Neerlandici kunnen halen. De evaluatie zal aan de hand van de bewaard gebleven exemplaren moeten plaats vinden. Dit impliceert dat een dergelijke Studie door een in de kartografie geschoolde auteur aangevat zou moeten worden. Er zullen daarbij zeer interessante en belangrijke toestanden in de 19e eeuwse atlas-kartografie te signaleren zijn, want Nederland heeft enkele briljante geograaf-redacteuren gekend die toch betrekkelijk onbekend zijn gebleven, omdat de verspreiding van hun werk te beperkt was. Aanwijzingen in die richting zijn in de tekst van dit artikel vervloch- ten. 1800-1850 Voor de onderwijsvernieuwing van 1850 droeg de atlaskartografie een ander karak- ter dan daarna. Ze stond bovendien nog dicht bij de periode van de hoogwaardige kopergravure uit de 18e eeuw. Het kenmerkende van het tijdvak 1800-1850 was aanvankelijk nog het afdrukken van de versleten platen van de atlas van J. b. elwe en van enkele uitgaven van mortier, covens en zoon. Later versehenen atlassen (dus niet voor de Scholen bestemd), gebaseerd op de kaarten van arrowsmith en lapie. Hun uitvoering was meestal fraai, bescheiden van omvang, maar goed gegra- veerd door van baarsel, veelwaard, door het Geografisch Instituut van F. des- terberg, e.a. In 1840 verschijnt de eerste schoolatlas die enig niveau heeft: bae- deker's schoolatlas, voortgezet tot c. 1875 door petrie. Tussen 1840 en 1850 treffen we de naam van J. jaeger als redacteur van een zakatlas voor het eerst aan. Maar weldra zou jaeger, evenals frijlink, brugsma en kuyper zieh op de grote markt voor het onderwijs gaan werpen. Vandermaelen De merkwaardigste figuur uit de eerste helft van de 19e eeuw (misschien wel de merkwaardigste figuur uit de gehele Europese kartografie van de 19e eeuw, stieler, berghaus en johnston niet uitgezonderd) is ph. vandermaelen (1795-1869), stich- ter en directeur van het Etablissement Geographique de Bruxelles. Hij is ten on- rechte weinig bekend, hoewel hij zijn tijd ver vooruit was, niet slechts in gedachten maar ook in de realisering van grote atlas- en kaartwerken, die echter niet geconti- nueerd zijn. Sedert 1827 kon men de uit 400 bladen bestaande Atlas Universel van ph.vandermaelen aanschaffen. Alle kaarten zijn op de schaal 1:1641836 (une ligne sur 1900 toises). Men zou deze atlas als de voorvader van de Internationale Wereldkaart 11 miljoen kunnen beschouwen. Daarnaast gaf vandermaelen nog de Atlas de VEurope in 165 bladen uit; boven dien de particuliere edities van de topografische kaart van Belgie 1:80000 (25 bla den) en 1:20000 (250 bladen) en de Atlas des chemins vicinaux, schaal 110000. Dit heeft vandermaelen kunnen realiseren in de eerste plaats dank zij de invoering van de lithografie door Charles senefelder, broer van alois, die in Brüssel ver- toefde en in de tweede plaats dank zij het geerfde kapitaal van zijn vader, de zeep- zieder en katoenbleker in wiens fabriek sedert c. 1820 het Etablissement Geogra phique de Bruxelles gevestigd werd. De Atlas Universel was ongetwijfeld de groot- ste wereldatlas die omstreeks 1830 in Europa verkrijgbaar was, maar tevens het grootste kartografische monster van zijn tijd en onbereikbaar voor het merendeel van de atlas-gebruikers. Nederlandse atlassen uit de 19e eeuw 401 K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift II (1968)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1968 | | pagina 21