TkTol hTs ,s een der8el,jke ui,rus,in8 ee" ™rtal »ii
Thematische kaarten
De moderne geografie wordt meer en meer een exacte wetenschap. Er is een duide-
regionale analyse 8e08rafe" °m kWan,i",ieTC voor een
Een der middelen hiervoor is de thematische kaart. Nu is de kartografische weer-
gave, vooral van sociaal-economische verschijnselen, een betrekkelijk jonge weten-
P» waarm nog weinig eenheid bestaat, zowel in de gebruikte methoden als in de
terminologie en de Symbolen
Een der eerste voorbeelden om een bepaald verschijnsel weer te geven in zijn terres-
datemndmtTsi?^' d* *S0Üfrmenkaart vaa Alexander von Humboldt,
grafie Via het w v 1S°hjnen hu" intrede ln de thematische karto-
Ph7% c ,7 HEINRICH ber°haus CPhysikalischer Atlas 1838-1852 en
ysikahscher Schulatlas 1850) versehenen de thematische kaarten ook in de
ee?s°tl deStoIfaH thematjSChe kaarten Agenden de klimaatkaarten zieh het
in de schoolatlassen in. Later volgden kaarten over geologie, plantengroei
evo king en economisch-geografische verschijnselen. Met de opkomst van de
sociale geografie werd deze verscheidenheid steeds groter
sHhn ietigr0te h°eveelFieid van thema's en Symbolen moet de samensteiler van een
In H Z1J" k6UZe doen" Voor Nederland ligt deze keuze anders dan voor de
landen van Europa en de Werelddelen. De verscheidenheid van onderwerpen met
moet H t0t NederIand IS ZÖ groot' dat een vriJ groot aantal thematische kaarten
moet worden opgenomen. Eenheid van schaal en signatuur is hierbij niet mogelijk
voor de andere gebieden kan dit wel. 8J'
In zijn recensie van de 45ste druk van de Grote Bas (G.T. dec. 1967, pp 421-422)
spreekt Bredemehe« van een „standaard-kwartet thematische kaarten" Voorhe
Ik möge hiervoor verwyzen naar De Kleine Wereldatlas, J. B. Wolters Leuven
samengesteld onder leiding van het Belgisch-Nederlandse trio Dr goossens'
Dr. f. j. ormeling en schrijver dezes, waarin het standaard-kwartet van brede-
zT4e dVtYT r6gelmaat t6n t0nde geVOerd" T" deze atIas> die in 1965
a u S6? ZIJ" tdkens naast de haarten van de landen van Europa en
van de Werelddelen vier thematische kaartjes opgenomen en wel zodanig dat de
leerl.ngen zonder omslaan van het blad de geografische overzichtskaart (meestal
als hoogtekaart met rehefschaduwing uitgevoerd), samen met de bijbehorende
tl ematische kaarten kunnen gebruiken en elk geografisch feit onmiddellijk in zijn
fysisch en menselijk kader kunnen plaatsen.
Voor de hogere klassen van het voortgezet onderwijs is een grotere variatie aan
bateruimte Oakd n°d,g' Het.,aa!!tal wisselt' al naar Problematiek en beschik-
mee H H ikt mii C°™merciele.faktor telt bij de vervaardiging van een atlas
mee_ Het Iijkt mij gewenst zes tot tien kaartjes op te nemen, verdeeld over de vol
lende onderwerpen: geologie, temperatuur, neerslag en regentijd, vegetatie en
bodemgebruik, mijnbouw en zware Industrie, textiel en lichte Industrie, en be-
volking (ras, taal, godsdienst en dichtheid).
Een eerste voorwaarde waaraan deze kaartjes moeten voldoen is, dat zoveel
hrufk fVT i n6 Verschijnsel dezelfde k'eur of hetzelfde teken wordt ge-
rnidHpIl Ln bepaa'd teke" °f een bePaalde kleur ziet, moet on
middellijk weten wat het voorstelt. Dit is de grondslag van het kaartlezen en dit
418
Kc>art en atlas bij het voortgezet onderwijs
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift II (1968)