarten
en andere bronnen ter beschikking heeft gesteld. Zelfs wanneer de medewerking van een aardolie-
maatschappij is verzekerd, blijft de samenstelling van een atlas als deze een stoutmoedige onder-
neming. De aardolie-economie is immers dermate in beweging dat vele gegevens, in nog sterkere
mate dan dit in een normale hand- of schoolatlas het geval is, reeds bij verschijning zo niet ver-
ouderd dan toch als onvolledig dienen te worden beschouwd. De bewerker heeft getracht dit
risico te verkleinen door zijn manuscript tot op het allerlaatste moment (medio 1965) voor het ter
perse gaan bij te werken en door een frekwent gebruik van Symbolen 'op de groei' voor de weer
gave van zieh in een Stadium van uitbreiding bevindende, in aanleg zijnde en zelfs voor geprojec-
teerde objecten. Zo zijn bijv. de pas in Oktober 1967 in bedrijf gestelde Trans Alpine Pipeline(TAL)
van Triest naar Ingolstadt samen met haar toekomstige zijtak, de Adria Wien Pipeline reeds inge-
tekend. Ook nieuwe raffinaderijen zoals de Mobiloil- raffinaderij te Amsterdam (in bedrijf gesteld
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift II (1968) Nr. 4